Steurtjes, dat is het woord voor de tehuiskinderen van Pa van der Steur. Hij vertrok eind negentiende eeuw uit Haarlem naar Indië om daar een christelijk tehuis voor militairen op te zetten. Toen kwamen er ook kinderen bij.

Ja, nee het ligt natuurlijk ingewikkelder. Kinderen komen nergens vanzelf bij. Eerst even de situatie van het tehuis Oranje-Nassau te Magelang.
Een christelijk tehuis dus. Pa was in den beginne verbonden aan de Zevende Dag Baptisten, waar de sabbat (de ‘zondag’) op zaterdag werd gehouden. Dat dus eind negentiende eeuw, waar er op die dag gewerkt moest worden. Dan weet je meteen: sociaal gezien geen gemakkelijk geloof. Wie bleef, had ruggengraat.

Christelijk tehuis

Het christelijke van het tehuis zat in:

  • uit Nederland was een orgel meegekomen, dat klonk goed bij het psalmen zingen
  • Van der Steur kon als zendeling meeslepend over het geloof vertellen, ook tijdens zijn bezoeken aan het militair hospitaal
  • er was alleen fatsoenlijke lectuur
  • de christelijke feestdagen werden met overtuiging gevierd, Kerst was emotioneel
  • en Van der Steur hoopte, dat door het aanbieden van deze gezelligheid de militairen minder tot niet geneigd waren die bij een vrouw te zoeken zonder dat ze getrouwd waren

Dus, hij was niet tegen omgang tussen Europese militairen en inheemse vrouwen.
Hij was tegen seks buiten het huwelijk.
Net even wat anders.
Het tehuis bloeide. Van der Steur kreeg hulp bij de werkzaamheden.

Kinderen erbij

In april 1893 komen er geleidelijk kinderen in het militaire tehuis wonen. Eerst vier kinderen van een zekere Italiaanse militair Papollo en een inheemse vrouw, die hij na een tip van een militair in de kampong vond. Hij nam ze mee. Zijn overtuiging was: kinderen van een Europese militair horen thuis in de Europese beschaving. Dan deed het er niet toe of er nog tantes of ooms in de kampong woonden. Of elders. Het Europese element was het belangrijkste. We zitten in het hart van de koloniale tijd.
Van der Steur schreef over de opname van deze en de volgende kinderen mooie, romantisch-emotionele artikelen. Zo schreef hij:

[Er] zat op een zekeren dag een vrouw in den tuin met een paar kinderen met zeere oogen. Zij vroeg medicijnen en eten voor haar kinderen. Een en ander werd haar gegeven, doch na een onderzoek waarbij Vogelensang van het 6e [bataljon], met mij medeging, haalden wij kleine Albert half dood uit de kampong, en weldra was ook dat vijftal bij ons.

Maar dáár had de moeder niet om gevraagd: alle kinderen weg. Wat kon ze doen? Niks.

Uitbreiden

Zo was de eerste fase van het tehuis. Eigenlijk meer een gezin, waar de kinderen overal en nergens mochten komen.
Dan komt aan het begin van de twintigste eeuw een nieuwe fase: uitbreidingen. Daarna weer en weer. Er komen meer werkkrachten, zoals Marie, de zuster van Pa van der Steur. Hijzelf trouwt, vooral om een tehuismoeder in Magelang te hebben.

Vooral in de jaren tussen de twee wereldoorlogen in krijgt het tehuis meer en meer de trekken van een goed gerund bedrijf, voor kinderen en militairen. De manschappen hadden plezier in de kinderen en dat is voorstelbaar. Als militair in actie zagen ze veel oorlog, en dan die kinderen… Van der Steur schreef dat de kinderen een trekpleister waren om militairen in het tehuis te krijgen:

Er is niets wat meer schade aan ons werk zou doen dan het scheiden van kinderen en soldaten […] Juist het opnemen der kinderen heeft velen hierheen getrokken, die anders nooit gekomen zijn. Er komen bijna geen militairen op de plaats, al is het maar voor twee dagen voor transport, of zij komen aan, om eens alles te zien, en dat geeft ons menig punt van aanraking/
De kinderen om en bij huis wekken bij menig soldaat gedachten op, die anders wellicht verre zouden blijven.
Neen, nooit splitsing van wat God te zamen heeft doen opgroeien!

Steurtjes Hoe het geld

Naar schatting bood Van der Steur in totaal een thuis aan zo’n zevenduizend kinderen. En dan de militairen nog. Plus, al zijn medewerkers moesten ook eten.
Hoe kwam hij aan geld?
Deels subsidies van de Indische overheid; het was gouverneur-generaal VanHeutsz die hem een structurele subsidie toekende.
Grotendeels vaste en incidentele donaties.
In zijn fundraising staan de kinderen dus voorop. Dat vertederde meer dan de aanblik van een Lombok-veteraan.

  • Ze zijn jongens en meisjes
  • Ze komen soms jong, soms ouder
  • Ze zijn inheems, Chinees, Indisch, Hollands
  • Ze zijn wees of half-wees, later ook met ouders
  • Ze zijn inwonend of tegen betaling logerend
  • Ze zijn in enkele gevallen lichte criminelen, die door Van der Steur op het rechte pad worden gebracht

Tehuis als bedrijf

Het bedrijfsachtige karakter van het tehuis had voordelen en nadelen. Het voordeel was duidelijk: met deze aanpak konden er veel tehuiskinderen gevoed en gekleed worden. Ze moesten een opleiding krijgen waarmee ze economisch zelfstandig werden; daarvoor was er een studiefonds.
Steurtjes werd bijna een merk: dat waren flinke kinderen, aanpakkers, doorzetters.

Er waren ook nadelen.

  • Gevoelige kinderen raakten beschadigd in het strenge tehuisleven: de oudere jongens en meisjes konden pesten
  • Je moest flink zijn, opkomen voor jezelf, ook al wist je niet goed hoe
  • Voor persoonlijke aandacht was weinig tijd
  • Er waren lijfstraffen, dat bleef moeilijk al was het deel van het normaal van toen; Van der Steur sloeg met zijn riem

Het tehuis groeide uit tot een enorm vastgoedcomplex met scholen, een kerk, een begraafplaats, een muziekkapel, werkplaatsen  en wat al niet. Oud-Steurtjes hielpen met geld, en nieuwe Steurtjes bleven instromen.
Vooral na de Eerste Wereldoorlog nam de roem van Van der Steur toe. Er kwamen meer inzamelingsacties, op zijn verjaardag publiceerden de kranten zijn nieuwe bedelactie en zijn naam leek garant te staan voor liefdevolle kinderzorg.

Vergeten waren de wanklanken uit 1902, toen Van der Steur grievende uitspraken had gedaan over Indo-paupers. Niemand vroeg zich af, of de inheemse familie niet ook recht had op de kinderen. Nu denk ik: misschien ligt hier nog een taak voor een programma als Opsporing Verzocht. Er is inmiddels zoveel mogelijk met DNA-onderzoek.

Van der Steur stierf kort na de capitulatie in 1945. Oudere tehuisjongens hadden hem uit het kamp gehaald, zodat hij thuis kon sterven. Zijn zuster Marie sprak aan zijn graf.

In Nederland

Eenmaal in Nederland hielden de Steurtjes de naam van Pa in ere. Ze zochten elkaar op, vertelden de verhalen en waren nog steeds flinke aanpakkers, ook in de opvoeding van hun eigen kinderen. Eenmaal een Steurtje, altijd een Steurtje.

De kinderen en kleinkinderen weten vaak dat hun voor/ouder een Steurtje was, alleen al door het portret van Pa dat in de huiskamer hing. Wat ze meestal niet weten, is dat Van der Steur van heel wat tehuiskinderen een dossier aanlegde. Die liggen in het zogeheten Pupillenarchief, dat ik mocht inzien toen ik de biografie van Van der Steur schreef. Het archief ligt in de Leidse universiteitsbibliotheek.
Die dossiers zijn alleen toegankelijk voor nazaten, vanwege de privacy. Logisch. Er zitten vaak zeer vertrouwelijke en openhartige documenten in, dat vraagt om zorgvuldigheid.

(foto’s uit Archief van der Steur)

Schrijftips
Overdenk in wat voor gezinsomstandigheden uw groot/ouders en u zelf opgroeiden, en wat de werkelijke invloed daarvan is geweest. Nooit iets aannemen als vanzelfsprekend, is mijn advies. Van der Steur presenteerde het tehuis als een redding, als een baken van liefde, maar voor veel kinderen was het een moeilijke tijd. Het een en het ander kan alletwee waar zijn. Wilt u daar eens verder over praten, geheel vrijblijvend, met het oog op uw verhaal? Klik hier en maak een telefoonafspraak met me. (er opent een nieuwe pagina, dan kunt u eerst rustig zien hoe het gaat).