Padang

Hoera, er is weer een verhaal van Rudy Hartung, de Indische schrijver uit Indonesië. Hij kijkt terug op de periode Padang in zijn gezin van herkomst. Soms mijmeringen en toch: het geeft een mooi beeld, om mee te beleven.


Het is midden 1948, Peter kon nog niet lopen, toen wij met het vliegtuig naar Padang vertrokken. Pap wordt naar Padang uitgezonden, om daar op het kantoor nieuw Indonesisch personeel in te werken. Op de Administratie afdeling van BPM kantoor Padang.
Padang ligt aan de westkust van Midden Sumatra. Voor mam en pap een totaal onbekende plaats. Aan de westkust op het eiland Sumatra. Ver weg van hun Java.

Padang

Padang

Padang
De Olo weg en de Belantoeng straat.

Padang is niet zo’n grote stad. Wij hebben daar in twee buurten gewoond.
Eerst in een huis aan de Olo weg. Met de naam “In de olie”, bij de Indische familie van de Berg met hun dochter Mirke, die wat ouder was dan Vonny.

Vlak bij het huis waren Nederlandse militairen gehuisvest. Het was nog gedurende de politionele acties. Toen had Nederland militairen naar Indonesië gestuurd. Mirke vond het best gezellig en was vaak wat aan het kletsen met Nederlandse soldaten.

Meneer van de Berg was ook van de BPM. Het huis aan de de Olo weg was niet zover naar het centrum van Padang en de aloon aloon. Wij hebben niet zo erg lang aan de Olo gewoond.
Na enkele maanden verhuisden wij naar de Belantoeng straat. Die straat lag verder weg van de binnenstad van Padang.
Daar aan de Belantoeng zijn wij blijven wonen, tot ons vertrek terug naar Semarang.

Nieuwe kennissen van mam en pap

Pap en mam kregen een heel leuke en vriendschappelijke band met een groepje Indische families. En met aardige collega’s van de BPM. Ik herinner mij de families: van Ungeren, Van de Berg, oncheret, van der Kastele en de familie Lans.
Meneer van der Kastele was het hoofd van het BPM kantoor. Op de zondagen was het vaak met het groepje kennissen naar Emma haven. En daar werd onder elkaar heel gezellig gekletst. We brachten eten mee en wat andere lekkernij. Vonny, Edith en ik altijd de zee in, met de meisjes Moncheret.

De hartelijke vriendschap met de familie Lans. Meneer Lans was niet van de BPM. Hij was politie-commisaris.
Hij had een heel lieve Nederlandse vrouw. Mevrouw Lans en mam werden heel goede vriendinnen. Mam had het altijd over “de Lansjes”. Ze kwamen vaak bij elkaar op bezoek.
Zij hadden een zoontje Jan Kees, van een jaar of 4. Een paar jaar ouder dan Peter. Met anderen werd er in de jeep van Peter gereden.
Aan de Belantoeng straat kreeg Peter een mooie Jeep van bouwjaar 1948. Zijn Jeep leek een beetje op mijn Jeep van bouwjaar 1981.
Padang
De Jeep van Peter had trap-pedalen. En mijn Jeep rijdt op diesel. Daar in de voortuin aan de Belantoeng straat heeft Peter zijn eerste rij- ervaring opgedaan.

Padang met haar kuststrook van prachtige stranden, met beboste heuvels, die in de zee uitmonden.  De Apenberg van Padang is zo’n bos heuvel. Bij die mooie Emma haven.
Padang
De Apenberg

Padang

Emma haven

 

De meisjes Moncheret

Met de twee dochters van familie Moncheret werden Vonny en ik goede vrienden. Zusje Edith natuurlijk ook. Heel vaak gingen wij zwemmen in de Emma haven. Ik kan niet meer op de naam komen van de oudste dochter. Ik herinner mij alleen de naam van jongste dochter Joyce. Ik vond haar ook liever dan haar oudere zus.

Met de

 

twee dochters van familie Moncheret gingen wij samen bikkelen, knikkeren, hinkelen of verstoppertje spelen. Van die echte Indische kinderspelletjes. Bikkelen is overigens een oud Hollands spelletje. Het is naar Indonesië overgewaaid, tijdens de koloniale periode. Het wordt hier nog steeds gespeeld.
En wat is dat ? Soeten? Bij het spelletje over wie zich mogen verstoppen? Of wiens beurt het is met de fiets. Dan ga je soeten.
Von misschien kun jij wat uitleggen hoe je moet soeten.
En even voordoen ja.
En vertel wel dat je eerlijk en allemaal tegelijk.
Of jouw duim, of je wijsvinger of je pink toont.
Eén van deze drie!

Padang

En soeten voor de fiets.
Met zijn wijsvinger verliest Hanif.
Tegen de duim van zijn neefje.

Op de padvinderij in Padang

Vonny en ik werden bij de Katholieke Verkenners van Padang aangesloten. Op de aloon aloon hadden we elk jaar een tenten kamp. We leerden wat koken en ‘s avonds was er een kampvuur!
We sliepen in een tent. Het was heel spannend. Vonny werd Kabouter en ik werd Welp.
Daar in Padang heb ik geleerd hoe je met touw allerlei knopen kon maken. Zoals de platte knoop en mastworp knoop.

Padang

Mijn padvinderboekje Padang 1949

Padvinderij is hier in Indonesië verplicht op de scholen. Vanaf de lagere school en verder door naar de 6 jaren vervolgonderwijs. Het heet kepramukaan: de padvinderij. Ook Hanif is voor de komende jaren een “pramuka”. Het is “goede traditie” . Overgebleven uit de Nederlandse koloniale periode.
In tegenstelling tot Nederland gaat Indonesië gaat heel zuinig om met haar tradities.

Op vrijdag’s is het Pramuka dag.
In padvindersuniform naar school.
Hanif naar school, nu 2e klas SMP in scouts uniform
Scholen hebben allemaal een eigen uniform. Alleen voor vrijdag’s iedereen in scouts uniform.

Fietsen

Padang
In Padang hebben wij leren fietsen. Pap kocht een fiets. Het was een damesfiets. Volgens mij merk Vesting. Maar misschien dat ik mij vergis met dit merk

Ook aardige Samsoe, onze huisjongen, gebruikte de fiets om Edith naar school te brengen. En later weer ophalen. Edith heeft daar leren fietsen.
Zij kon natuurlijk niet op het zadel zitten.
Zij was nog te klein. Dus zij fietste altijd staande.
Ik heb met die fiets één keer een flinke buiteling op straat gemaakt.
Een flinke schaafwond op mijn knie op gelopen. Deed goed zeer!

Met de familie Lans gingen wij vaak zwemmen in zee, aan een mooi strand, iets ten zuiden van Padang. Of met een groep kennissen een dagtocht naar de plaatsen zoals Bukit Tinggi (Fort de Cock) en Padang Panjang. Het bergland van Padang met haar prachtige natuur.

Onze honden

Padang Mam en Peter met Nero en Mitsy; Nero wou niet in de camera kijken

Wij hadden in Padang twee heel lieve honden: Nero en Mitsy. Mitsy was de moeder van Nero. Mitsy was langharig en Nero kortharig. Nero werd wat groter Mitsy.
Beiden bijna helemaal zwart met een beetje wit. Met van die bruine stipjes boven hun ogen. Mam raakte erg gehecht aan deze twee lieve honden. Zij zouden met ons meegaan naar Semarang.

Vonny breekt een voortand

Vonny en de meisjes Moncheret gingen vaak touwtjes springen. Of gingen hoogspringen over een touw. Vonny was best goed met hoogspringen. Ik deed vaak ook mee. En Vonny won van ons allemaal. Wij speelden meestal in de achtergalerij van ons huis aan de Belantoeng straat.

Maar één keer, met hoogspringen, ging het goed fout met Vonny. Zij struikelt over het touw.
Valt heel ongelukkig met haar gezicht op de harde tegelvloer. En breekt een stukje van een voortand. Dat was echt heel vervelend voor Vonny. Want zij moest wachten voor reparatie.
Het kon toen niet in Padang. Pas later toen wij terug in Semarang waren, kon Vonny een tandarts bezoeken.

Picknick langs een kali

Op een vroege zondagmorgen vertrokken wij voor een tocht naar het prachtig bergland van Padang
voor een picknick aan een kali, samen met een groepje kennissen.
De tocht gaat eerst langs vele sawah’s met pas ingeplante padi, dan gaat het verder omhoog de heuvels in, over bochtige en kronkelige wegen.
Edith wordt een beetje wagenziek.
We gaan nog wat verder omhoog e dan plotseling, zie ik langs de weg, tussen de bomen door, een kali stromen.
Wij rijden nog even door.
Wij stoppen bij een plekje vanwaar we een beetje dichter bij de oever van die kali zijn. Een kali, met helder stromend water. Wij zoeken een plekje op. Mam en andere tantes beginnen het meegebrachte eten uit te pakken.
Wij gaan het water in. Het is niet zo diep. Iedereen begint elkaar met water te besproeien

Ik ga op een grote riviersteen zitten. En kijk om mij heen aar al het stromende water om mij heen
Uit de verte, vanuit een rivierbocht, komt het water al maar door, naar mijn steen toestromen.
Het water gaat mijn steen voorbij.
En langs al die andere grote stenen.
Het gaat maar door. Voortdurend botst het water tegen mijn steen.
Het is een ritselend geluid als het tegen de steen opbotst.
Alsof zij iets tegen de steen fluistert: “Wat moet Rudy daar op jou?”

Zou er misschien een waterval zijn, wat verder van mij vandaan? Waar de kali plotseling verdwijnt en als een waterval de diepte in duikt? En dan beneden, weer als een kali haar weg vervolgt. Naar een volgende desa. In zo’n kali waar je op een grote steen kunt uitrusten en even om je heen kunt kijken.
Een kali, waar je in het heldere water kunt spartelen, waar je elkaar met water kan besprenkelen.
Waar mensen van een desa langs die kali, in hun kali kunnen baden, waar zij hun kleren kunnen wassen en hun was op een grote steen kunnen drogen.
Een kali vol met stenen, grote en kleine stenen.
Stenen die je kunt gebruiken voor muren, huizen of wegen,
of mooie stenen die je kunt bewaren

Het was dáár in het bergland van Padang, waar ik mijn allereerste indrukken heb opgedaan over zo’n kali,
uit het bergland van Indonesië.

Onze eenden in Padang

Padang Aan de Belantoeng hadden we eenden met zo’n lange hals. Ik geloof dat wij er drie hadden. Het zijn van die eenden die altijd netjes achter elkaar lopen. Achter hun leider- eend.
Maar op een dag waren zij plotseling verdwenen.
Vonny, Edith en ik overal zoeken.
Mam zegt “Oh…. vast gestolen.”
En toen op een dag reden wij naar de stad. Met z’n allen in de kleine pickup. Mam met kleine Peter voorin. Pap achter het stuur. Wij met z’n drietjes achter in de bak. En plotseling zagen wij onze eenden lopen. Ergens in de tuin van een ander huis.
Wij meteen schreeuwen: “Hééé… mam! Dáár. onze eenden!
“Pap…. onze eenden. stop, stop!”
Maar mam riep door het raamje naar ons: “Wel nee. kan niet… niet van ons.”
Nou ja, verdere discussie was niet mogelijk.
En pap reed gewoon door.
Wij zullen ons wel hebben vergisthebben.
Ja en het is wel waar. Eenden lijken veel op elkaar.

 

Onze ramboetanboom

Padang Aan de Belantoeng hadden we een ramboetanboom: Ramboetan Atjeh! Zo tegen eind van het jaar lekkere ramboetans, uit eigen boom.
Op een dag zegt Vonny: Ayo Ruud, ga je wat plukken? Kijk maar, zij zijn al rijp.
De ramboetanboom was niet zo hoog. Von geeft mij een zetje
Even later sta ik op zo’n tak met uitzicht op trossen ramboetans om mij heen, onder mij, boven mij, allemaal ramboetans. Ik begin te plukken, moet af en toe een beetje naar voren buigen om bij de ramboetans te komen
Ik plukken en plukken. En ik gooi alles naar Von. Vonny meteen proeven. Adoeh, Ruud, lekker zoet zeg!

Maar toen, ik weet niet meer hoe dat kwam.
Achteraf, denk ik door mieren, van die ramboetanboom, die over mijn handen en benen kropen en mij begonnen te bijten.
Maar hoe het ook zij, ik verloor mijn evenwicht, heb nog geprobeerd mij vast te grijpen aAan een tak of zo iets.
Maar ik viel al. Op mijn gezicht….. adoeh!

Maar niks gebroken, ook geen tand. Ik stond meteen weer op. Moest een beetje naar lucht happen.
Dus niets aan de hand.

Von ook erg geschrokken. Adoeh… Ruud. heb je pijn?
“Nee… niet erg hoor,” zeg ik
En Vonny geeft meteen een paar ramboetans
“Hier Ruud. proef maar… echt lekker zoet”.
Wij hebben maar niets tegen mam hebben gezegd.

Een korte vakantie naar Semarang

Mam moest van oma Anna Kribben en tante Bet afscheid nemen. Zij vertrokken naar Nederland. Tante Troel Zijlstra en oom Sjaak Zijlstra zouden hen in Nederland opvangen. De Lansjes brachten ons naar het vliegveld.
Tijdens het wachten op het vliegtuig zegt mevrouw Lans tegen mam: “Kom maar Fientje, laten we even wat lopen.” En op het rustige vliegveld van Padang liepen zij geärmd heen en weer. Zij waren druk aan het praten.
Waarover zouden zij gesproken hebben?
Was het misschien om mam een beetje gerust te stelllen? Omdat we zolang moesten wachten op het vliegtuig? Of misschien dat mam wat wou praten over het aanstaande afscheid van oma Anna?
Mevrouw Lans zal vast naar mam geluisterd hebben.
Zo’n lief mens was zij, mevrouw Lans!

Het probleem voor Nederlandse scholen
In de eerste 2 jaren was het onderwijs voor ons nog normaal. Ik bedoel daarmee dat de lessen in de Nederlandse taal werden gegeven. Vonny, Edith gingen naar de Zusters School voor meisjes. En ik naar de Fraters school voor jongens.
Maar in het 3e jaar, kwam er plotseling verandering. Het lesgeven op de scholen moest in de Indonesische taal overgaan. Ook verplicht voor de Katholieke Scholen.
Voor Vonny, Edith en mij beslist lastig, omdat wij nooit Indonesisch spraken. De Nederlandse gemeenschap in Padang heeft toen een Nederlandse Lagere school opgericht. Het was een noodoplossing. De zes klassen werden in 3 of 4 groepen verdeeld. Het gebouw van de Hollandse Soos lag aan het strand van Padang en werd als school gebruikt.
Wat ik vooral van de Hollandse Soos herinner is dat het veel méér om de gezelligheid ging, dan om het leren.

Voor die Hollandse Soos zagen wij vaak van die opstaande, kleine platte driehoekige platen in de zee
die zich daar heen en weer bewogen tot heel dicht bij het strand,
of zij maakten rondjes in het water
Wat is dat toch? Het waren vinnen van haaien!
Maar de haaien zelf waren niet te zien.
Het was een merkwaardig gezicht
Elke dag stonden wij op de uitkijk voor die kleine donkere, vreemde driehoekige platen, die zich heen weer bewogen,
en dan weer plotseling onder water verdwenen.
Het was heel spannend.

Onderwijs in Nederlandse taal
Pap heeft het verzoek ingediend voor geen verlenging van zijn contract in Padang. En of hij weer naar Semarang kon worden overgeplaatst. In Semarang werd het Nederlands onderwijs nog op particuliere Nederlandse scholen gegeven. Zoals de lagere school “Heuvelschool van Tjandi Baru”.
En de MULO en de HBS in de benedenstad van Semarang. Leraren uit Nederland konden nog naar Semarang komen.
Maar ook in Semarang zou, in de komende jaren, het onderwijs in de Nederlandse taal niet meer bestaan. Het wordt tijd voor de planning, om naar Nederland te vertrekken.

Als mam en pap ‘s avonds op visite gingen, waren Vonny en ik de babysitters voor Peter. Wij speelden “Vader en moedertje”. De klamboe werd het dak van ons huis. Edith was ‘ons oudste kind’. Zij was best lastig.
“Pas op ja, anders ga jij zonder eten naar bed!” riepen wij naar haar, als zij wat eigenwijs was. Wij hadden nog meer kinderen. Onze poppen. Ik had een Jan Klaassen pop. Vonny had andere poppen.
Vonny begint met koken. Zij gebruikt haar speelgoed pannetjes.
Het was zóóó lekker wat zij kookte.
Ik ga iets maken. Met mijn mecano. De mecanodoos met Sinterklaas gekregen. Ik probeer maar wat.
Een brug of een hijskraan of iets anders.
“Ons oudste kind Edith” droomt al in dromenland.
Ik val óók om van de slaap.
Mam en pap komen weer thuis.
“Alles goed Von?” vraagt mam.
“Ja hoor mam” zegt Vonny.
Zij geeft mam een kopje thee. En toen allemaal naar bed.

Een paar dagen voor ons vertrek, terug naar Semarang, hoort pap dat Nero en Mitsy niet mee naar Semarang mochten. Het was vanwege hondsdolheid. Mam en pap voelden zich machteloos.
Het heeft ons veel verdriet gedaan. Wij hebben Nero en Mitsy aan een aardige collega van pap gegeven. Hij beloofde om héél goed voor hen te blijven zorgen. Ik denk nog vaak terug aan onze Nero en Mitsy.
Zij blijven in mijn herinneringen.

Het afscheid van Padang

Padang

Foto van mam 1958

De glimlach van mam
In Nederland. In Apeldoorn
Waar was zij met haar gedachten
Misschien even bij Padang ?
Heel even maar….
Het geeft toch niet….
Even met gedachten aan die gelukkige jaren.
Daar in Padang.
Het zou zo’n 8 jaar geleden zijn
Nog niet zo lang geleden toch?

Het moment breekt aan dat wij Padang moeten achterlaten. Terug naar Semarang.
Het werk van pap in Padang zit er op.
Pap en mam moesten afscheid nemen. Afscheid van al hun aardige kennissen. En wij van onze aardige vriendinnen de beide meisjes Moncheret. Maar er was ook verdriet over Nero en Mitsy. Zoiets doet altijd zeer. Ik heb altijd een goed gevoel gehad, dat Nero en Mitsy een heel aardige nieuwe baas hadden gekregen. Een wat jongere collega van pap. Een heel aardige Indische man.
En een ander afscheid van onze honden, zouden wij weer wat later in Semarang meemaken.
Toen wij van Flip en Flap afscheid moesten nemen. Omdat wij naar Nederland vertrokken.
Het zijn onze verdrietige herinneringen.

Met het KPM schip de ‘OVIR’ zijn wij vanuit Emmahaven, veilig en wel, terug naar Semarang gevaren.
Onze eerste ervaring op een boot. Wij zijn allemaal zeeziek geworden, gedurende die reis. Daar in het héél woelige zeewater.
Langs de westkust van Zuid Sumatra.

Hallo beste stad Padang: heel veel dank voor jouw gastvrijheid,
En véél dank voor al die fijne herinneringen aan jou, beste Padang. Herinneringen aan die paar mooie jaren, toen wij daar bij jou kwamen wonen. Maar vooral, heel véél dank, dat mam en pap, daar bij jou, een bijzonder mooie tijd hebben gehad. Veel, veel dank daarvoor.

Het zijn die jaren van Padang, die onder “DE TOP 10” vallen. UIt het rijtje “mam’s gelukkigste jaren uit haar leven”
Mam heeft natuurlijk in haar verder leven, nog andere van zulke bijzonder gelukkige jaren gekend.
Maar als ik aan mam denk, met een terugblik naar die 3 jaren daar in Padang, is het mijn stellige overtuiging, dat zij dáár in Padang, een heel bijzonder mooie tijd heeft gehad. Ik heb wat erover verteld. Het zijn die gebeurtenissen van mam én ook van pap natuurlijk, daar in Padang, die tot hun bijzonder mooie herinneringen behoren. Laten wij ook alle andere mooie herinneringen van mam en pap, heel veilig in ons hart bewaren.
Lieve herinneringen over onze mam en pap die niemand, maar dan ook niemand, van ons kan afnemen.

Die jaren in Padang, behoren zowel voor mam als pap ongetwijfeld, op de lijst van “Fijnste jaren uit hun leven.” Zij hadden de moeilijke en heel onzekere oorlogsjaren net achter de rug. Pap was weer aan het werk voor de BPM. Het was voor hen beiden goed, om samen alleen met hun gezinnetje te zijn. En misschien was het ook goed om even vér weg van de familie in Semarang te zijn?

Tot slot

Voor mam en pap was het daar in Padang, maar een betrekkkelijk klein stukje uit hun leven.
Ongetwijfeld zullen zij veel andere herinneringen hebben gehad. Mooie maar net zo goed heel veel nare herinneringen. Over hun leven daar in het Voormalig Nederlands Indie, dat later Indonesie is geworden.
Zij zullen die herinneringen diep in hun hart hebben bewaard.
En waarover zij soms nooit met hun kinderen hebben gesproken.
Later in hun verder leven in Nederland.

Beste Padang
Toen ik jou weer ontmoette
Samen met een filmploeg van TROS VERMIST
Had ik alwéér het goede gevoel
Daar bij jou, beste Padang
Het was alsof mam er bij was
Komt natuurlijk door mijn herinneringen
Aan die fijne jaren, samen met mam en pap
Daar bij jou, beste Padang

Ik had jou meteen weer herkend!


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

indische schrijfschool