In 1921 wist iedereen het: Willem Belle, die heeft gouden handen als hij een viool aanraakt. En dat was ook zo. Net als indertijd zijn vader.
In het Weekblad voor Indië kwam ik een groot artikel tegen over vader en vooral deze zoon. De auteur ervan, kunstcriticus Hans van de Wall, kwam woorden te kort om diens kwaliteiten te prijzen. Dat Belle een viool kon repareren, was een zegen voor de klassieke muziek in de oost. Want hoe verging het de viool die in de tropen arriveerde? Dat zette dezelfde Van de Wall uiteen in het Bataviaasch Nieuwsblad:
- Grootmeesters op de viool, die door het Verre Oosten reizen, ondervinden niet alleen aan den lijve de gevolgen van het heete klimaat, maar zij lijden het meest schade aan hun instrument.
- Er is tot dusver niet één geweest, die, hier aangekomen en zijn vioolkist openend, daarin de kostbare Amati of Guarnerius gaaf en ongeschonden aantrof.
- Integendeel, in al die gevallen lag het Instrument geheel uit elkaar als een wrak, en scheen het onherstelbaar verloren.
- En indien wij in ons midden niet een instrumentbouwer hadden als Willem Belle, den genialen werkman op dit gebied, dien — ik vernam dit vaak uit den mond der vreemde artisten — zelfs het buitenland ons benijdt, dan zouden wij kunstenaars als Piastro, Premyslav en Elman hier niet op hun best kunnen hooren.
Een wrak van een instrument, en wat dan te doen? Naar Willem Belle. Gelukkig staan er in het Weekblad voor Indië mooie biografische passages over vader en zoon, en van die laatste ook nog een foto.
Vader Belle
En [in] die dagen leefde te Batavia, een technicus, de heer W.F. Belle, die uit liefhebberij ook niet onverdienstelijk de violoncel bespeelde, ijverig meewerkte in het toenmalige orkest van “Toonkunst Aurora” en in verschillende kwartet-vereenigingen.
Hij woonde heel bescheiden In het blinde gangetje tussen de tegenwoordige percelen van de “Arnhemsche” (vroeger de Bataviasche Spaarbank) en van “Au bon Marché” op Noordwijk. Buiten zijn vak was hij ook zoo’n beetje knutselaar, die er plezier in had door zelfverzonnen en zelfgemaakte dingen te voorzien in de behoefte van allerlei praktische voorwerpen in het huishouden of voor algemeen gebruik; dingen die men tegenwoordig voor een prikje in elke toko kopen kan, maar die ten tijde van onze grootouder voor geen goud te krijgen waren of hij zocht voldoening in het herstellen van machines, speeldozen, draaiorgels en dergelijke die door anderen onherstelbaar waren verklaard.
Het spreekt haast vanzelf dat hij vooral een bijzondere zorg besteedde aan kapotte muziekinstrumenten, zodat allengs ieder die een beschadigde of onttakelde viool, fluit of cello te repareren, had ermee naar Belle ging. Deze verkreeg hoe langer hoe meer routine en kennis in en van het métier, met als gevolg dat het opzenden van defecte instrumenten naar Europa zeldzamer en eindelijk geheel overbodig werd.
Zoon Belle
Belle had vier zoons, van wie de tweede, Willem, al heel vroeg dezelfde neiging tot nasporingen en uitvindingen op instrumentaal technisch gebied aan den dag legde. Willem Belle junior – en hij is de artistieke werkman, wien dit artikel wordt gewijd – mocht dan op zijn 12e jaar zijn vader in het primitief ingerichte atelier helpen, waar zijn lust tot ingenieus geknutsel werd gebakken door de grote verscheidenheid van objecten, die er ter reparatie lagen.
In het begin droeg de vader zijn zoon slechts ondergeschikt en licht werk op maar de jonge Willem bleek zóó scherp de kunst van den vader te hebben afgekeken, en zóó handig te kunnen omspringen met de caduque stukken in het atelier die hij weer in elkaar zette of aan elkaar hechtte tot ze nieuw en gaaf geleken dat hij weldra en steun werd van zijn vader. Toen deze op latere leeftijd door een ernstige kwaal in den arbeid werd bemoeilijkt, nam Willem alles alleen op zich.
Ontwikkeling
Dan blijkt dat Willem A. Belle niet alleen met zijn handen veel kan, maar dat hij ook intelligent en leergierig is:
- Hij wil kwaliteit van violen horend leren begrijpen, dan dat lukt, dankzij zijn “fijn en uitmuntend gehoor”.
- Hij bezoekt instrument fabrieken in Europa en Amerika.
- Hij gaat naar Duitsland om de vervaardiging van violen ter plekke te bestuderen.
- Hij reist naar Frankrijk en België, naar de dan beroemde fabriek van Laurent (Brussel) en Jerôme Thibouville (Parijs) om te leren hoe vioolsnaren gemaakt worden.
Resultaat
Zo groeide Willem A. Belle dus uit tot een expert, een beroemdheid. Het verhaal gaat verder, want Van der Wall schrijft:
- … en eindelijk heeft hij een vernis weten samen te stellen – zijn geheim – waardoor het mogelijk is geworden om geheel onttakelde en gescheurde of gebarsten instrumenten hun oorspronkelijke schone toon terug te geven tot uitbundige vreugde en verbazing, tevens van de eigenaren die hun kostelijk bezit reeds verloren waanden.
Dat was het moment waarop ik dacht: o, ja? Want Van der Wall is zo adorerend, dat schept wat twijfel. Dus ik bladerde door het mooie boek De Oostenwind waait naar het westen van Henk Mak van Dijk. In het hoofdstuk over klassieke muziek las ik een intrigerende zin:
- Wanneer de houtlijm van instrumenten loslaat, kunnen de instrumentbouwers en – reparateurs, de gebroeders Belle te Batavia, dat herstellen met een lijm waarvan ze het recept zorgvuldig geheim houden.
Vernis lijkt me iets anders dan lijm. Maar je weet het niet, geheim is geheim tenslotte. Van de Wall meldt ook nog dat Belle zelf vanaf nul violen bouwt. Probeert te bouwen, tenminste: ‘Hij is er nog niet mee klaar en zelfkritiek weerhoudt hem er met anderen over te spreken.”
Viool
Dat is goed gegaan. De viool die u hier ziet, is een echte Belle. Inderdaad, uit het oude Indië afkomstig. Gemaakt in 1929 en te koop geweest bij Maas Vioolbouw. Voor de kenners komt hier het bijschrift van de website:
- Deze unieke viool van W. Belle, werd in 1929 gemaakt in Batavia (Jakarta). Willem Alfons Belle volgde in 1909 zijn vader op die een muziekwinkel in Batavia had.
- Hij bouwde violen, stemde piano’s, orgels en repareerde allerlei muziekinstrumenten.
- De viool draagt het etiket: ‘W. BELLE, Luthier, Batavia, (Jakarta) 1929)’ .
- De bovenklos binnen in de viool is gesigneerd en voorzien van de datum van bouw.
- Het achterblad is uit één stuk dos gezaagd esdoorn. Meestal zijn achterbladen van violen ‘kwartiers’ gezaagd.
Hoe zou het Willem A. Belle toch vergaan zijn? En wat deden zijn broers? Henk Mak van Dijk spreekt over de ‘gebroeders’, dus misschien kwamen ze ook in het atelier.
U ziet, er is maar een enkel artikel zoals dat van Hans van de Wall voor nodig om meer dan honderd jaar later de nieuwsgierigheid te wekken. Schrijven is blijven. En dat geldt ook voor uw verhaal.
Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:
- voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
- over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
- maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.
Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt
Geef een reactie