Indische schrijfschool

Het bordeel tegenover Gang Aboe (Batavia) 1887

Gang Patjenongan te Batavia, voor 1880 (KITLV 3132).

Gang Aboe zag alle bordeelbezoekers komen en gaan. Dat was niet fijn voor degenen die in de buurt woonden. Want het bordeel was druk. Ik las het Bataviaasch nieuwsblad van februari 1887:

  • Het beruchte bordeel van Mevrouw Kienkiep in de gang tegenover Gang Aboe (gang Patjenongan) verheugt zich tegenwoordig in een zoo ongekende welvaart, dat het er ’s avonds tot diep in den nacht wemelt van Chineezen en Europeanen; de eerste hoofdzakelijk om er te schuiven in gezelschap van de aldaar aanwezige bayadères; de tweede om bezoeken afteleggen bij de dames, die, naar gelang het aantal gasten toeneemt, als uit den grond verrijzen, vermits een gedeelte dier schoonen, voor eventueele oproeping, disponibel blijft in de omgeving van Mevrouw Kienkiep’s serail.
  • Is het der politie ernst om ingezetenen voor burengerucht en overlast te vrijwaren, dan zoude zij met de opruiming van dat lusthof der Europeesche buren een groote weldaad bewijzen.

Dus niet alleen een bordeel, maar ook nog eens een opiumkit. Wat zal mevrouw Kienkiep goed verdiend hebben. Reclame hoefde ze niet te maken want haar toko was al ‘berucht’. Iedereen had ervan gehoord.
Ja, in 1887.
Toen wel.

Hoe

Hoe kom je aan informatie over iets dat ver-ver weg is in de tijd, en er is niemand meer om het aan te vragen?
Antwoord: zelf op zoek gaan.
Ik wilde alles weten over mevrouw en het bordeel maar wat is daar nu het typische van, nergens wat te vinden. Antwoorden liggen nou nooit eens in een mapje op een archiefplank.
Ik moest dus eromheen gaan zoeken.

Verken de wereld om de leegte, en u zult de leegte beter begrijpen.

Delpher gaf verder weinig informatie over mevrouw. Het Centrum voor Familiegeschiedenis evenmin. Elders: nul.
Even verder denken.
Waar lag het bordeel? De krant: “in de gang tegenover Gang Aboe (gang Patjenongan) “. Dus ik dacht, hoe zou het daar zijn.

Gang Aboe

Er gebeurden vreemde dingen maar een slechte locatie was het evenwel niet. In 1871 vond er een merkwaardig incident met een militair plaats:

  • Gistervoormiddag omstreeks 10 uur kwam een Europeesch soldaat Gang Patjenongan door, en bij Gang Aboe komende, zag hij in een voorgalerij de vrouw des huizes in gesprek met hare buurvrouw.
  • Hij ging regelrecht op eerstgenoemde dame af, en verzocht haar om ƒ 2 en wat eten, onder voorgeven, dat hij hongerig was, van Buitenzorg was gekomen en derwaarts terug wilde gaan, doch waartoe hem de middelen ontbraken.

De vrouw geeft hem het geld en gaat op zoek naar een buurman om hulp te vragen. Bij terugkeer is de soldaat gaan slapen in haar huis. Dan wordt hij “met veel moeite de woning uitgezet.”
Dat zoiets kan. Een soort insluiper.
Veel toezicht was daar dus niet, wat mevrouw Kienkiep vermoedelijk verheugd signaleerde. Ook in de jaren erna gebeurt er nogal wat: brand, ruzie, gedoe. Het Bataviaasch handelsblad klaagt over het gebrek aan regulering:

  • Om maar iets te noemen staan in Gang Aboe alhier drie huizen ledig, die geheel zonder bewaking zijn, en indien de politie daarop verkoos te letten, zou zij er hier en daar nog wel meer ontdekken.

Maar een achterbuurt was het bepaald niet. In deze jaren wonen er verloskundigen, een graveur, een orgelspeler, een modiste, allemaal beroepen waarvoor een goede reputatie van belang is. En die hangt ook af van waar je woont. Keer op keer zie ik dat het adres gewoon in de advertentie staat.

Gang Kienkiep

Bataviaasch handelsblad, 28 april 1884

In 1884 is er een advertentie van een vendutie ten bate van Nona Péh. Dan is het adres Gang Kienkiep. Dat werd een paar jaar vermoedelijk de bijnaam van de boordeelhoudster.
De verkoop laat de levensstijl zien.
Duur, Europees, en ‘nagenoeg nieuw’ – dus het vertrek moet plotseling zijn geweest.

Intussen bleven er vreemde dingen gebeuren. Er ontstond een rel omtrent het gedrag van de depothouder van de Frozen Meat Company in Gang Aboe, meldde het Bataviaasch handelsblad:

  • Terwijl velen hun bedienden hadden gezonden ter verkrijging van vleeseh tegen contante betaling, vonden zij de deur van het depot voor hen gesloten: de ingang was alleen geopend voor heeren (?) die in eigen persoon vleeseh kwamen halen en voor wie natuurlijk de beste stukken waren.
  • De buiten staande inlandsche bedienden liet men heel kalm wachten.

Raarrrr.
En dan die huizen te huur.
Ik vermoed dat mevrouw de bordeelhoudster in 1886 ook de advertentie in de krant zag. En toesloeg. Het jaar erna komt het bordeel dus als hiervoor geciteerd in de krant.

Bordeel

Waar hou je op als je iets graag wilt weten? Ik kon ook in adresboeken kijken om uit te vinden wie er allemaal woonden, of in medische lectuur op zoek gaan naar beschrijvingen van enge Venusziekten (u weet) maar ik vond praktische informatie in de Verzameling van reglementen en keuren van politie. benevens verschillende andere politiebepalingen voor de residentie Batavia.
Batavia: Albrecht & Co, 1888.

Dus, het is actuele informatie voor die tijd.
De eerste artikelen over bordelen en ‘openbare vrouwen’ gaan over de registratie daarvan:

Art. 3. Iedere openbare vrouw is verplicht zich als zoodanig bij de politie aan te geven.
Art. 4. Wie zich als openbare vrouw aangeeft, wordt terstond onder een volgnummer in een register ingeschreven.

Ja, en dan? Zeker belasting betalen en door iedereen met de nek aangekeken worden. Geen aantrekkelijk idee. Aan een bordeel werden ook strenge eisen gesteld:

  • Art. 16. Geen bordeel wordt toegelaten:
  • 1e. dan indien zich iemand als houder of houderes aan het hoofd bevindt;
  • 2e. dan onder bekendstelling van het aantal vrouwen, hetwelk zich er in ophoudt of er toegang heeft;
  • 3e. dan op schriftelijke vergunning van het hoofd van plaatselijk bestuur, vermeldende de plaats van toelating, den naam van den houder, het aantal vrouwen en de dagteekening der aangifte.
  • De toelating van bordeelen geschiedt slechts op plaatsen, alwaar zij aan de gemeente geen aanstoot geven .

Ook hier weer: administratie, registratie. En waartoe? Zeker om allerhande boetes te kunnen betalen, want de reglementen reppen daar gretig over.

Mevrouw Kienkiep

Al met al kan ik me na dit speurwerk goed voorstellen dat mevrouw Kienkiep juist in Gang Aboe haar intrek nam. Weinig toezicht, dat had de recente geschiedenis wel bewezen. Ideaal voor een illegaal bordeel met opium- die combinatie was overigens ook al verboden.
Huizen die aldoor-aldoor te huur stonden.
Ze zag een kans en die nam ze.
En zo leerde ik haar toch een beetje kennen.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Ter ere van het prinsesje: de Juliana-boom in Semarang (1909)

‘Hulde aan het koningskind’, ergens in Indië, 1909. Kan dit Semarang zijn? Met een wel heel jonge waringin op de voorgrond. (uitsnede KITLV 27454)

Het prinsesje dat op 30 april 1909 ter wereld kwam heette Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië publiceerde een eerste impressie: ‘Hoogwaardigheids-bekleeders, die van de inschrijving in de registers getuigen waren, beschrijven de jonge Prinses als een er gezond uitziend mooi kind, met frissche roode wangetjes.’

Feest!

Krokodillenstad

Soerabaia was evenwel in de war, berichtte dezelfde krant:

  • In no time was de Krokodillenstad in feestgewaad; van alle gebouwen, behalve die van het. Gouvernement, en van de meeste woningen in de Europeesche, Chineesche en Arabische wijken werden Neerland’s driekleur en de Oranjewimpel uitgestoken.
  • Ook de kampongs vlagden en in allerijl werden hier en daar allerlei versieringen van groen, bloemen, enz. aangebracht.
  • Er ontstond een fameuse drukte op straat, want vele kantoren en fabrieken liepen uit, men dacht niet meer aan werken.
  • Een ieder tooide zich met driekleurige strikjes of Oranje cocardes; auto’s, wagens en dos a dos voerden ook vlaggen en wimpels; auto’s, met trompetters er in die al door toeterden, doorkruisten de straat, gaande een paar den kant van Grissee, Lammongan en Sedajoe en een paar dien van Sidhoardjo, Modjokertoh, Djombang uit om der bevolking dier streken kond te doen van de heugelijke gebeurtenis.
  • Alle scholen liepen ook uit, de kinderen juichten en jubelden met de ouden van da§en en zongen nationale liederen, dames en heeren in verschillende costumes en met vlaggen en bouquetten in de hand vlogen in auto’s door de boven- en benedenstad, een groote rood, wit en blauw geschilderde en vlaggen en groen versierde verhuiswagen voorde een 70tal pretmakende jongens en meisjes rond; kortom ’t was op straat, vooral in de buurt van Pasir Besar een en al leven e.n drukte en met groote moeite kon men zich door het gedrang van die duizenden menschen heen werken.
  • In de Concordia, de Simpangsche Club en de andere sociëteiten liep het vol evenals in het taartjespaleis van Grimm. In de restauratie van Hellendoorn en in de Eerste Indische Bierhal en menig glas werd daar geledigd op de gezondheid van de Koningin, de Koningin-moeder, Prins Hendrik en van het Prinsesje.
  • Het Oranje-huis was nu immers weer een telg rijk, die eenmaal regeeren zou over Nederland én zijn schoone koloniën.

Hoezo dan toch verwarring? Want: ‘de Gouvernements kantoren, fabrieken, enz. staken maar geen vlaggen uit, ook de kanonschoten bleven uit, ambtenaren en ofbeieren mengden zich niet in de feestvreugde, wat zou er wel gaande zijn?’
Ja, dat kwam door de bureaucratie. Er was nog geen hele serieuze melding in de vorm van een regeringstelegram binnengekomen. Dus dan is er officieel niets aan de hand. En toch werden de dag eerna hier en daar banken en kantoren gesloten. Een waagstuk.

Wilhelmina met haar dochter Juliana, Het leven, 1909.

Familienamen

De vreugde moet overstelpend groot zijn geweest, als we de krant mogen geloven. Mensen die weer durfden te geloven in het voortbestaan van het geliefde vorstenhuis. Het ging door. En Nederland bleef daardoor Nederland en Indië bleef daardoor Indië.
De namen van het prinsesje kon anno 1909 iedereen thuisbrengen.

  • Juliana, vernoemd naar Juliana van Stolberg, de moeder van Willem van Oranje
  • Louise, naar Louise de Coligny, de echtgenote van Willem van Oranje
  • Emma, haar grootmoeder van moederskant
  • Marie, haar grootmoeder van vaderskant Marie van Schwarzburg-Rudolstadt
  • Wilhelmina, naar haar eigen moeder

Die mooie vernoemingen, de verbinding met de voorgaande generaties, dat is thuis zijn in de familie. Met de vernoemingen kwamen de verhalen los over de vernoemden.
Een familie is meer dan een stamboom.
Namen en verhalen, een familie waarin het jonge prinsesje een eigen plaats had.
Met die verhalen was de Europese samenleving verknoopt; dat lieten de Oranje-feesten ter ere van Juliana goed zien. De Locomotief berichtte er zo uitvoerig over, dat ik alleen korte stukjes overneem voor het beeld.

Magelang

  • De eerste der drie feestdagen werd hedenmorgen geopend met het houden van eene groote parade welke door veel belangstellenden werd bijgewoond.
  • Alle burgerautoriteiten waren aanwezig, alsmede de Chineesche officieren en de regent met groot gevolg van Inlandsche hoofden. De parade werd gecommandeerd door overste Doorman en geïnspecteerd door kolonel Van Diermen.
  • Na afloop van het paradeeren liet de kolonel zijne bijzondere tevredenheid betuigen over de houding der troepen. Aan alle gestrafte militairen werd kwijtschelding der straffen verleend.

Batavia

  • Maar de groote attractie van Zaterdagavond was toch de algemeene verlichting.
  • En die was in de buurten dan, waar zich ons straatleven concentreert, werkelijk algemeen.
  • Op Noord- en Rijswijk had men er zeer veel werk van gemaakt; ook de toegangen tot de gouvernements gebouwen waren goed verlicht, voor het departement van Justitie was zelfs in artistieke licht-krullen aan de feestvreugde uiting gegeven.

Tjilatjap

  • In een oogwenk was alles algemeen bekend, het werd levendig op de straten, bevolking en militairen alles dooreen, gingen in optocht al joelende en vreugdekreten uitende langs de verschillende wijken, terwijl intusschen van de woningen de driekleur werd uitgestoken en men aanstalten maakte lampions en vetpotjes voor de illuminatie in gereedheid te brengen.

Semarang

In den loop van den ochtend vond in den Stadstuin eene eigenaardige plechtigheid plaats. Gelijk wij reeds mededeelden heeft de patih van Semarang, Raden Merto Admodjo, een herinneringsboom in den tuin doen plaatsen, een jonge waringin.
Deze „Juliana-boom” nu, op den dag der geboorte van prinses Juliana geplant, werd hedenochtend door den regent van Semarang, R. M. A. Poerbo Adiningrat, opgedragen aan het bestuur van den Stadstuin en de ingezetenen van Semarang. Alle Inlandsche ambtenaren en beambten woonden de plechtigheid bij. De regent, den heer Priester toesprekende, zeide:
Mijnheer de voorzitter van den Semarangscben Stadstuin!

(tekst gaat natuurlijk verder onder de foto)
De hele foto. Wat een bijeenkomst. ‘Als vertegenwoordiger der Inlandsche maatschappij heb ik de eer bij gelegenheid van de heugelijke gebeurtenis der geboorte van Prinses Juliana, welke de Inlandsche ingezetenen op ’t zeerst heeft verblijd u, als voorzitter van den Semarangschen Stadstuin, dezen waringin aan te bieden als blijvend aandenken aan het feit dat het voortbestaan van het Oranje-huis is gewaarborgd.
De groote deelneming der Javanen zal u ervan hebben overtuigd dat de voorspoedige bevalling van H. M. onze geëerbiedigde Koningin ons allen met blijdschap heeft vervuld. Er is geen kampong waar geen vreugde heerscht. Overal zien we eerebogen opgericht, overal wappert de Hollandsche driekleur, overal zijn de huizen desavonds eenvoudig maar feestelijk geïllumineerd en op vele plaatsen weerklinken de tonen der gamelan.
Zooals u weet is ’t een oud gebruik bij de Inlanders om bij zeer belangrijke gebeurtenissen een waringin te planten. Ook bij deze gebeurtenis willen ze uitdrukking geven aan den wensch, dat het der koninklijke familie in alle opzichten naar wensch ga, dat vooral de pasgeborene prinses in voorspoed moge opgroeien.
Mijnheer de voorzitter, op verzoek van de bevolking draag ik u dezen jongen waringin op en spreek de hoop uit dat deze boom een voortdurend teeken blijve van onze gehechtheid aan het Huis van Oranje-Nassau.
“Leve de Koningin! Leve de Prins! Leve de Prinses!” Na deze opdracht sprak de hoofd-penghoeloe een gebed uit, waarop de heer Priester den boom met een enkel woord aanvaardde.
Na elk dezer toespraken klonk het Wilhelmus.

Wat een dag, wat een golven van vreugde- en zou die waringin er nog staan? Msschien is de gehechtheid verminderd na alles wat er in de oorlog is gebeurd.
Maar dat was erna.
Anno 1909 golfde de vreugde, iedereen kende de moeder Wilhelmina, de vader Hendrik, de grootmoeder Emma, een familie waar je bij wilde horen, en dat kon, gemakkelijk, een oranje strik, een parade, een boom in de stadstuin, allemaal tekenen van verbinding, van samen zijn, van misschien ook wel deel uitmaken van de grotere familie. Zoiets gaat vanzelf als je de namen en de verhalen kent.

Praat met mij

Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

100 jaar geleden: medium mevrouw Akkeringa in Indië

Theosofische Loge te Bandoeng (KITLV 11853), circa 1920. In dit gebouw gaf mevrouw een lezing.

100 jaar geleden, in 1925, trok een siddering door Indië, want men wist, men hoorde, men las het in de kranten dat de bekende mevrouw E.A. Akkeringa-Kromme, psychometrisch medium, op tournee zou gaan. Zij wilde lezingen geven. Zij zou seances houden. Iedereen wilde erheen, natuurlijk, want haar naam was bekend van een eerdere tournee.
Al op 7 januari was bekend dat mevrouw Akkeringa in de Theosofische Loge te Bandoeng een lezing zou houden (toegankelijk voor leden en belangstellenden) en dat ze voornemens was Semarang en Deli te bezoeken.

De Locomotief dook er meteen in, wetend hiermee vele gretige lezers te trekken. In februari gaf mevrouw twee lezingen met seance. Aan degenen die het nog niet wisten, legde de krant uit wat dat nu was, een psychometrisch medium:

  • een helderziend medium, dat wanneer het in contact gebracht wordt met willekeurige voorwerpen, mededeelingen kan doen aangaande de menschen, die deze voorwerpen bezeten hebben.

Semarang

De krant bracht een bezoek aan mevrouw zelf, logerend in Hotel Tjandi. Daarvan kwam een reportage waarin zij – vermoedelijk op verzoek – niet rechtstreeks werd geciteerd. Bij alles wat ze deed en tot stand bracht, bleef mevrouw bescheiden op de achtergrond. Foto’s zijn dan ook niet of nauwelijks bekend. Dit vertelde de Locomotief na het gesprek:

  • Mevrouw Akkeringa wil ons geestelijke waarden brengen; zij wil zich vooral niet beschouwd zien als iemand die wonderen verrichten komt, doch zij wil de hoorders op de lezing, die zij zich voornam hier te geven, een blik geven in andere werelden dan die, waarin men allen leeft.
  • Wanneer zij met menschen in aanraking komt, geschiedt het bijna steeds dat zij naast dezen geesten waarneemt, geestverschijningen van afgestorvenen, zoo noemt zij ze. Deze geestverschijningen zijn het, waarop zij ons onder meer wil wijzen.
  • […] Deze geestverschijningen overigens zijn niet vaag en onbestemd, neen, zij merkt aan hen veel uiterljjke bizonderheden, die zij eveneens onder woorden brengt en de aanwezigen herkennen uit de beschrijving niet zelden gestorven verwanten.
  • In wezen beschouwt mevrouw Akkeringa haar mededeelingen aan de menschen van een religieuze strekking.
  • De seance, die zij aan een lezing verbindt, heeft slechts ten doel de hoorders te overtuigen van de waarheid harer woorden.

Algemeen handelsblad voor Nederlandsch-Indië, 2 februari 1925.

Verdere reclame was hierna uiteraard niet meer nodig. Iedereen had wel een voorwerp dat misschien iets kon onthullen, en menigeen verlangde naar contact met een dierbare, vragen te kunnen stellen wellicht, iets te horen hoe het nu was.
Loslaten is moeilijk.
Ik was zelf ook gegaan.

De seance

De Locomotief bleef mevrouw Akkeringa volgen. Daar hoorde ook een verslag van de avond bij. De krant had een reporter naar de avond gestuurd. Er was ‘buitengewoon groote belangstelling’ voor de lezing en de bijbehorende seance. Mevrouw nam in de zaal waar dat er ‘verschillende Intelligenties’ aanwezig waren, ‘de materialisaties van afgestorvenen’, legde de krant uit. Met als toelichting:

  • onder andere een oude dame, in het grijs gekleed die den indruk maakte alsof zij aan benauwdheden was heengegaan. Zij had een opgezet, eenigszlns bol gezicht, naar spreekster meedeelde, en duidelijk hoorde zij den naam Anna uitspreken. Den leeftijd kon zij bepalen op 62 of 63 jaar. Een dame in de zaal herkende in de beschrijving haar moeder.
  • Dan zag zij een jongen man, in militaire uniform, de pet stond wat scheef, hij maakte een onverschilligen indruk, het gezicht beschreef zij als langwerpig, het haar blond. Leeftijd 25 a 26 jaar. Zij hoorde den naam Wim zeggen. Een heer uit de aanwezigen stond op en zeide dat de beschrijving overeenkwam met een op dien leef tijd gestorven vriend van hem.
  • Nog beschreef mevrouw Akkeringa onder opgave van nauwkeurige gegevens vier andere intelligenties, die niet herkend werden.

De zaal moet ademloos geluisterd hebben. Zij zagen alleen elkaar, maar mevrouw daar, zij zag méér en wie? Dat moest je afwachten.
Was het dan toch zo, dat er een andere wereld was, dat iemand waar je van hield gewoon bij je kon blijven? Leverde mevrouw hier gewoon het bewijs?

Een hangertje aan een halsketting

De Locomotief, 5 februari 1925.

Toen kwamen de ‘psychometrische experimenten’. Mevrouw Akkeringa kreeg een voorwerp en vertelde wat in haar opwelde. De Locomotief: ‘Veel werd onmiddellijk door den bezitter als juist toegegeven, veel bleef onbekend.’ En soms, had de krant eraan toe kunnen voegen, was het ook onthullend en schokkend. Dat was zeker toen mevrouw een hangertje aan een halsketting in haar hand kreeg. De reporter van de Locomotief moet de vingers blauw hebben geschreven, gezien het uitgebreide en woordelijke verslag:

  • Die het draagt leeft nog?
  • Neen.
  • Maar dit moet door iemand gedragen zijn, die nog leeft. Hoeft uw vrouw het gedragen?
  • Ja.
  • Zij is ongeveer drie jaar dood.
  • Iets langer, merkt de bezitter op.
  • Goed, maar die het het laatst gedragen heeft leeft nog, dat weet ik heel zeker. Wie is er bij u in huis, die uw huishouden doet? Kan die het niet gedragen hebben?
  • (Dame naast bezitter knikt van ja).
  • Maar het moet ook nog door een derde gedragen zijn. Kent u een vrouw, ik zie haar, wier haar hoog is opgemaakt, zij heeft wat hoogroode wangen… Wie kan dat zijn?
  • Dat zou de pleegzuster kunnen zijn die mijn vrouw vepleegde, luidt het antwoord.
  • Uw vrouw had een buiklijden, is dat niet zoo?
  • Ja.
  • Zij heeft het lang voor u verborgen gehouden. Ik zie haar terwijl ge op kantoor waart moe en pijnlijk liggen en tegen dat ge terugkomt, opstaan en zich flink houden. Zij heeft een strenge opvoeding gehad niet in een gesticht, maar toch in een plaats, waar strenge orde heerschte. Daar leerde ze zich beheerschen tot zij niet meer kon en moest gaan liggen. Er kwam iemand bij u in huis, waarvan uw vrouw zeer geschrokken moet zijn. Ik zie zelfs afpersing, zij moet geld geven, doch geeft niet toe. Wie kan dat zijn?
  • (Dat weet ik niet)
  • Heeft de pleegzuster dit kettinkje aangehad? Is zij in uw huis geweest, nadat uw vrouw stierf?
  • Ja… wel eens.
  • Vraagt u maar na. Twee menschen moeten het gedragen. Ik zie meer, vertel dit hier liever niet. Komt u maar eens bij mij, als u meer weten wil…

Spiritistisch Onderzoek

Zo was mevrouw Akkeringa dus ook: wetend wanneer ze discreet moest zijn. Ze trad weliswaar in de openbaarheid, sprak over geesten, leek toegang te hebben tot een wereld die voor anderen onzichtbaar was en toch: ze liet zich niet op haar gave voorstaan. Ze trad niet in discussie met de onvermijdelijke vragenstellers of dit wel waar kon zijn. Ze bood haar kennis en inzichten aan, ter lering, aan het publiek en aan organisaties zoals de Bataviasche Spiritistische Vereeniging.
In juli van datzelfde 1925 was ze als erelid aanwezig op de vergadering van de Nederlandsch-Indische Vereeniging tot Voortzetting van het Spiritistisch Onderzoek, die toen zestig leden ontving. Een vereniging met ambitie, als zustervereniging verbonden met Harmonia (Den Haag) waar mevrouw Akkeringa lid van was.

Harmonia bestaat overigens nog steeds, gevestigd in Den Haag. Ze houden bijeenkomsten en seances. 
Misschien ga ik er een keer heen. Als ik durf.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Het schandaal van ‘Totok en Indo’ (1915)

Het ijdschrift Eigen Haard publiceerde deze foto met het merkwaardige bijschrift: “Van links naar rechts: Herman Indo (N.N.) en Cornelis Indo (Kloppers)”.

Het toneelstuk Totok en Indo, een Indische idylle begon zo goed. Een beroemde regisseur (Eduard Verkade), een ster in een van de hoofdrollen (Annie van Ees) en dan nog eens in mei 1915 de première in den Haag, waar het Indische leefde. Het Bataviaasch nieuwsblad schreef over een ‘stampvolle zaal’, bloemen, en hoe het publiek riep om de auteur, Jan Fabricius, die op het toneel verscheen en zich ook al liet huldigen.

Die avond begon het schandaal nog net niet.

Kampong

Wel begon er iets te broeden dankzij de Sumatra-post, als altijd messcherp. In de rubriek Haagsche Brieven ging alles over de hekel: de schrijver, zijn toneelstuk en ook het Haagse publiek:

  • Oud en jong Indië is er de kampong voor uitgeloopen.
  • Gepensionneerde generaals hebben hun knevel den martialen streek gegeven, oud-residenten hebben afspraakjes gemaakt op de club, B. B.- en andere Oost-Indische-ambtenaren-met verlof zijn er als de kippen bij geweest, en al de Toeties en Nons en Francines hebben ’t aan ma gevraagd of ze mochten.
  • Zoo leuk, ja?

Indo

Het toneelstuk was licht en komisch bedoeld, zijnde ‘een koloniaal stuk-met-een-strekking’, gesitueerd op een koffie-onderneming te Java. Liefde, onderlinge haat en nijd, carrières, op zich een interessante mix. Waar het pleizier van de een en de pijn van de ander in zat, dat was in te tekening van Herman, de Indo uit de titel. De Sumatra-post:

  • We krijgen proeven van klassieken lndo-Nederlandschen briefstijl, bloemrijke verhalen van branden en jachten met al de potsierlijke wendingen, komische klanknabootsingen, hevige geste, levendige mimiek.
  • En die is vaak onweerstaanbaar grappig…
  • En toch zou het niet sympathiek zijn, een kriebelig gevoel van onvoldaanheid en… (ik weet er geen ander woord voor) kwajongens-achtigheid bij ons achterlaten, wanneer we niet anders hadden gekregen dan dit.
  • ’t Is zoo goedkoop, niet waar, te lachen om wie buiten eigen schuld zich lachwekkend gedraagt.

In dat woord ‘lachwekkende’ zat een staartje koloniaal venijn. Hoezo was het grappig, als iemand de Nederlandse taal niet volmaakt beheerste?
Dat Jan Fabricius dezelfde Herman tekende als artistiek begaafd, deed daar eigenlijk niets aan af, vanwege zijn woordkeus: ‘Een warm oostersch gemoed zingt zich uit en ontroert ons. Dit zijn de liederen, bedwelmend als de geur van de bloeiende koffie en verlangend als vogelgeroep in het oerbosch… ‘
De krant meldde ook dat er plannen waren het stuk in Indië op te voeren, als het gezien de ontwikkeling van de oorlog – het was wel 1915 – mogelijk was.

Rancune

Nieuwe editie Sumatra post, nieuwe inzichten. Op 3 juni schrijft de krant dat het toneelstuk bij de Indische gemeenschap in Nederland ‘groote ontstemming’ heeft gewekt. Er zijn dan al wat stukken in de pers verschenen die zich verzetten tegen een toneelpersonage als de Indo Herman.
Men voelt zich gekwetst.
Gegriefd.
Het is eenzijdig, overdrijving, generalisering, ‘een klap is het aangezicht van de talrijke Indo’s, die in ontwikkeling niet onderdoen voor vele Hollanders, al is hun gelaatskleur donker en al behoudt hun uitspraak van het Hollandsch vaak—lang niet altijd—nog het vreemde accent.’
En zoiets versterkte ‘de toch al aanwezige rancune tegen den Totok.’
En wat de Indo in Indië betrof, citeerde de Sumatra post, Mr. C. Th. van Deventer uit de belangrijke Haagse krant Het Vaderland:

  • Er is op Java geen gouvernements- of particulier kantoor, geen onderneming en geen fabriek zonder Indo’s onder het personeel en ik durf zeggen, dat de overgroote meerderheid hunner aan de hun gestelde eischen voldoet, ja, dat er haast geen kantoor in Indië te vinden is, of het telt onder zijn personeel een of meer Indo’s, die voor den goeden gang van zaken onmisbaar zijn.
  • Dat zij niet allen onberispelijk Nederlandsch spreken moge waar zijn, maar er staat tegenover dat zij in het spreken van inlandsche talen de totoks verre de baas zijn.

Soerabaja

Het toneelstuk was in boekvorm te koop. Bataviaasch nieuwsblad, juni 1915

Iedereen vond er wat van en zoals dat gaat met een schandaal, wilde iedereen er meer van weten. De zalen zaten vol bij elke opvoering. Mevrouw Van der Steen rook geld en ze kocht de rechten aan, om het in Soerabaja op te laten voeren. Wel onder een nieuwe titel:  Een planters-idylle. Zinloos, iedereen wist de eigenlijke titel.
En, zo schreef de Sumatra post, ‘ Vele kwetsende passages waren geschrapt’.
Maar ook hier zat de zaal vol. Ook vanwege de sensatie natuurlijk, de acteur die Herman speelde had dreigbrieven ontvangen. Er was ook sprake geweest van demonstraties. Acteurs hadden na afloop politie-begeleiding nodig; er dreigden opstootjes.
Misschien lag het extra gevoelig dat hier wel Indische acteurs de Indo-personages speelden. In Nederland was dat, getuige het donker geschminkte gezocht op de foto hierboven, voor Herman een Hollander geweest, en daarbij nog eentje die anoniem wilde blijven. N.N. wie was dat?

Kassa

Een succes-auteur als Jan Fabricius was weinig ontvankelijk voor dit soort maatschappelijke commotie. Het jaar erna publiceerde hij het toneelstuk Dolle Hans, met in de hoofdrol een driftige (‘dol’) Indische militair. Zijn kassa moest rinkelen, evenals die van schouwburgen en ook dit toneelstuk bracht weer het een en ander teweeg.

Emancipatie

Maar het was wel gebleken dat Indië zich niet alles meer liet zeggen. Want dat toneelstuk moest aangepast worden, om erger schandaal te voorkomen. En toch deed het pijn. Of juist. Een teken aan de wand.
De Indo-emancipatie was aan het toenemen, ook al liet de oprichting het grote Indo-Europese Verbond (IEV) nog vier jaar op zich wachten. Het gevoel was er al wel: wij hoeven ons niet meer alles te laten zeggen.
En zo was het ook.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Workshop damesromans: liefde en wraak

Waren vrouwen werkelijk altijd het slachtoffer in het oude Indië als het aankwam op liefde en huwelijk? Dat staat te bezien. Uit Indische damesromans valt veel te leren over wat vrouwen er zelf van vonden.

Met oud bedoel ik: van voor de Eerste Wereldoorlog. En na de opening van het Suezkanaal – dan gaan veel Hollandse vrouwen naar de Oost, met in hun koffers over-fatsoenlijke normen en waarden en over het algemeen met weinig idee van wat ze te wachten staat.

Vrouw-zijn

Een vrouw trouwt met de handschoen en vertrekt.
Ze gaat als gouvernante.
Of ze is vrouw-van, moet zijn waar haar heer-gemaal is (o, de huwelijkswetten van weleer) en begrijpt in de regel veel meer van de zogeheten ‘Indische toestanden’ dan meneer thuis zich kon voorstellen. Zij zag, begreep en wist. Omdat hij dacht, daar is mijn vrouw te fatsoenlijk voor, en omdat zij dacht het is toch een man.
En dan begrijp je als vrouw-zijnde het een en ander van wat een njai is, waarom zij tot vergiftigen kan komen (en waarmee), en ook voel je dieper wat het voor een jongen kan betekenen als zijn vader, een indrukwekkend militair, hem niet erkent als zijn zoon.
Allemaal pijnlijke toestanden.
Heerlijk om over te lezen.
Zo informatief ook.
Daardoor kan ik inmiddels veel leed aanrichten met bamboevezeltjes, gesteld dat ik een man elke avond moest voorzien van eten.
Just sayin’.

Ladylike

Ik ben al jaren en jaren in de ban van deze romans. Voor mij zijn ze een spiegel van huwelijk en liefde, wat nooit hetzelfde is. En ik ontdekte daarin hoe vrouwen weliswaar door de wet een minder soort persoon zijn, maar ze altijd sluipweggetjes weten te vinden om hun eigen wens en wil te laten gelden.
Hoe dan.
Staat in die romans.

Ze hebben hun naam niet mee: damesromans heten saai te zijn, niet echt mee te tellen, melodramatisch en ongeloofwaardig te zijn.
Mwah.
Ligt eraan hoe je leest. Waar je aandacht naar uitgaat. Wat je weet van de auteur, de historische context.
Europese vrouwen werden destijds zelden veroordeeld voor moord. Wel werden er opvallend veel vrouwen krankzinnig verklaard. Ik zeg: 1+1=2. Want destijds was het niet ladylike om met stemverheffing te spreken, laat staan te schreeuwen, laat staan om de echtgenoot naar de hemel te helpen.
Want wat moest een familie als er een vrouw was overgegaan tot… doodslag, moord wellicht?
Opties:

  • naar de familie in Nederland sturen
  • naar een sanatorium sturen: liever gek dan crimineel
  • bij lieve mensen laten ‘verplegen’, nou dan weten we het wel

Hopelijk denkt u nu: daar zou ik wel meer van willen weten. En dat kan. Want aanstaande woensdag, dus 18 december 2024, geef ik ’s middags in het Haagse Klokhuis een workshopmiddag. Eerst geef ik een inleiding op de damesromans met inspirerende ik bedoel boeiende case story’s over liefde en wraak en vergiftigen. Ik lees ook enkele fragmenten voor uit die romans.

We volgen een Indische lijn. De situatie is dan als volgt: een Europese man heeft een njai. (en zij heeft hem) Er komt een kind. En aan de horizon dreigt een Europese echtgenote te arriveren. Wat nu, wat zijn de gevoelens en de overwegingen? We duiken in de emoties van weleer.

Dus het gaat over:

  •  voorkinderen, wel of niet erkennen, hoe is dat
  •  de Europese vrouw en de njai
  • vergiftigen ja of nee en hoe dan (met voorbeelden)

Na de inleiding pauze.
En dan komt het deel van dieper begrijpen want ik ga u leren een mini-verhaal te schrijven in de stijl van de damesromans. Gaat stap voor stap, we doen het samen, en het is leuk en leerzaam ook nog eens.
Bent u een hele middag onder de pannen. Het is nog gratis ook.
Voor de duidelijkheid, dit is niet online. We zitten straks in een soortement huiskamer, ook goed voor de sfeer, er zijn schemerlampjes. Puntje is wel dat het snel vol zit en het is al aanstaande woensdag. Er zijn maximaal 12 stoelen en ik wil ook zitten.

Extra fijn:  u kunt gewoon komen. Geen huiswerk, geen voorbereiding, u hoeft geen voorkennis te hebben, het gaat gemakkelijk en vanzelf die middag.

Voor wie is het?

  • voor iedereen met belangstelling voor oude Indische romans, voor de letteren van toen
  • u heeft een voormoeder in de generaties
  • eigenlijk weet u weinig van de oude damesronans, behalve dat er grote kans is dat ze in uw familie toen heel vroeger werden gelezen
  • u heeft zin in een gezellige middag die ergens over gaat
  • of.. u heeft altijd al belangstelling gehad voor liefde en lust en alles wat erbij komt kijken

Een gezellige en informatie middag

De workshop is verplaatst naar februari 2025, wilt u een vrijblijvend berichtje?

Voor de pauze: inleiding op deze damesromans. Na de pauze help ik u stap voor stap een mini-liefdesverhaal te schrijven, over liefde, lust en… wraak.  Allemaal verzonnen, en u neemt iets leuks en moois mee naar huis.

Hou me (vrijblijvend) op de hoogte

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Heeft u nog vragen of opmerkingen?

toegang: Gratis
Aanvang: 1400 uur, tot circa 1630 uur
Locatie Het Klokhuis is gevestigd op de Celebesstraat 4, 2585 TJ in Den Haag
Attentie: er is beperkt plaats, vol = vol.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

“Toen voelde ik de familieverbondenheid” (interview)

Rita de Jong Andela schreef het verhaal van haar familie op. Het boek verscheen op de dag van haar 70ste verjaardag, tijdens een feestelijke middag. In Lijsterbeslaan 149. De reis van Willem Oepke Andela, een gleibakker uit Bolsward en zijn Indische nazaten beschrijft ze niet alleen de verschillende generaties, maar het doorwerken ervan. Een interview. En met een beetje trots, want ik heb geholpen met persoonlijke schrijfcoaching.

  • Je eigen boek de wereld insturen, dat is nogal wat. Hoe heb je dat aangepakt?

Op mijn verjaardag, alleen met intimi. Ik was niet zenuwachtig, daar was ik blij om. Heel wat mensen wisten nog niet dat ik öok op die middag mijn boek ging presenteren. Geleidelijk werd dat duidelijk, want op het scherm vertoonde ik foto’s van de boeken. Op een gegeven moment hoorde ik: ‘Oh, is het klaar?” Dat verrassingselement was heel leuk.
Het was ook vertrouwd, met vrienden en familie. Voor de presentatie had ik drie passages uit het boek gekozen, die belangrijk waren in mijn leven en waar ik iets meer over wilde zeggen.
De tweede passage ging over mijn ouders. Mijn vader wilde destijds niet naar Holland en mijn moeder wilde beslist wel. Ik schrijf over haar pogingen om hem elke dag de formulieren te laten tekenen, om hem toch zover te krijgen. En over hoe belangrijk die beslissing is geweest voor ons leven.
Zoals wij daar bij elkaar waren, hadden we voornamelijk Indische ouders die die repatriëring hebben meegemaakt. Dat is bepalend is geweest voor ons.

  •  Hoe voelde het, om dat met een aandachtig publiek te delen?

Rita de Jong Andela, een Indisch meisje van 70 presenteert haar familiegeschiedenis.

Ik werd er blij van. Trots.
Dat ik kon laten zien dat het familieverhaal af was. Ik had het me voorgenomen, ik heb het gedaan, ik heb het afgemaakt. Het boek lag er. Waar ik ook blij van werd is dat iedereen blij was voor mij. Ik kreeg veel lieve reacties en ik voelde daarin de familieverbondenheid.
De moeder van een nichtje kon er niet bij zijn, en het nichtje wist zeker dat haar moeder het graag wilde lezen. Een aangetrouwde oom zei: ‘Dit neemt mij helemaal mee terug naar hoe het vroeger was.’ Hij bedoelde het samenzijn, het volle huis, de kinderen met het bord op schoot etend, zittend op de trap naar de eerste etage. De gezelligheid, want dat was er ook.

Voor de jongere generaties

  •  Dat is goed gelukt dus: herinneringen bewaren. Maar willen de jongere generaties uit de familie dit ook lezen?

Dat weet ik nog niet. Een zwager zei stellig: ‘Er komt een moment dat ze nieuwsgierig worden en dan zien ze jouw boek op de plank staan. Misschien lezen ze niet elke pagina intensief, misschien alleen waar ze zien: dit gaat over mijn moeder, over opa en oma.’ Dat hoop ik. Op dit moment is de jonge generatie druk is met haar eigen leven: werk, opgroeiende kindertjes, hobby’s, sport, activiteiten. Het familieverleden neemt nog geen plek in hun dagelijkse gedachtegoed. Maar straks vermoedelijk wel.

  • Je hebt ook over moeilijke stukken geschreven, zoals hoe je vader was, als vader in het gezin. Kunnen die jongere generaties dat gaan begrijpen?

Ze kennen dat soort situaties helemaal niet, een vader die zo uit de oorlog in Indië kwam. Maar ze kunnen het wel meevoelen, denk ik. Ze zien ook zoveel oorlogsverhalen op de televisie, met alle beelden die erbij horen. Maar misschien doe ik ze te kort. Er is ook een groot deel van de derde en vierde generatie die actief op zoek is naar het verleden.
Mijn generatie begrijpt het meer. Een vriendin van mij vertelde dat ze bij bepaalde passages over mijn vader moest huilen, omdat ze het herkende van haar eigen vader.

  • Ben je al met al tevreden?

Tevreden is een groot woord. Wat het me vooral heeft opgeleverd, is dat ik mijn vader een stem en gezicht heb gegeven. Dat was niet de vooropgezette bedoeling. Na de scheiding van mijn ouders is mijn vader voor 90 procent uit beeld verdwenen, zowel in de familie, als in het leven van zijn kinderen. Met je verstand weet je dat iemand die de oorlog heeft meegemaakt er beschadigd uit komt en daarom tot een zeker handelen komt. Dat weet je dus met je verstand, maar…
Voor dit boek kon ik hem zijn verhaal zèlf laten vertellen, omdat ik het psychiatrisch rapport van professor Bastiaans had. Het was zijn stem, die in dat rapport was vastgelegd. Zijn visie. Dat heb ik opgenomen, omdat ik voelde dat hij er recht op had, ongeacht wat er in het gezin is gebeurd.

“De vader blijft een manco vertonen”

  •  Toch is het vooral jouw verhaal geworden. Dat was de opzet.

Klopt. Alleen had ik niet verwacht dat hij er zo’n prominente plek in zou krijgen en wat voor effect het op mij zou hebben. Ik heb meer vrede gekregen met de man die hij was. Ik zeg niet: met de vader. Wel: met de man. De vader blijft een manco vertonen.
Lang geleden heb ik daar al een streep onder kunnen zetten. Wrok had ik niet mee. Maar iets bleef toch schrijnen. Dat is het kind in me. Nu kan ik ook mededogen voelen met hem. Hij had ouders die niet naar hem omkeken, rolde als jongvolwassene de oorlog in, verloor zijn vrouw en zijn kinderen. Hoeveel kan een mens hebben?
Als ik het dramatisch mag zeggen, als je doodgaat zonder ooit mededogen te hebben gevoeld met een ander, en in dit geval zelfs met mijn eigen vader, dan ga je arm dood.

  • Hoe ga je nu verder? Komt er een nieuw boek aan? Misschien over je vader, de biografie?

Misschien. Maar ik moet eerst meer onderzoeken. Maar uitgeschreven ben ik niet, dat weet ik zeker.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Wat kunt u wèl doen in december? (tip)

december

December komt elk jaar sneller, lijkt het. Wat, alweer pepernoten? Ja, en een dag later denken we aan de Kerst, alweer een jaar voorbij en terugkijken en vooruitkijken, en het is net of er heel december geen dag meer is om zelf rustig adem te halen.

Niet gaan somberen, hoor. Kijk naar wat er wèl kan. Dat probeer ik ook te doen. Ik heb een voorstel.

Hoe vind u die foto bovenaan? Die kwam ik tegen in een oude Indische krant. Kindertjes die wat inspreken voor hun vader die, naar alle waarschijnlijkheid, in de Politionele Acties zat. De krant is van 6 december 1947. Tegen Kerstmis dat jaar zal de opname van hun stemmetjes worden uitgezonden via Radio Batavia.
Samen rond de boom lukte niet.
Maar dit lukte wèl.
Voorbeelden uit het verleden die een beetje pijn doen, om alles, daar leren we het meeste van.
Ik wel.

Aandacht

Juist in deze tijd zijn we wat emotioneler, ik in elk geval wel. Ik hoef maar één foto van iemand in een bed op de intensive care te zien, en ik ben al bang voor mezelf en mijn dierbaren. Die muziek in de supermarkt maakt me zenuwachtig.
Het betekent dat ik mijn aandacht naar iets anders moet brengen. Want wat ik aandacht geef, dat groeit.
Dus: iets doen, actie, zelf de baas zijn over de dag.

Nu komt mijn voorstel.

Herinneringen

Wanneer u ooit gedacht heeft aan het opschrijven van uw familiegeschiedenis, dan is juist december ideaal om aan anderen informatie te vragen. Door de emotie komen nogal eens wat herinneringen boven borrelen. We kijken allemaal terug en zijn blij als we dat kunnen delen. Dit is ideaal als u een beetje opziet tegen de drukte van bijeenkomsten, ook al zijn ze nog zo gezellig.
Mijn voorstel is: u maakt voor elke bijeenkomst een plannetje. Als volgt.

Kies een oude foto uit waar u vragen over heeft of over zou kunnw stellen als begin van een gesprek. Een oude foto. Daarvan maakt u een kopie, flink groot en u schrijft op een vel papier vragen. Nummer ze. Eerst de gemakkelijke. Daarna de moeilijke.
Nu zijn er twee opties.

    1. Ofwel de vragenlijst neemt u mee als spiekbriefje naar het diner, de avond of de dag van de bijeenkomst.
    2. Ofwel u stopt de lijst in een envelop en stuurt deze met een print van de foto aan een of meer
      familieleden die u straks zult zien. “Als er een momentje voor is.”

Nou, met uw lijst spannende vragen komt dat momentje er zeker weten. Dat wordt wat.

Wat voor vragen?

Vragen kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • wie maakte de foto
  • wie staan er wel op
  • wie niet en hoe kan dat
  • welk jaar is dit
  • wat gebeurde er toen nog meer
  • over wie waren er toen zorgen in de familie
  • wat was het fijnste uit die tijd
  • aan wie stuurden de personen op de foto brieven (en waar zijn die brieven nu)

Onderaan de vragenlijst zet u als uitleg dat u het verhaal van de familie voor uzelf op een rijtje aan het zetten bent. Dat is nodig, want veel mensen worden zenuwachtig van vragen. Dan denken ze hun antwoorden morgen op het internet te lezen. Wees dus voorzichtig met elkaar.

December is de ideale maand om juist herinneringen op te halen en te verzamelen. Doe het dan ook. Deel wat herinneringen, vraag wat herinneringen. Wie weet wat voor moois er uit kan voortkomen, juist nu.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Als de kinderen niets vragen en niets willen weten

“Het interesséért de kinderen gewoon niet,” zei de Zeer Oude Mevrouw tegenover me. Ik vroeg hoopvol hoe oud ze waren. “Nog geen vijftig,” zei ze.
En ik: “Dan kan het best later komen, hoor.” We keken elkaar even aan en wisten wat de ander dacht: of zij er dan nog zou zijn om hun vragen te beantwoorden.
Maar zoiets zeg je niet hardop.
De Zeer Oude Mevrouw behoorde tot de Eerste Generatie.
Haar kinderen waren toen drukdrukdruk: met de kinderen, met werk, met zichzelf, met alles.
Dat snapte de mevrouw en ik ook.

Stapje vooruit in de tijd naar nu-vandaag.
De Tweede Generatie is in een rustiger fase gekomen.
Kinderen de deur uit. Tijd voor nadenken. Dan: alwéér een rouwkaart met een uitnodiging voor een uitvaart.
Dan voelt een mens: straks ben ik aan de beurt, en wie ben ik eigenlijk? Waarom heb ik met een half oor naar al die familieverhalen geluisterd zonder wat op te schrijven? Aan wie kan ik nog wat vragen?
Zelfverwijt. Schuldgevoel. Maar ook: verlangen naar wel-weten. Dat is een gevoel waar liefde in zit: liefde voor de vorige generaties, liefde voor de familie, liefde voor het Indische.

Aanpassen

Misschien is het niks-opschrijven van eerder wel een compliment voor de opvoeding. Destijds was de Tweede Generatie jong en wat was toen het motto?
“We zijn nu hier, in Nederland.”
Het aanpassen en meedoen lukte vaak goed. Plus dan het vaak drukke leven met werk en gezin.
En nou ja, dat drukdrukdruk.
Pas wanneer het leven verandert, geleidelijk of met een klap, komen de vragen.
Waar moet je beginnen als volwassene, met weinig kennis en er is niemand meer van de oudste generatie?
En dan is er de derde generatie, en de vierde, druk met theaters en podcasten en wat al niet, maar wat weten zij eigenlijk van hun eigen familie?

Tweede Generatie

Ik ben wat peinzend, dat merkt u wel. Een beetje melancholiek. Het einde van het jaar nadert, dan heb ik dat nogal. En het komt ook door wat ik in mijn leven heb en dat zijn gesprekken met de Tweede Generatie.
Die kinderen van weleer.
Ook de derde en vierde generatie meldt zich nu bij me aan.
Hoe verder weg van Indië, hoe groter de belangstelling en hoe minder vermogen tot duiding.

Het komt dus nu vooral aan op de Tweede Generatie.
Bewaren, doorgeven, bewaren, doorgeven.
Alléén voor wie het Indische verhaal belangrijk vindt, inclusief oorlog en wat dat teweeg kan brengen tussen ouders en kinderen.

In mijn coachingsessies hoor ik daarover veel. Wat me steeds verrast is hoe ver herinneringen kunnen teruggaan: als u iets over uw vader weet, dan weet u ook vast iets over zijn vader en hopelijk ook over diens vader. Zo ook via uw moeder.
Dat zijn al drie generaties.
Is dat belangrijk genoeg om op te schrijven?
Dat dacht ik wel.
U bent de expert, want u weet het uit de eerste hand. Die familieverhalen kunnen zomaar uit uw geheugen komen; in een half oor past veel informatie.
En de ene herinnering haalt de andere op.

Antwoorden

Dus ga graven, bedoel ik te zeggen, in uw geheugen, schrijf op wat u wèl weet. Kijk in de toekomst en weet: op enig moment wil de jongste generatie weten waar ze thuis horen in de familie, op wie ze lijken. Dan zijn uw verhalen van belang. Daar zitten de antwoorden in.
Beter een half oor dan geen oor.

Doe mee:
Easy peasy. 5 stappen om uw familieverhaal (eindelijk) op papier te zetten
Het webinar is maandag 9 december 2024, ochtend (10.00 uur) en avond (19.30 uur).

Meer lezen:  via de link, klik hier en lees.

Meteen aanmelden kan ook:

Ja, ik ga mijn familieverhaal eindelijk opschrijven, ik ben er bij

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Uw aanmelding komt bij mij en dan mail ik u terug.

Iets over een kamerscherm en gouden kebaja-speldjes

“O, dat is al zo oud,” zei Tante Anneke, ietwat beverig wuivend naar het kamerscherm. “Mijn moeder heeft dat een keer laten maken bij een Chinees.”
“Het is prachtig,” zei ik vol bewondering.
Tante Anneke: “Jaja.” Zelf keek ze er al decennia naar. Dan is het nieuwe er wel af.

Ik was destijds bij Tante Anneke om te praten over het leven van haar moeder, de kruidengeneeskundige mevrouw Kloppenburg. Af en toe reisde ik naar de flat bij Arnhem, waar ik in het schemerlicht luisterde naar verhalen over Indië. Soms zag ik in dat halfduister iets opflonkeren, iets uit de oude tijd.

Kebaja-speldjes

Een ver achternichtje van mevrouw Kloppenburg liet me kebaja-speldjes zien, ook van vroeger. Ze opende haar hand en ik zag ze glanzen, de gouden sieraden, betoverend door de kostbaarheid van herinneringen, aanwezig in die kleine speldjes. Ik wist wie de kebaja had gedragen, dat was Lucy, het lievelingszusje van mevrouw Kloppenburg. Dat is het ontroerende van familiestukken: er zitten familieverhalen in.

Ik mocht de speldjes even in mijn hand nemen, ze lagen er als kleine stille getuigen van een vervlogen tijd.

Dat Tante Aneke nu in de hemel is, weet ik zeker. Maar waar het kamerscherm is, dat weet ik niet. De gouden speldjes zijn vast bij een ander achternichtje. Er is nog zo heel veel dat van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven, vaak met hele of halve verhalen erbij, die elkaar ook nog eens kunnen tegenspreken. Wat moeten we daarmee, met zulke verhalen?

Geheugen

Die familieverhalen hoorde ik van Tante Anneke. Ze was de jongste dochter uit een groot gezin, en in haar leven had ze geluisterd naar verhalen van haar grootmoeder, moeder en oudere zusters. Ze wist nog veel. Anekdotes. Details. Wat het ene familielid van het andere familielid vond. Wat ze als jong meisje wel en niet had gemogen, omdat ze een meisje was. Hoe streng haar moeder altijd was: “We mochten geen staltaal spreken.” Waarmee ze bedoelde, altijd Algemeen BeschaafdNederlands (ABN), ver weg staand van het Nederlands dat bedienden spraken.

Haar geheugen leek uitstekend en toch had ik er in mezelf vragen over:

  • is een familieverhaal na drie generaties doorgeven nog betrouwbaar?
  • kun je ook een herinnering van een ander als het ware erven, zodat het net is of je het zelf hebt meegemaakt?
  • wat  betekent het als het geheugen de ene keer dit geeft als waarheid en de andere keer dat als waarheid?

Daar ben ik nog niet uit, maar misschien kan de techniek me helpen.

Casettebandjes

De gesprekken heb ik indertijd opgenomen, ze staan op casettebandjes. Nu zijn dat ouderwetse dingen. Ik bezocht een technische winkel waar ik als oude mevrouw advies vroeg. Nu heb ik een apparaat waarmee ik die bandjes kan digitaliseren. “Het wijst zich vanzelf,” zei de jonge verkoper monter.

Daar hoop ik op. Want dan kan ik de verhalen opnieuw horen, woord voor woord, en dan weet ik weer wat de jongste dochter van mevrouw Kloppenburg vertelde.

 

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Easy peasy. 5 stappen om uw familieverhaal (eindelijk) op papier te zetten

Easy peasy. 5 stappen om uw familieverhaal (eindelijk) op papier te zetten. Zijn die er echt, die vijf stappen? Ja, tuurlijk. Wat die zijn, ga ik u uitleggen.

Uitleggen in een workshop, bedoel ik. Het gaat online, dus u hoeft nergens heen. Via een webinar ga ik straks uitleggen hoe u een familieverhaal begint, wat voor structuur u kunt gebruiken, wat de valkuilen zijn en wat de vijf belangrijkste stappen zijn die u kunt zetten om van leuk-idee naar het-is-af te komen. Dus. belangrijke informatie.

Heerlijk

Ik heb er zin in.
Ook omdat er steeds meer belangstelling is  voor het familieverhaal met Indische elementen, of helemaal Indisch, en de doorwerking ervan. Tegenwoordig lees ik elke week honderden pagina’s die mensen schrijven; het is heerlijk werk dat schrijfcoachen.

Dit jaar verscheen mijn boek over de Atjeh-generaal Van Daalen en inmiddels ben ik aan een nieuw boek begonnen. Weer piekeren over hoe te beginnen, waar toch informatie vandaan te halen, bij elk boek zijn het weer dezelfde vragen die zich aandienen. Dat weet u waarchijnlijk ook.

Mijn kennis van het schrijven komt uit de praktijk.
Want ik schrijf dan wel steeds weer een biografie, dus een levensverhaal van 1 persoon, maar de familie komt er ook bij.
In het nieuwe boek schreef ik over de vader en de oom van generaal Van Daalen, die een sterke invloed op hem hadden. Ook noemde ik even een grootvader, die ook een eigen invloed had. En dan zijn moeder. Dus ja, ook weer familie.

Wij zijn deel van een generatie

Niemand is een eiland. We zijn allemaal deel van een generatie, en we hebben generaties voor ons en soms ook na ons. Dat kan een verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Als u de verhalen niet doorgeeft, wie doet het dan wel? Wie kan het?

Weten waar je vandaan komt

Aan de reacties die ik in de loop der jaren heb gekregen merk ik dat het steeds belangrijker wordt voor mensen om het familieverhaal op papier te kunnen zetten. Drie, vier generaties met naam en toenaam, met grappige of droevige weetjes erbij.
Ik hoor dan hoe belangrijk het is. Dat snap ik.
Herinneringen en familieverhalen gaan over wie we zijn, en waarom we zo zijn. Het zijn feiten, maar vooral gevoelens van herkenning, van een band: weten waar je vandaan komt, begrijpen op wie je lijkt, je thuis voelen in de familie, dat heeft iedereen nodig.
Misschien vooral als er oude pijn is. Die mag er ook zijn, wat mij betreft.

Schrijven is doen

Maar bent u er klaar voor? Dat is de vraag.
Hoe graag u ook wilt, toch komt er vaak weinig terecht van het opschrijven. Er zit dan vaak een gebrek aan kennis in de weg. Hoe je begint. Wat voor structuur je nodig hebt. Dus nou ja, hoe je het aanpakt.
Soms vindt iemand het idee ook leuk, en meer niet. Dan komt er steeds wat tussen, en dan gebeurt er uiteindelijk niets.

Schrijven is een kwestie van doen en dat geldt zeker voor een familieverhaal, of het nu om uw eigen leven gaat of om dat van uw ouders en grootouders of de hele familie van zeven generaties terug met alle neven en nichten erbij. Het gaat om weten hoe je zoiets doet. En tijd ervoor hebben.
Inmiddels schreef ik meer dan dertig boeken (groot en klein), en bij elk ervan volgde ik een soort stappenplan. Eerst het ene. Dan het andere.
Met zo’n stappenplan is schrijven gemakkelijker en daardoor leuker.

Het is te leren

Kunt u een mail schrijven? Denk aan een familieverhaal als heel veel mails bij elkaar. Veel kleine stukjes die met elkaar te maken hebben. U hoeft heus geen lange lappen tekst te maken. Kort is ook goed. Als u weet wat u doet, tenminste.

Is het iets voor u?

  • u bent een beginner en tot dusver zit er een kloof tussen wat u  wilt en wat u doet met het verhaal
  • u wilt weleens horen hoe ik dat nou aanpak een familieverhaal schrijven, u neemt graag een kijkje in de praktijk van een ervaren schrijfster, daar kunt u wat van leren
  • en het is ook voor u wanneer u al een paar keer bent begonnen en weer bent opgehouden omdat het gewoon niet ging dus u heeft nieuwe moed en inspiratie nodig
  • u zit vol met de oorlog van uw ouders en u wilt uw eigen waarheid zorgvuldig op papier zetten

Voor wie is het niet?

  •  u denkt schrijven gaat vanzelf en ik begin morgen wel of overmorgen of volgend jaar
  •  u gaat eind deze maand op cruise en bent straks een half jaar het leven aan het vieren
  • u zit vol met de oorlog van uw ouders en wilt dit allemaal publiceren

Dus het is aan u om af te wegen of de workshop voor u belangrijk kan zijn. Ik ga in ieder geval mijn best doen en ik hoop dat u gemotiveerd bent om erbij te zijn. Er is een ochtendworkshop en bij voldoende belangstelling ook een avondeditie. Ze zijn hetzelfde. Kan zijn dat ik net even wat anders zeg, maar de basis is identiek.

Easy peasy

Wat: Easy peasy. 5 stappen om uw familieverhaal (eindelijk) op papier te zetten.
Wanneer: maandag 9 december 2024
Hoe laat: 10.00-10.45 uur  – avondeditie aanvang 19.30 uur.
Waar: online, na opgave mail ik u terug dan weet u, het is in orde
Kosten: gratis

Opgeven: via het onderstaande formulier voor nader contact. De mail komt bij mij, ik mail u terug en ik maak het verder in orde.

Ja, ik ga mijn familieverhaal eindelijk opschrijven, ik ben er bij

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Attentie: Lukt er niks? Mail me dan toch even, want bij voldoende aanmeldingen plan ik een andere ochtend in.

Veel Gestelde Vragen

1 Moet ik iets voorbereiden?
Nee, er is geen huiswerk vooraf. Het is wel handig als u pen en papier bij de hand heeft, ingeval u aantekeningen wilt maken. Want ik leid u door het plan van aanpak dat ik zelf altijd gebruik dus als u iets hoort dat voor u nuttig is: schrijf het op.

2 Wat kan ik na de workshop?
Goede vraag. Als u bij de les blijft, kunt u erna beginnen ofwel verder gaan met het familieverhaal dat u schrijft. Dat wil zeggen, als u een snelle beslisser bent. Want u krijgt van mij drie mogelijkheden om een familieverhaal op te zetten dus daar moet u wel een besluit over nemen. Maar ik bied u in de workshop ook iets anders. (Wat, dat zeg ik daar en dan pas)

3 Wat is het verschil tussen een familieverhaal en een levensverhaal?
Een familieverhaal is eigenlijk een combinatie van verschillende levensverhalen, elk weer van een ander familielid. In een levensverhaal staat een enkel leven centraal, met daarbij ook de invloeden van de andere familieleden. Het accent is dus anders.

4 Geeft u ook advies over het interviewen van familieleden?
Niet in de workshop, tenzij het ter plekke in me opborrelt of iemand een vraag stelt. Maar dan nog, er valt meer over te zeggen dan in een enkel moment mogelijk is. U kunt altijd een telefonisch overleg- gesprek boeken, klik hier en kijk hoe dat gaat,

5 Wilt u mijn manuscript lezen?
Helaas. Daarvoor ontbreekt me de tijd. Daarbij is het ook mijn vreugde om samen met iemand te werken en dan zo het verhaal te zien groeien.
Maar als u iets af heeft, en u twijfelt, mail me dan de reden en misschien kan ik even met u meedenken.

6 Komt er een opname?
Technisch is dat een moeilijke vraag.

7 Ik kan die dag helemaal niet, en eigenlijk heel december niet maar ik wil er wel bij zijn, hoe doe ik dat?
Als u niet kunt, dan kunt u niet. Zo eenvoudig is het. Maar ik denk, u heeft een reden om erbij te willen zijn, en die kunt u aan mij mailen. Of, u maakt een gratis overleg-afspraak met mij, dat is per telefoon. Klik hier en kijk hoe dat gaat.

8 Ik ben nog helemaal niet zover dat ik ga schrijven, zal ik meedoen?
Wat dit antwoord betreft, zeg ik alleen: regeren is vooruitzien.

9 Ik zit al op een cursus wat nu?
Maakt mij niet uit, u bent vrij om erbij te zijn of juist niet.

10 Ik heb een andere vraag namelijk…
Vragen staat vrij, hieronder het inzend-formulier, dat komt linea recta in mijn mailbus en dan mail ik terug.

Contact

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Ga naar de bovenkant