Iets over een kamerscherm en gouden kebaja-speldjes
“O, dat is al zo oud,” zei Tante Anneke, ietwat beverig wuivend naar het kamerscherm. “Mijn moeder heeft dat een keer laten maken bij een Chinees.”
“Het is prachtig,” zei ik vol bewondering.
Tante Anneke: “Jaja.” Zelf keek ze er al decennia naar. Dan is het nieuwe er wel af.
Ik was destijds bij Tante Anneke om te praten over het leven van haar moeder, de kruidengeneeskundige mevrouw Kloppenburg. Af en toe reisde ik naar de flat bij Arnhem, waar ik in het schemerlicht luisterde naar verhalen over Indië. Soms zag ik in dat halfduister iets opflonkeren, iets uit de oude tijd.
Kebaja-speldjes
Een ver achternichtje van mevrouw Kloppenburg liet me kebaja-speldjes zien, ook van vroeger. Ze opende haar hand en ik zag ze glanzen, de gouden sieraden, betoverend door de kostbaarheid van herinneringen, aanwezig in die kleine speldjes. Ik wist wie de kebaja had gedragen, dat was Lucy, het lievelingszusje van mevrouw Kloppenburg. Dat is het ontroerende van familiestukken: er zitten familieverhalen in.
Ik mocht de speldjes even in mijn hand nemen, ze lagen er als kleine stille getuigen van een vervlogen tijd.
Dat Tante Aneke nu in de hemel is, weet ik zeker. Maar waar het kamerscherm is, dat weet ik niet. De gouden speldjes zijn vast bij een ander achternichtje. Er is nog zo heel veel dat van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven, vaak met hele of halve verhalen erbij, die elkaar ook nog eens kunnen tegenspreken. Wat moeten we daarmee, met zulke verhalen?
Geheugen
Die familieverhalen hoorde ik van Tante Anneke. Ze was de jongste dochter uit een groot gezin, en in haar leven had ze geluisterd naar verhalen van haar grootmoeder, moeder en oudere zusters. Ze wist nog veel. Anekdotes. Details. Wat het ene familielid van het andere familielid vond. Wat ze als jong meisje wel en niet had gemogen, omdat ze een meisje was. Hoe streng haar moeder altijd was: “We mochten geen staltaal spreken.” Waarmee ze bedoelde, altijd Algemeen BeschaafdNederlands (ABN), ver weg staand van het Nederlands dat bedienden spraken.
Haar geheugen leek uitstekend en toch had ik er in mezelf vragen over:
- is een familieverhaal na drie generaties doorgeven nog betrouwbaar?
- kun je ook een herinnering van een ander als het ware erven, zodat het net is of je het zelf hebt meegemaakt?
- wat betekent het als het geheugen de ene keer dit geeft als waarheid en de andere keer dat als waarheid?
Daar ben ik nog niet uit, maar misschien kan de techniek me helpen.
Casettebandjes
De gesprekken heb ik indertijd opgenomen, ze staan op casettebandjes. Nu zijn dat ouderwetse dingen. Ik bezocht een technische winkel waar ik als oude mevrouw advies vroeg. Nu heb ik een apparaat waarmee ik die bandjes kan digitaliseren. “Het wijst zich vanzelf,” zei de jonge verkoper monter.
Daar hoop ik op. Want dan kan ik de verhalen opnieuw horen, woord voor woord, en dan weet ik weer wat de jongste dochter van mevrouw Kloppenburg vertelde.
Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:
- voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
- over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
- maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.
Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt