Oude Indische romans, dat zijn de romans van voor de oorlog. Ik bedoel van voor de Eerste Wereldoorlog, uit dan wel over Indië.
Ik dacht aan die boeken toen de afgelopen week de discussie ontstond over de aanpassingen in het werk van de schrijver Ronald Dahl. Hij leeft niet meer. De erfgenamen en de uitgever vonden veranderingen in de tekst nodig, want nu hebben we een ander moreel kompas.
En de boeken moeten gelezen en verkocht worden.
Nou… dat moet alleen, als je op winst uit bent.
Verder is het vrije keuze, dacht ik.
Een ander gewoon
In de oude Indische romans staan volop passages en opmerkingen die heel anders zijn dan we nu gewoon en wenselijk vinden.
- Seksistisch.
- Racistisch.
- Discriminerend.
- Enzovoort.
Wie dat niet wil lezen, kan de romans laten liggen. Geen probleem.
Maar ik blijf ze lezen. Want ik verlang ernaar het oude Indië te leren kennen en begrijpen. De tijdgeest van toen, van de generaties mensen die destijds hun leven hadden. Wat voelden ze, wat dachten ze, wat vonden ze?
Dat staat in de romans.
Ik hoef het er niet mee eens te zijn, ik kan me erover opwinden, ik kan er ongelukkig of ellendig van zijn, maar ja: het normaal van toen, was het normaal van toen.
Even voor de duidelijkheid. Ik bedoel dus romans die toen geschreven werden. Die bevatten de tijdgeest. Dus niet de historische romans die nu gepubliceerd worden, die lees ik nauwelijks. Want: het zijn romans met de visie van nu op de tijd van toen.
Bepaald wat anders.
En ook: wat we nu seksistisch en racistisch noemen, dat maakte toen deel uit van het normaal van de koloniale samenleving.
Veel lezen
Wie het oude Indië wil begrijpen, moet veel lezen:
- kranten die destijds verschenen over de actualiteit van die dagen
- discussies in brochures en pamfletten
- studies, dus non fictie
- de bijschriften van foto’s in fotoboeken
- romans
Maar: een roman is geen monument van de waarheid.
Een roman is meer:
- wie is de auteur, wat wilde hij/zij in de roman zeggen?
- hoe is de historische context?
- wat waren de reacties?
Soms is een enkele passage al informatief. Ik ben de romans van Thérèse Hoven (1860-1941) aan het herlezen. Een Hollandse schrijfster met tropenervaring. In Nonnie Hubrechts (1900) gaat het over een gezinsdrama. De titelheldin is Jo, een meisje dat uit een overspelige relatie is geboren en lang niet weet bij wie ze thuis hoort. De eigenlijke heldin van het boek is de Indische echtgenote, die haar blijvend liefdevol ondersteunt.
Ik las wat Marietje van Son, een Indisch meisje, aan Jo had verteld:
- Marietje had haar, vooral in den laatsten tijd, zulke rare verhalen gedaan van menschen, die vergiftigd waren.
- Marietje was vol van baboe-praatjes en, als Jo er om dacht, dan luisterde ze er niet naar, want ze wist, dat Maatje er tegen was, maar ze vergat wel eens braaf te zijn en zich te herinneren, wat Mama haar verboden had.
- […] ’t was wel verleidelijk om naar te luisteren. Heel griezelig, maar ook erg wijs en Marietje kon zoo smakelijk uitweiden over dingen, waar ze anders nooit van hoorde. Over baboes en njais, die haar heer vergift toedienden uit jaloerscheid.
Wat, wat?
Baboe-praatjes? Graag meer daarvan.
En dan die bijna achteloze vermelding van vergiftigen, dat is ook informatief. Zo uitzonderlijk was het dus niet, ik kom het in meer oude Indische romans tegen. Zo schrijft P.A. Daum over een ‘Pil Nummer 11’. Dat vergiftigen staat haaks op ons moderne beeld van de njai die altijd passief en slachtoffer zou zijn.
Dat beeld moeten we bijstellen.
(Voordat u het zegt: ja, ik heb een obsessie voor gif)
Wat ook kan: herkenning
Bij de Indische schrijfster Melati van Java (1853-1927) vindt u de leukste en zelfstandigste Indische meisjes en vrouwen als romanpersonage. Ze zijn mooi van buiten en mooi van binnen, ze zijn zelfstandig en soms zelfs rebels. Voorbeeld?
In het toneelstuk Tante Betje (circa 1901) protesteert het Indische meisje Hetty tegen het eenzijdige van alleen onderwijs op Nederland gericht. Ze komt in opstand tegen haar gouvernante, juffrouw Dumont:
- Hetty: Dat is onrechtvaardig, heel onrechtvaardig. Waarom moeten wij Indische meisjes meer leeren dan de Hollandsche, en wij, die nog al den naam hebben van zoo dom en lui te zijn, terwijl zij daar zoo ontwikkeld zijn en zoo wijs. Neen, die rivieren gaan mij niets aan. Laat ze loopen waar zij willen. (Zij springt van het tabouret, neemt een waaier van den muur, gaat op een der wipstoelen zitten en waait zich met veel drukte.)
- […] Juffrouw Dumont: Zullen wij dan Indische geschiedenis behandelen?
- Hetty: O neen! Die Hamangkoe Rats en Dipo Negaras en Sentots en die Riebeeken en Maatsuijkers, die maken mij nog meer biengoeng [in de war] dan Rijn, Maas, Waal en al die Tjis. Daar komen de Hollandsche meisjes ook makkelijk af. Ik zou ze wel eens willen hooren uitspreken Baagelen, Ceelebès, Sammerang. Dat heb ik u nog moeten leeren die Indische uitspraak, Juf!
In de stem van Hetty is de schrijfster zelf aanwezig. Zij volgde enige tijd onderwijs bij de Ursulinen. Dat was ook zo gericht op Europa. Klopt niet, zegt iemand al in 1901.
Dit kunnen u en ik ons voorstellen.
Er zijn ook hele andere romans.
Belangrijke rotboeken
De koloniale samenleving was raciaal verdeeld. Willen we begrijpen hoe dat doorwerkt, dan moeten we begrijpen hoe dat destijds werkte.
Een hele tijd terug kreeg ik Het leven in Nederlandsch-Indië uit 1900 van iemand cadeau, die dat “ellendige boek” niet in huis wilde hebben. De schrijver is Bas Veth (1860-1922), die met zijn anti-Indië opmerkingen een storm van kritiek veroorzaakte. Dus ik lezen. En ja hoor, volop seksisme en racisme.
Maar het verdiepte mijn blik.
De roman Levenshonger (1902) van Henri Borel (1869-1933) is een rotboek. Het is racistisch, seksistisch, een factor me-too met platte seks. Het gaat over een man die zijn Indonesische concubine beroerd behandelt, besluit dat hij seks moet hebben met een Hollandse vrouw want dat zal hem goed doen en erna pleegt hij in het openbaar zelfmoord.
Nou, lekker lezen is anders.
Henri Borel zet een deur voor me open naar een leven dat voor mij onbekend is. Ik zit in het hoofd van die man die dat alles beleeft en doet. Ik kan niet weg al voel ik walging.
Straks weer herlezen.
Wat ik niet begrijp, daar moet ik meer moeite voor doen.
Zo zijn er enorm veel romans. Verrassend en overweldigend. Heerlijk en walgelijk. Vertrouwd en onbegrijpelijk. Ik kan er zo duizend opsommen. En elk daarvan zet de deur naar Indië op een kier open. Dat maakt ze waardevol. Of denkt u daar anders over?
Schrijftips
Welke generatie van uw familie leefde in welke jaren in Indië? Als u dat weet, kunt u achterhalen welke romans hij of zij las. Om dichterbij de tijd van toen te komen, adviseer ik: lees die romans ook. Ik praat er graag met u over verder in een vrijblijvend telefoongesprek. Klik hier en kijk hoe het gaat om dat te af te spreken. (er opent een nieuwe webpagina)
Ik lees “De Stille Kracht” van Louis Couperus in de originele versie uit de reeks Pandora Klassiek.
Dat betekent Oud Nederlands. Jij kent, naar ik aan neem als Neerlandicus de naam van deze spelling.
Mensen van mijn generatie herinneren zich de serie op de televisie in zwart wit in 1974.
We hebben ervan genoten en nu geniet ik weer.
Hartelijke groet, Charles.
Wat goed CHarles, de oude en dus originele spelling. Dat is tegenwoordig geen vanzelfsprekendheid meer.
Ben het helemaal met je eens, Vilan. Zeg het voort!
Juist door het lezen van die boeken met originele tekst, krijg je een beter beeld van en begrip voor (als je daar tenminste ”vatbaar” voor bent….!) Tempo Doeloe van Ned. Indië.
Vriendelijke groet, Leoline de Paauw.
Dat is een goed punt: vatbaar zijn- het begint met een zekere openheid, belangstelling voor wat er destijds was.
alle verenigingen die nu bastaan …proberen een tydsgreep in de geschiedenis VAST-TE-HOUDEN sodat het niet in vergete boekje gaat …….
Het vergeetboek is al vol genoeg, daar hoeft wat mij betreft geen snipper Indische geschiedenis en cultuur bij.