Indië, 1947. Jan Benetreu (1919) en Sylvia van Krieken (1922) zijn pas getrouwd. Knijpt u de ogen ook dicht? Ik wel. Dat jaar. Die jonge mensen. Hun zoon Ed Benetreu stuurde een open brief aan Marion Bloem, die ik hier ook mag publiceren.
Geachte mevrouw Bloem,
Met heel veel belangstelling heb ik uw opinie Wat ik bij Pauw had willen zeggen gelezen.
Hoewel ik eigenlijk geen tijd heb (*) om te reageren, raakt dit onderwerp mij al een tijd zodanig dat ik graag even snel een spontane reactie geef. Ik ben het niet op alle punten met u eens, maar in essentie onderschrijf ik de strekking van uw opinie.
Zoals gezegd reageer ik nu spontaan waardoor mijn reactie niet altijd even logisch en gestructureerd van opzet zal zijn. Ik worstel de laatste jaren met deze problematiek en heb al heel lang het voornemen om deze onrust in mij weg te schrijven.
(*) Mijn zus is helaas nu in haar laatste levensfase als gevolg van die verschrikkelijke ziekte die ook uw zus heeft getroffen. Mij zus heeft geen partner en geen kinderen en ik ben het enige familielid. Dus veel zorgtaken, maar vandaag hebben mijn vrouw en ik dankzij vrienden een dag “vrij”.
de hele bladzijde was leeg
Het onderwerp houdt mij (70 jaar) de laatste jaren zeer bezig en ik ben me er helaas de laatste jaren pas van bewust hoe zwaar mijn ouders het hebben gehad.
Mijn ouders wilden nooit over die zwarte periode in hun leven spreken, af en toe een enkele opmerking of toespeling. Zelf wilde ik er nooit naar vragen of er dieper op ingaan. In het begin besefte ik de impact nog niet zo en later wilde ik er niet over beginnen omdat ik zag dat het pijn deed.
Mijn vader heeft op verzoek van zijn kleinkinderen zeer beknopt zijn leven beschreven. Over de oorlogstijd wilde hij het niet hebben. Er stond slechts zwart en de hele bladzijde was leeg met een schuine streep er door heen.
Verloren jeugd
Natuurlijk heb ik nu spijt dat ik pas heel laat ben gaan beseffen wat er in werkelijkheid speelde en hoe zwaar die periode geweest moet zijn.
Eerst de verschrikkingen van de oorlog (moeder op 17e jaar in Jappenkamp zwaar gemarteld, vader overlevende van de Birma spoorweg), daarna geen thuis, alles weg geen ouders, geen of nauwelijks familie en daarna het veranderde politieke klimaat en de Bersiaptijd. Een totaal verloren jeugd.
(ik ben totaal a-technisch, mocht niet met elektriciteit omgaan van mijn moeder omdat ze hangend met stroomstoten werd gemarteld; in dit kader vertelde ze dus wel iets over de oorlog, dus via zo’n omweg)
Mijn ouders waren het toonbeeld van lieve zorgzame ouders
Geen wonder dat zoveel mensen ‘verminkt’ uit die periode zijn gekomen en dat velen een geestelijke ‘deuk’ hebben opgelopen. Nu begrijp ik een beetje de klachten van vele Indo’s over hun soms hardhandige opvoeding. Ik ben enorm geschokt door het boek De tolk van Java. Ik heb zulke ervaringen gelukkig nooit meegemaakt. Mijn ouders waren het toonbeeld van lieve zorgzame ouders. Nooit geslagen, laat staan mishandeld. Juist omdat ze hun jeugd verloren hadden mochten de kinderen niets te kort komen. Wij hadden het niet breed, maar alles werd opgeofferd voor het welzijn van de kinderen. Maar ik besef nu heel goed dat het door al die ontberingen in hun jeugd ook anders had kunnen zijn.
Inzicht krijgen
Ik ben al heel lang van plan – ook op uitdrukkelijk verzoek van mijn kinderen – om elke herinnering op te schrijven en zaken te benoemen. Ik wil proberen door middel van het distilleren van mijn herinneringen en het analyseren van alle opmerkingen/gedragingen van mijn ouders inzicht te krijgen in hun zwaar getraumatiseerde jeugdperiode. En ook in de periode daarna, de onzekerheid, bij wie hoorde je, waar moest je voor kiezen, waar moest je naar toe. Verschrikkelijke dilemma’s voor die generatie. Deze problematiek wil ik proberen voor mij deels in kaart te brengen en te bewaren en eventueel door te geven. Het mag niet verloren gaan. Tot nu is het bij mij bij gedachten gebleven en geen tijd, geen tijd. Nu ik gestopt ben met werken mag dat niet echt een excuus zijn en ik merk dat het in me blijft borrelen. Dus dit is misschien een eerste stap naar aanleiding van uw opinie.
Wegcijferen en aanpassen
Helaas is deze problematiek pas zeer laat echt bij mij binnengekomen. Indische mensen hebben inderdaad de ‘gewoonte’ zich weg te cijferen en zich aan te passen. Ik heb dit ook herkend bij mijn ouders. Uiteindelijk hebben ze het fantastisch gedaan en zijn hun twee kinderen goed terechtgekomen. Maar het leed, het verdriet, de onzekerheid over hun toekomst, het zich niet geaccepteerd voelen, de onwetendheid/het gebrek aan kennis over de Indische Nederlander moet enorm pijn gedaan hebben. Pijn die ze hebben weggestopt en voor zichzelf hielden. Het spijt me enorm dat ik die pijn niet heb onderkend en er niet met mijn ouders over heb kunnen spreken. Dat doet mij zeer.
En ook ik moet bekennen dat ik tot diegenen behoor die niet gereageerd hebben en u in uw ogen niet gesteund hebben. Maar het besef van de problematiek is zoals hopelijk uit het bovenstaande is gebleken pas laat tot mij echt doorgedrongen
Indische geschiedenis
Na de periode met mijn zieke zus, zal ik zeker beginnen met het op papier zetten van mijn gevoelens en mijn bevindingen over deze problematiek. Ik heb het mijn kinderen beloofd, maar vind het ook belangrijk dat de Indische geschiedenis niet verloren gaat. Hopelijk blijft iets hangen over het verleden van Nederland en de Indische gemeenschap.
Geef een reactie