Indische schrijfschool

Waarom moeilijke levens juist belangrijk zijn (filmpje)

moeilijke levens

“Ik heb veel te veel ellende meegemaakt, wie wil dat nou lezen?” Tante H. wachtte niet op mijn antwoord. Ze is een tengere dame van een zekere leeftijd en ze kan over haar familie in Indië een paar generaties terug vertellen. Haar verhaal zit vol oorlog, zegt ze. Dus.

Dan denk ik: dat zijn verhalen over veerkracht, over doorgaan, over wie je nog bent als al het vertrouwde om je heen verdwijnt. En hoe kan een mens dat? De verhalen uit Indië over de laatste jaren bevatten zulke moeilijkheden dat de mensen van na die tijd ze nauwelijks kunnen bevatten. Daar kan een levensverhaal bij helpen. Er zijn nooit genoeg verhalen over het kamp of over de Buitenkamptijd.

Veerkracht

De eerste keer dat ik over Buitenkampers hoorde, begreep ik het niet. Ik stelde typische na-oorlogse vragen: waar dan van leven, hoe aan geld, aan eten, maar de Jap en hoe dan dit en hoe dan dat. Zo onbegrijpelijk was het voor me. Zo onvoorstelbaar. En nog, al weet ik er nu meer van.

Wat me altijd weer raakt, is de ongelofelijke veerkracht van degenen die dit en vergelijkbare verhalen vertellen. Er zijn er genoeg die het niet kunnen, omdat de ervaringen veel schade veroorzaakten. En er zijn genoeg mensen die het wèl kunnen, maar aarzelen omdat het een opeenstapeling van moeilijke verhalen is. En ze willen de kinderen of kleinkinderen er niet mee belasten. Het is toch voorbij. Maar het is niet weg.

(tekst loopt door onder video)


Juist van moeilijke levens kunnen anderen veel leren. Over veerkracht. En wat weten degenen van na de oorlog nou over oorlog? Niks. Ja, we kunnen een geschiedenisboekje uit de kast halen maar daar staat het echte gevoel niet in. Elk verhaal over oorlog en Bersiap, over repatriëring en contractpensions, over de kille ontvangst en de grote domheid (“Waar hebben jullie Nederlands geleerd?) dat zijn verhalen over veerkracht en overleven. En over doorgaan. Daar kunnen de kinderen en kleinkinderen veel aan hebben.

Het zijn die verhalen die mij ontzag inboezemen. En ook een beetje bemoedigen, ook al ben ik van na die tijd.

 

→ Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan hier. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

Schoonheidsgeheimen uit het Indische leven

schoonheidstips

“Waarom heeft u haast geen rimpels?” vroeg ik. De oudere Indische mevrouw had die vraag vaker gekregen. “Obat drinken,” zei ze. “Mijn moeder maakte dat vroeger.” Het recept wist ze niet meer.

De mevrouw was tachtig plus en had een prachtige huid.  Dat zie ik vaker bij oudere Indische dames.
Zacht, fluwelig, hier en daar iets van een plooi.
En dure crèmes kopen ze niet.

Schoonheidsgeheimen

Wat zit er in die drankjes? Dat is dus de vraag. Schoonheidsgeheimen uit Indië zijn uitstekend bewaard. Tot dusver kan ik deze adviezen aan u doorgeven:

  • voor dik en gezond haar: elke week een modderpap maken van lidah buaya, een middag laten intrekken en dan uitspoelen. Dit is een bonus-tip. Ik bedoel, kijk naar drie oudere Indische dames, vraag of ze als meisje die middagen moesten stilzitten en u weet het antwoord en wat u op uw volgende vrije middag gaat doen.
  •  heeft u last van sproeten of teint-verschillen? Deppen met peterseliewater, zegt mevrouw J.M.J. Catenius-van der Meijden (inderdaad, zij van het kookboek).
  •  nooit zeep gebruiken, neem het zeepvruchtje lerak. Advies van mevrouw J. Kloppenburg, de kruidengeneeskundige. Zeep droogt de huid uit. Mevrouw Kloppenburg had tot op hoge leeftijd ook al zo’n prachtige huid. Maar over obat-drankjes zegt ze niets.

Bedak

Voor degenen die het liefst nu en vandaag een mooie huid hebben is de oplossing: bedak. Het is rijstpoeder, met of zonder parfum, met of zonder kleur. De beste merken zijn Martha Tilaar en Nyonya Meneer en u snapt wel: dat ligt niet bij de Etos. De Bedak van den Berg is uit het Bataviaasch Nieuwsblad van 9 januari 1900, dus die zal inmiddels wel uitverkocht zijn.

Uit Indonesië nam ik ooit een doosje mee. Het lag in een kleine toko en ik wist meteen wat het was. Want ooit had ik tijdens een koempoelan een ietwat oudere dame (denk: tachtig min) gezien met een zachte, egale huid. Ze zag er sereen uit. En ze had krullen, wat een vrolijk lijstje om dat mooie gezicht was. Hopelijk heb ik niet gestaard. Later hoorde ik van iemand: zij draagt bedak.

Mijn advies is: koop alleen bedak in uw eigen huidskleur. Spierwitte bedak staat lelijk, dat heb ik zelf ontdekt dankzij mijn doosje.

Kent u schoonheidsgeheimen van vroeger? En als u enig idee heeft wat er in drinkbare obat gaat, wilt u dat alstublieft laten weten?

Wat een medium mij vertelde (filmpje)

medium

Met een medium is het zo, dat je pas na het consult weet of je er iets aan had. Eens was ik op consult bij een medium en haast terloops vertelde ze me dat mijn overleden grootmoeder bij mij thuis op de bank zat.

Dat had ik niet verwacht. En ook al niet gemerkt. Want al voel ik soms iets – u weet wat ik bedoel –  Oma had ik niet waargenomen. Thuis keek ik toch anders naar de bank. Ik ging veiligheidshalve in een stoel zitten.

(tekst loopt door onder filmpje)


Andere zijde

Dat andere is bij u en mij aanwezig, alleen zijn we er niet altijd gevoelig voor. Dat is ook goed. Je weet nooit wat er meekomt van de andere zijde. Het is beter om voorzichtig te zijn.

Na dit consult dacht ik weer meer aan mijn grootmoeder. Ik schreef haar brieven en zij mij ook, in een echt oma-handschrift. Als ik ze nu lees, is het net of ze meer van me wilde dan ik gaf. Ze gaat in op alles wat ik zeg en vertelt er wat extra’s bij. Het lijkt of ze me laat zien: kijk eens wat ik allemaal weet, je hoeft het alleen maar te vragen.

Maar ik kende de vragen toen nog niet.

Wachten

Misschien bent u ook aan het wachten tot een kind of kleinkind de goede vragen stelt. Of u bent opgevoed met een onuitgesproken verbod om niet naar deze of die tijd te vragen. Soms moet dat ook zo blijven. Niet elke herinnering is te verdragen en wegstoppen kan dan het beste zijn. En al die andere herinneringen?

Wat u niet opschrijft, dat verdwijnt. Maak desnoods een klein lijstje van feiten: namen ouders en grootouders, school, uw lievelingskleur, het mooiste liedje dat u kent, wat maakt u gelukkig en waar kunt u niet tegen, en als u drie levensregels aan iedereen mocht opleggen, welke zouden dat dan zijn?

U kunt best klein beginnen. Als het daarbij blijft, is dat ook niet erg. Dan is er in ieder geval iets. En dat is ook goed.

“Het is me overkomen. Heel onbegrijpelijk.”

Bronbeek

(Foto Henk Monster, wikimeda commons)

Je hebt spoken, geesten en je hebt ook engelen. Daar heeft oud KNIL-militair Bo Keller (91) een merkwaardige ervaring mee opgedaan. Wat moet je, als er iets gebeurt waarvan je denkt: kàn niet? Het opschrijven. Bo Keller mailde me wat hij meemaakte. Hier komt zijn verhaal.


Bo Keller

Bo Keller (foto: NederlandseKrijgsmacht.nl)  

Jaren geleden was er op het landgoed Bronbeek een open dag en ook ’n imker was dan aanwezig. Maar ik had al de hele week pijnen om mijn rechterschouderblad en
uitgerekend deze nacht had ik slecht geslapen van de pijn.

Ik kon met de beste wil van de wereld geen fut vinden en bleef lekker thuis
de zielepoot uithangen. Mijn vrouw ging wel daar ze in de Kumpulan ging helpen met het eten verdelen aan de bezoekers.

In het bos

In de middag besloot ik om toch te gaan, want ik ben ook imker en ik was benieuwd
wie daar in Bronbeek  de voorstelling gaf.  De bus in, op naar Bronbeek en direct naar mijn waarschijnlijke imkercollega die in het bosgedeelte op het landgoed  ’n plekje had.

Er stonden al heel wat bezoekers omheen. Ik probeerde wat naar voren te komen
en hoorde een vrouwenstem rechts achter mij duidelijk zeggen: “Och meneer wat ’n pijn heeft U.” Ik draaide me om en zag een wat oudere blonde dame, die me heel vriendelijk toe knikte en voordat ik wat kon zeggen, zei ze: “U moet chocolaatjes eten, dan gaat het over.”

Kumpulan

Nog steeds verbaasd, mompelde ik: “Bedankt, zal het direct aan mijn vrouw zeggen” en verwijderde me om naar de Kumpulan te gaan waar mijn echtgenote bezig was.

”Zal wel wezen,” zei mijn vrouw, “welke dame is het?”
“Nou, kom maar mee, dan wijs ik je die dame aan.”
Zo gedaan. Maar nergens heb ik deze vrouw terug kunnen vinden. Ter plaatse ben ik heel goed bekend. Ik speurde overal naar haar. Nergens en nergens te vinden.
Wel kwam ik een kennis tegen, die me vroeg waarom ik me plotseling van die voorstelling verwijderde. Ik vertelde het verhaal en hij zei: “Daar stond niemand achter jou.”

Nooit meer pijnen

Om het kort te maken, ik heb direct chocolade naar binnen gewerkt en tot nu toe – ik ben nu 91 jaar – nooit meer pijnen waar dan ook gehad.

Terug denkend ben ik ervan overtuigd dat een ”Engel” mij daar aansprak. Ik ben ’n ongelovige en frons mijn wenkbrauwen als ik zo’n verhaal hoor. Maar het is me overkomen. Heel onbegrijpelijk.

Wat is de echte nassi tim? (filmpje)

nassi tim

Zeg tegen een ziek iemand: “Jij hebt nassi tim nodig,” en de ander is al half beter. Als je tenminste het goede maakt.

Nassi tim is een gerecht waar een lintje om mag, zo belangrijk is het. Goede voeding en troost op hetzelfde bord. En ook is het recept mysterieus, tenminste voor iemand als ik zonder Indische achtergrond.

Het is soep en toch ook niet.
Rijst en meer dan dat.
Het is eenvoudig maar toch luistert het weer nauw.

Daarom heb ik er deze week een filmpje over gemaakt. Ik vertel dat ik bij een oude Indische oom op bezoek was. Hij at nassi tim. Ik stelde de belangrijke vragen niet: hoe hij aan het recept kwam, wat er in ging, wanneer hij voor de eerste keer nassi tim at. Echt, als ik eraan terugdenk, kan ik mezelf wel een knal geven. Maar ik oefen zelfliefde, dus dat doe ik niet.

(lees verder onder het filmpje)

 

Eten is emotie, is ervaring, is herinnering. Kent u dat, iets van vroeger eten en dat u dan meteen weer weet: ja, dat was daar, en toen, en wie erbij waren? Dan weet u alles weer. Dat schrijft u toch wel op?

Als u niet zo goed weet hoe dat moet: op zondag 27 oktober geef ik een gratis workshop levensverhaal schrijven. Wilt u meer weten en eventueel inschrijven: klik hier en lees

Mijn eerste eetherinnering is kippensoep van oma. Ze zette een groot wit bord met een gouden randje voor me neer, en ik kreeg een enorme lepel. Dat is best moeilijk als je zes jaar bent, zo oud was ik. De geur was zoutzoet en er kwam damp uit bord. Ik kreeg het nooit helemaal op maar dat gaf niet. Die borden met gouden randje maakten ook diepe indruk op me. Nu koop ik overal en nergens serviesbordjes… allemaal met een gouden randje.

Nassi tim lijkt me heerlijk, zeker nu er de koude dagen weer aankomen. Maar klopt het recept van mevrouw Catenius dat ik in het filmpje voorlees? En kan er ook kip in de nassi tim? Wat vindt u?

Kunnen spookverhalen waar gebeurd zijn?

spookverhalen

Batavia (Wikimedea commons/Tropenmuseum)

Paul Baro schrijft zijn herinneringen op. Hij stuurde me ‘spookverhalen’. Als u ze leest, ligt u straks ook wakker, net als ik.  Ook in Nederland kan er dat vreemde gebeuren, net als in Indië. Van Paul (die de cursus Levensverhaal schrijven volgt) mocht ik drie spookverhalen publiceren. U bent een gewaarschuwd mens.

 

Oma Tien en de sirihpruim

Wie in Indië is grootgebracht heeft beslist ooit naar spookverhalen geluisterd. Spookverhalen kunnen streek gebonden zijn of hebben betrekking op een bepaalde straat of gebouw of plek. Ook zijn er de toevallige verhalen die verband houden met vreemde gebeurtenissen.
Het zal niemand verbazen dat deze gebeurtenissen in de meeste gevallen plegen plaats te vinden in de nachtelijke uren.

De verhalen werden gedeeld bij gezellige bijeenkomsten waar vrienden, ooms en tantes, al dan niet met kroost, bijeen waren.
Bij mijn opa Frits en oma Tien was het gebruikelijk dat op zaterdag na het avondeten buiten gezellig werd gekeuveld (ngobrol) onder een grote waruboom die in de tuin stond.
Wanneer de zon onderging haalde oma obat njamuk spiralen die aangestoken werden en vervolgens om de hals van een fles werden gehangen. Onder elk tafeltje werd dan zon’n fles met spiraal geplaatst. Het ging er altijd gezellig aan toe. Niet in het minst door de zekerheid dat op enig moment wel een wedang jahe venter of sate boer langs kwam. De wedang jahe, een pittige en gezoete gemberdrank, werd als opwarmer voor de frisse Yogyase avond gedronken.
Op een avond was alles opgesteld en ging het gesprek in het begin over familie zus of zo. Opa die van geroddel niets moest hebben kwam op het juiste moment met een sterk spookverhaal op de proppen. Iedereen luisterde aandachtig en de kleintjes waren intussen steeds dichter bij hun ouders gaan zitten omdat ze het eng vonden. Eigenlijk kan ik mij het verhaal van opa niet meer herinneren maar wel wat er na afloop van opa’s verhaal gebeurde.
Oma Tien keek opa enigszins tartend aan en zei dat ze hoe dan ook niet in spoken geloofde. Toeval of niet, maar net nadat oma haar mening gaf vloog er een sirihpruim door de lucht die vol op oma’s mond terecht kwam.
Nu is de sirihpruim niet bepaald fris en hygienisch te noemen, zeker wanneer er reeds op was gekauwd. De bewuste pruim was er een die goed was doorgekauwd en het rode sap (speeksel), dat zo kenmerkend is voor deze tabakspruim droop tergend langzaam van oma’s mond. Zij heeft na het gebeurde snel haar mond en hele gezicht gewassen en nooit meer haar ongeloof jegens spookverhalen geuit.

 

De heldhaftige jaga’s

Het moet omstreeks 1946 zijn dat mijn vader twee jaga’s (bewakers) had ingehuurd om het huis te bewaken. Deze bewakers werden voor de nacht ingehuurd en hoefden feitelijk alleen rondjes te lopen en alarm slaan bij onraad.
Ons huis was vrijstaand en werd aan een zijde verlicht door een straatlantaarn. Dat zou derhalve de minst interessante zijde voor eventuele onverlaten moeten zijn.
De mannen werden op maandag voor het eerst ingezet. Tegen een uur of tien kwamen ze opdagen en kregen een korte uitleg van wat er van hen werd verwacht. Nou meneer, dat is geen probleem. Maakt u zich vooral niet ongerust, wij zullen goed opletten zeiden ze heldhaftig. Na deze geruststellende woorden ging een ieder onder zeil en werd het rustig in huis. Iets na middernacht werd er opgewonden op de voordeur geklopt. Mijn pa deed, nadat hij gezien had dat beide bewakers voor de deur stonden, open. “Ada apa mas?”vroeg mijn vader. Hij had de vraag ternauwernood gesteld of beide mannen vertelden opgewonden dat ze aan de zijkant van het huis werden verrast door een boze geest. “Hoe weet je dat het een geest is” vroeg pa. “Nou meneer, we liepen aan de verlichte zijde van het huis naast elkaar toen wij ineens een groot spook dat uit het huis kwam zagen. Wij waren er zo door verrast dat we ons voorzichtig verwijderden van het spook. Maar toen we dat deden werd het groter, en hoe harder we wegliepen hoe groter het alsmaar werd”, vertelde de heldhaftigste van de twee.
Pa met de twee “helden”naar buiten om naar de plek des onheils te kijken.
Intussen was het hele gezin wakker van het tumult en waren nieuwsgierig wat mijn vader zou ontdekken. Niet veel later kwam mijn vader breed grijnzend en hoofdschuddend terug in de woonkamer en vertelde wat er naar alle waarschijnlijkheid was gebeurd.
Bij het passeren van de straatlantaan keek een van de jaga’s terloops naar de muur en waar hij een schim zag. De schim was de schaduw van hem en zijn makker. Geschrokken van de reactie van de eerste bewaker raakte de tweede bewaker in de stres en namen ze wat meer afstand van het “spook”. Doordat de mannen zich dichter naar het licht van de lantaarn bewogen werd de schaduw groter. En toen men het op een lopen zette richting lantaarn, groeide de schaduw uit tot enorme afmetingen! Zo werd een bijzonder spannend spookverhaal met simplele natuurkunde naar het land der fabelen verwezen.
De bewakers heeft pa ondanks het gebeurde, uit piëteit toch maar even aangehouden.

De geheimzinnige haji

In 1947 heeft ons gezin, in afwachting van vrijkomende woningruimte, een paar maanden bij oom Johan in Surabaya ingewoond. Oom Johan had een groot gezin, maar er kon nog een achterkamer worden vrijgemaakt voor ons.
Het voordeel van de achterkamer was dat de toiletten, de was- en doucheruimte maar ook de waterput direct onder bereik waren.
Omdat het in de ochtend altijd een drukte van jewelste was bij de douche- en mandikamer gingen mijn vader en ik ons meestal behelpen bij de waterput.
Wanneer je bij de waterput stond dan keek je aan een kant uit op de achterzijde van het huis en aan de andere kant op de achter galerij.
Op een ochtend stonden pa en ik bij de waterput onze tanden te poetsen toen mijn vader mij ineens aanstootte met de vraag of ik die haji bij de gudang (schuur) ook zag staan. Ik bevestigde dat en stelde tevens de vraag hoe die man daar ineens kwam. Pa liep naar de plek waar de haji stond om te ontdekken dat de man plotseling in het niets was verdwenen.
Bij het ontbijt werd ter verificatie aan oom Johan gevraagd of hij een haji had toegelaten tot de achter galerij. Oom Johan kon de vraag niet geheel plaatsen, dus werd hem verslag gedaan van het gebeurde. Zowel oom Johan als de overige gezinsleden stonden wat verbaasd en ongelovig te luisteren naar ons relaas, maar niemand had een haji toegang verleend tot het huis.
De hele week gebeurde er niets maar vrijdag ochtend na het gebeurde stonden pa en ik weer bij de waterput en verdraaid, ineens stond die geheimzinnige haji weer op de zelfde plaats voor de gudang. Wij zagen hem bijna gelijktijdig en pa maande mij om even stil te zijn teneinde de man goed in zich te kunnen opnemen. Nadat hij de man voldoende had bekeken stapte hij opnieuw naar de man toe. En opnieuw verdween de man in het niets.
“Dat was een geest” zei pa met grote stelligheid. De verschijning heeft zich nog drie maal gemanifesteerd en is daarna nooit meer teruggekomen.
De achtergrond van het verschijnsel hebben we niet kunnen achterhalen, maar voor mij was het wel een bijzondere ervaring. Ik was toen zes jaar.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan hier: klik en kijk  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

Gratis workshop levensverhaal schrijven: 27 oktober 2019 (filmpje)

Welke stappen moet u zetten om uw levensverhaal op papier te krijgen? Wat kunt u het beste doen en wat moet u zeker laten? In de workshop levensverhaal schrijven leg ik het uit.

Deelnemen is gratis.

Hoe doet u mee met de workshop?
Simpel: ziet u dat knaloranje knopje bovenaan? Als u daarop klikt, schrijft u zich in. Daarna krijgt u een mail als bevestiging. Begint de workshop, dan stuur ik weer een mail waarin nog een keer staat op welke link u moet klikken om bij het webinar te komen.

De generatie waarvan u deel uitmaakt, heeft een belangrijk verhaal te vertellen. U heeft de grote veranderingen meegemaakt en in uw eigen leven doorvoeld. U begrijpt ook hoe het leven van uw vader of moeder was, of u wilt dat al schrijvende gaan begrijpen. Of u wilt opschrijven hoe u zich staande hield tegenover het grote verhaal van uw ouders. Dat is een goed plan. Leg het vast, nu het nog kan.

De gratis workshop levensverhaal schrijven is een voorproefje van de jaarcursus. Daarmee help ik u stap voor stap verder. Van mij krijgt u structuur. Aan het einde van de cursus staat uw levensverhaal op papier. Alles wat belangrijk is, heeft u opgeschreven. Dan is het er eindelijk van gekomen, kunt u zich voorstellen hoe dat voelt?

Wat u gaat leren in de jaarcursus:
uw levensverhaal komt op papier

Ik ga u helpen uw levensverhaal op te schrijven, volgens dezelfde methode waarmee ik zelf mijn boeken schrijf. Eerst informatie verzamelen, dan die ordenen en daarna schrijven. Hoe ik dat aanpak, leg ik uit in een les. Dat is geen technisch gedoe, hoor. Daar snap ik zelf ook niks van. Wanneer u een mail kunt openen, dan kunt u meedoen. Want de lessen komen per mail.

Elke week krijgt u van mij een les met daarbij een werkblad. Zo ontdekt u stap voor stap hoe het moet:  hoe begin je nou zoiets, wat zijn de grenzen van uw boek (niet alles hoeft erin), hoe maakt u hoofdstukken en hoe schrijft u een hoofdstuk, wat zijn goede onderwerpen voor een hoofdstuk, wat te doen als u niet alles meer weet, hoe u omgaat met onderwerpen die voor u moeilijk zijn en met privacy van anderen. En meer! En nog meer!! Wat het is wel een jaar lang!

Kan niet mis gaan!  En u kunt mij altijd mailen met vragen. Samen komen we er wel uit. 

Meer weten over de jaarcursus? klik hier en lees

Waarom elke zolder een Indische schatkamer kan zijn (filmpje)

Indische schatkamer

Foto Wikimedia commons/Tropenmuseum

Verhuizen is een crisis, maar het is ook een kans. Want er komen spullen van toen froeher tevoorschijn waarvan iedereen zegt: dat we dát nog hadden, geen idee.

Dat geldt zeker voor huizen met zolders. Huizen waar mensen al heel lang gewoon hebben, en waar spullen vroeger of later neergezet werden. Een zolder kan jaar in, jaar uit een verzamelplaats worden. “Zet maar op zolder.” En daar blijven die spullen dan staan.

Koffer

Af en toe hoor ik een verhaal over dat kleine grote wonder. Dan heeft iemand een koffer op die zolder gevonden, vol met mooie en belangrijke foto’s en papieren over de familie uit Indië. “Ik wist niet eens dat het er was,” hoor ik dan. Snap ik. Dat heb je met grote zolders. En ook wel met kelders, maar weinig huizen hebben nog een kelder. In mijn bovenwoning heb ik een berging en daarmee is hetzelfde aan de hand als met zolders: tjokvol, en een vaag idee van de inhoud.

Schatkamer

Een tijdje terug heb ik zelf het kleine grote wonder meegemaakt: een koffer vol spullen, waardoor ik leerde dat elke zolder een Indische schatkamer kan zijn. Daar vertel ik over in het filmpje:

(tekst loopt door onder het filmpje)

Zoeken

Het is dus een kwestie van zoeken, om oude Indische familiespullen te vinden. Niet iedereen snapt wat dat zijn. Het gebeurt helaas zo vaak dat er iemand naar de hemel verkast, de kinderen moeten het huis opruimen en “die oude rommel” gooien ze weg. Houdt u nou ook even uw adem in? Ik altijd even.

Lukt het u op een zolder (of in een berging) te komen, dan is het belangrijk om vrijmoedig te durven zijn. Misschien krijgt u maar één kans. Maak dus dozen open, blaas stof van oude mappen zodat u het opschrift kunt lezen, inspecteer stapeltjes en vraag vooral: “Mag ik dat in bruikleen, dan kan ik er rustiger naar kijken?”

Komt er een Nee, dan gaat u over op Plan Bee.Dan neemt u een kleine camera uit uw tas of zak, en ter plekke maakt u overal foto’s van.  Ik heb een kleine  Panasonic Lumix waarmee dat goed en snel gaat, beter dan met een smartphone. Dan kom ik thuis met mooie zware foto’s die ik op mijn laptop kan uitvergroten.

En ik blijf erbij, wat ik op het filmpje zeg: Alles van vroeger is er nog, het is alleen de vraag op welke zolder het ligt.

Ik wil mijn voormoeder een stem geven

voormoeder

Foto: Indisch4Ever/ L.X. Kok

Met een oudere Indische tante keek ik gezellig foto’s. Ze wees op meisjes met witte strikken in het donkere haar: “Kijk, mijn zusjes. Ik was de lichtste.” Meteen hieraan dacht ik terug toen ik de roman Lichter dan ik in handen kreeg. Wat een veelzeggende titel. Lichter of donkerder zijn, het is vol van betekenis.

Dichter bij elkaar

De roman is amper uit en nu al komt er een tweede druk aan. “Mooie dagen,” mailde de schrijfster me. Dido Michielsen schreef dit boek over een verre voormoeder. Dus een overoverovergrootmoeder, en dan net zoveel overs als nodig is bij iemand te komen. Maar we staan altijd dichter bij elkaar dan we denken: het kleinkind van Isah was de grootvader van Dido. Isah was, zoals het heet, haar betovergrootmoeder. Misschien bent u dat ook voor een generatie in de toekomst. Kan best. En wat dan?

Een stem geven

O, even. Het is een roman en toch ook niet helemaal. Ik vroeg aan Dido hoe dat zit. Waarom schreef ze geen biografie, een levensverhaal van haar voormoeder Isah?

Ik kwam niet genoeg over haar te weten omdat ze onvindbaar is in de archieven. Toch heeft ze bestaan want ik heb haar foto. En omdat ik altijd al een roman wilde schrijven na zes non-fictie boeken, was de keuze simpel. Bovendien kon ik geen Nederlandstalige romans vinden die helemaal vanuit het perspectief van de inheemse voormoeder zijn geschreven. Ze leefde bovendien in een interessante periode waarin er van alles veranderde in de kolonie.

Maar ja, dan moet je nog iets weten om over te schrijven. Wist je wel genoeg, vroeg ik.

Nee,veel te weinig. Van mijn vaders kant weet ik amper iets over mijn Sumatraanse grootmoeder, bij mijn moeders kant begint het een beetje bij mijn overgrootmoeders, plus wat verhalen over mijn betovergrootmoeder.

Waarom schreef je het dan toch?

Omdat er zoveel vrouwen waren als mijn betovergrootmoeder van wie de naam niet bekend is. Terwijl zij de eersten waren die gemengdbloedige Indo’s voortbrachten. Bizar genoeg zijn de namen van de Europese vaders meestal wel bekend. Ik wilde met mijn boek een monument voor de njai’s oprichten en mijn voormoeder een stem geven.

Dat heeft Dido dan ook gedaan. Woekeren met wat ze wel wist en dat was best weinig. Erg toch, eigenlijk? En wij met onze computers schrijven ook niet eens alles op, terwijl een paar generaties later er gesnakt wordt naar kennis van ons leven. Doorgeven is zo belangrijk. Het is erkennen een schakel te zijn in de keten van generaties die een familie vormen. Erkenning begint bij uzelf: zeggen dat ook uw leven belangrijk is, om alles wat er was en is. Elke generatie heeft immers een uniek verhaal.
Weet u, soms benijd ik mensen die kinderen hebben. Je plaats in de familie is dan zo duidelijk. Dan voel ik me een los draadje, dat zomaar ergens uitpiept. Op andere momenten voel ik weer, dat ik ook een plaats heb in het grote geheel. Ik moet schrijven en andere mensen helpen te schrijven. Dat is wat ik te doen heb in mijn leven.

Vrouwenogen

Reggie Baay kreeg het eerste exemplaar.

Ik ben nu halverwege de roman van Dido en ik zit nu middenin het kratonleven. Het oude Indië is heel anders hoor, als je door vrouwenogen kijkt. Als u ook een voormoeder heeft van wie u haast niks weet, is dit een inspirerend boek voor u. Misschien weet u toch iets. Dat schrijft u vandaag toch nog wel op?

Tot slot. Ik vroeg aan Dido Michielsen welke zeven vragen ze graag aan haar voormoeder had willen stellen. Hier komen ze:

  1. Was je nou wel of niet een prinses die geschaakt werd door een Hollandse patriciër? De geruchten gaan…
  2. Welke talen sprak je? Javaans, Maleis? Kon je met de vader van je kinderen communiceren?
  3.  Had je zelf enige inbreng in deze partnerkeuze?
  4. Dit is misschien wat impertinent, maar je twee dochters lijken helemaal niet op elkaar. Eentje is jouw evenbeeld, de ander niet. Zijn ze van dezelfde vader?
  5. Hoe zag het gezin eruit waarin je werd geboren? Je ouders, had je broers en/of zussen?
  6. Wat waren je geboorte- en sterfdata?
  7. Heb je mijn opa, jouw kleinzoon, ook gekend?

Ziet u wat belangrijk is? Menselijke relaties. Wie is wie. Wanneer gebeurde wat. Weten waar je vandaan komt.

Schrijftip

Begin vandaag met feiten te noteren op een A4-tje. Namen en jaartallen. Schrijf een half uurtje – kijk op de klok – en denk: mijn verre nazaten hoeven dit in ieder geval niet meer op te zoeken.

Hoe schrijft u over dat ene moeilijke in uw leven? (filmpje)

levensverhaal

Tropenmuseum/Collectie Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen (Wikimea Commons)

Soms is er iets moeilijks in uw leven en u weet: juist dáár wil ik over schrijven. Want daar gaat het om, dat moeten de volgende generaties weten.

Alleen: het is moeilijk. Voor u. Herinneringen kunnen pijn doen. Pijn is er in verschillende soorten, voor nu zijn de belangrijkste:

  •  pijn die beter verborgen kan blijven. Niet elke doos van het verleden hoeft geopend te worden. Soms zit er te veel pijn in die doos. U kunt ervoor kiezen die dicht te laten of dat samen met een therapeut te doen. Ik hoor goede ervaringen met de Stichting Centrum ’45.
  • er is pijn die langzaam-langzaam genezen kan worden. Daar gaat het hier om. U wilt over vroeger schrijven, maar hoe doet u dat als het pijn doet?

(lees verder onder het filmpje)


In het filmpje ziet u me twee manieren uitleggen. De eerste manier is de methode ui. Zoals een ui ringen heeft, zo heeft een moeilijke herinnering dat ook.

Van buiten naar binnen

Dus u begint met de buitenste ring. Het minst beladen stukje van de herinnering. Misschien schrijft u een naam op. Of een datum. Meer niet. Het kan zijn dat er een golf van emotie komt. Golven gehoorzamen aan eb en vloed. Ik heb zelf met veel moeite geleerd dat ik alleen mijn gevoelens hoef te voelen, zodat ze minder worden. Dan zit ik hier aan mijn werktafel, sluit mijn ogen en vraag vriendelijk aan mezelf: “wat is er?” (Dus niet roepen: wat is er nu weer?)

Wanneer u voelt dat u verder kunt, schrijft u iets meer op. Dan gaat u dus in de ui een ring dieper. Misschien een kleine herinnering. Daarna weer pauze. Voelen wat er te voelen is.

Dus u neemt de tijd voor uzelf. Langzaam aan is ook goed. Zo komt u verder. En dan, op een dag, staat dat ene moeilijke toch op papier.

Dat was de methode ui, om iets moeilijks om te schrijven.
Nu komt een hele andere methode daarvoor: je erdoorheen beuken.

Ik stort me er gewoon in

Die is geschikt wanneer u denkt: ik stort me er gewoon in, dan ben ik erdoor. Dat heb ik zelf gedaan toen mijn kleine rode kater Tim plotseling overleed. Dat vertel ik ook op de film. Ik koos hiervoor omdat ik niet wist waar ik heen moest met mijn verdriet. Daarom besloot ik met hulp van zakdoeken al mijn herinneringen aan ons leven samen op te schrijven. Ik kon de gedachte niet verdragen dat ze zouden vervagen. Tim en ik waren zo gelukkig geweest.
Ik dus aan het schrijven, met alle emoties die kwamen aanstormen. Ik beukte me erdoor en schreef. En een tijd later verscheen mijn boek over rouwen en opnieuw leren liefhebben, want toen was de roodwitte kater Bert in mijn leven gekomen.
Dus deze methode is geschikt als u bereid bent veel te voelen en als u een uitlaadklep voor uw gevoelens heeft. U kunt gaan boksen. U kunt gaan schrijven. Of weer iets anders, wat geschikt voor u is.

Dus het hangt ervanaf, wat voor u de beste manier is om over iets moeilijks te schrijven. Het ene is niet beter dan het andere. Alkeen verschillend. Misschien kiest u voor de langzame aanpak van de methode ui? Of de snelle intensieve methode van het erdoorheen beuken?

[si-contact-form form=’5′]

Ga naar de bovenkant