Winnen is fijn. Henkie KNIL, zo noemde oud KNIL-man Nuse zich, rammelde op een oude typemachine zijn herinneringen op papier. Dat was in Nederland. Na Indië.
Zijn zoon André maakte van de getypte verhalen een boek: De Bamboe Gila. En dat boek won Boekgoud, de juryprijs voor non fictie van Boekscout 2023.
André mailde me het goede nieuws, en om te zeggen dat de prijs ook een beetje aan mij te danken was wegens dat hij en ik een tijdje persoonlijke schrijfcoaching hadden gedaan.
Dus ik hem bellen met vragen. Nu is André een oud-marineman, kolonel b.d., dus hij is niet gek te krijgen door het een of ander. Het interview lukte best.
Mijn eerste vraag: hoe was het om te winnen?
Opsteker
André: De nominatie was al genoeg, gekozen worden door een vakjury uit 300, 400 gegadigden dit jaar was een geweldige opsteker. De prijs zelf vond ik niet zo relevant, de erkenning voor mijn vader des te meer.
De prijsuitreiking was bij Boekscout. De drie finalisten van de non fictie werden naar voren geroepen en we kregen een mooie oorkonde. Dus ik stond voor de club en toen gingen ze de juryrapporten voorlezen. Geleidelijk werd het duidelijk dat de keuze op mij ging vallen.
- Uit het Juryrapport:
Het is mooi hoe de auteur als zoon zo een eerbetoon aan zijn vader heeft kunnen creëren, dat tegelijkertijd een bepaalde tijdgeest levend houdt en een nieuwe generatie kan informeren. Dit zeer interessante boek is in al zijn facetten geslaagd, knap gedaan!
Indisch zijn
Dat vader en zoon gaat ook over het Indisch zijn. Henkie KNIL was Indisch en daar trots op, zoon André heeft daar even over gedaan. Hoe ging dat?
André: Als kind heb ik dat krachtig ontkend. Jaren lang. Ik merkte dat ik een beetje anders was. Ik had een kleurtje, ik zag er Indisch uit. In het spierwitte Amsterdam van de jaren vijftig viel ik op, zeker op school. Dus ik heb decennia lang ontkend dat ik Indisch was. Ik wilde geen Indo zijn. Ook later bij de marine niet.
Pas later, toen een hele goede vriend van mij, ook Indo, zei van: hoezo ontken je dat, hoezo vind je dat iets minder? Hij stelde: ik ben juist trots op. In dat gesprek is de zaak voor mij omgedraaid.
Hoe was het voor je vader om Indisch in Nederland te zijn?
André: Hij moest zich natuurlijk aanpassen. Maar hij voelde zich wel ontheemd. Waar je geboren en gewoond hebt, dat zit altijd in je. Hij was een echte Indischman, getuige zijn verhalen daarover, en de verhalen die hij dan met z’n familie deelde en met vooral met de lotgenoten. Daarmee kon hij z’n ei kwijt. Dat integreren in Nederland lukte best, hij was ‘getapt’ door de verhalen, waarnaar met veel interesse werd geluisterd.
Maar aan zijn kinderen gaf hij weinig tot niets mee. We moesten zo Nederlands mogelijk worden opgevoed en worden geschoold. Wel hadden we veel Indische boeken thuis, waarvan ik slechts een enkele las.
Toen ik mij begon te interesseren voor mijn afkomst was mijn vader al overleden, ik heb het verhaal van de tijger voorgelezen op zijn uitvaart. Dat verhaal staat ook in zijn boek.
Alle Indische boeken gingen voor mij verloren, die gingen naar mijn zus, daar had ik dus spijt van, maar jammer. Ik ben ze nu aan het verzamelen, ik herken nog veel titels die thuis aanwezig waren en vind er af en toe eentje terug.
Ik knik als André praat, ook als hij zegt: “Door het samenstellen van het boek heb ik mij steeds meer Indo gevoeld en ben daar best trots op.”
Want ja, dat doet het schrijven over de familie met een mens: je voelt waar je thuis hoort, je ervaart dat je ergens thuis hoort. Dat je deel bent van het grotere geheel.
André heeft een can do mentaliteit, dus ik ben benieuwd wat hij, terugkijkend op de persoonlijke schrijfcoaching, er vooral aan gehad heeft.
André: De totstandkoming van vorm en inhoud.
Ik zeg leg dat eens uit.
André: Ik had alleen maar een aantal verhalen klaar. Waar moet je dan beginnen? Gaandeweg kwamen wij in discussie. Want hoe pak je zoiets nou aan? Geen idee. Daar kwam jij op de proppen met van dat kun je zo doen of zo, en stuur eens wat op, dan kijk ik ernaar, en maak eens een eerste inleiding.
Dat werd een mooie militaire inleiding. Kort en ter zake.
En toen vroeg jij om gevoel. Om een emotionele aansluiting met de verhalen van mijn vader. Dat is toch een hele goeie suggestie geweest. Want ook daardoor is er een andere inleiding gekomen, wat toch ook eh… indruk heeft gemaakt op uh op de jury.
Dat is zo, volgens het juryrapport. Wat vonden ze in de familie van het boek?
André: De familie is nog heel klein. Maar ze zijn wel enthousiast. Een neef in Zweden hengelt naar een gratis boek en ik heb gezegd: als je hier komt, krijg je het. Dus ik ben benieuwd.
En waar zijn de oorspronkelijke getypte verhalen nu?
André: In Museum Bronbeek. Daar hebben ze ook de onderscheidingen van mijn vader, dus dat is een mooi geheel. Zo hebben ook de volgende generaties er iets aan.
Schrijftips
Wanneer u wilt dat uw verhaal er echt komt, en u wilt dat het nou eens echt opschiet en goed ook, dan is persoonlijke schrijfcoaching misschien iets voor u. Klik hier en lees er meer over. U kunt ook een afspraak maken om hierover telefonisch met mij van gedachten te wisselen. Dat kan via mijn digitale agenda: klik hier en kijk hoe dat gaat.
Geef een reactie