Het is een vraag die de afgelopen week bij me opkwam. Want ja, ik ben helemaal Hollands, en dat is toch anders. Misschien snap ik iets niet.
Zo af en toe lees ik dit soort uitdrukkingen over Indisch zijn:
- Mijn grootmoeder was volbloed Indisch.
- Mijn vader was half-Indisch.
- Ik ben 1/16 Indisch.
Dat lees ik in de levensverhalen die mensen schrijven. U weet, ik help daarbij.
Ongeveer 90 procent weet het precies. Niemand zegt: “Ik heb het Indische in de familie, geloof ik.” Het is dus iets dat belangrijk is.
Het luistert nauw. Want wie zegt 1/16 Indisch te zijn, die heeft met generaties gerekend.
Maar hoe zit het nu, kun je wel of niet half Indisch zijn?
De vraag
Ik belde Inge Dümpel, ze is eightysomething en werkt al decennia in de Indische cultuur. U kent haar vast nog als presentatrice op de Tong Tong Fair.
Op mijn vraag had ze meteen een antwoord: “Zèg.”
Toen vroeg ik om een toelichting.
Inge zegt: “Half Indisch bestaat niet. Je bent Indisch. Of niet. Als je zegt dat je Indisch bent, dan zeg je dat je gemengdbloedig bent. Het maakt dan niet uit of het voor een kwart of voor een zestiende deel is. Je bent Indisch vanwege die vermenging. Je hebt een oosterse voormoeder en een westerse voorvader. Of andersom, maar dat komt minder voor.”
Dat snap ik. Maar het is toch voor mensen belangrijk om dat kwart of wat dan ook te noemen.
“Ja,” zegt Inge, “dat heeft twee kanten. De ene kant is dat iemand zichzelf niet helemaal Indisch voelt maar dat kwart noemt en daarmee hoopt ook mee te tellen in de Indische gemeenschap. En de andere kant is dat de boodschap is, met dat slechts een kwart hoor ik eigenlijk meer bij de westerse wereld.
Ik ga daar nooit in mee. Je bent Indisch of niet.
Indisch is afkomst.”
Nieuwe Indo’s
Inge vertelt: “Ruim dertig jaar geleden kreeg je nieuwe Indo’s. De vliegreizen werden goedkoper en betaalbaarder, dus meer mensen wilden het land van hun familie zien. Dat kon dus, financieel. Het was niet meer zo duur als in ongeveer 1969, toen Tjalie dankzij zijn lezers zo’n tienduizend gulden bij elkaar kreeg voor reis en verblijf. Om ook voor hen te kijken en te horen hoe Indonesië zich had ontwikkeld.
Met het goedkoper worden van de reizen, trok een nieuwe Nederlandse generatie naar Indonesië. Ze werden daar verliefd, begonnen een relatie en daaruit kwam weer een nieuwe generatie Indische kinderen voort. De nieuwe Indo’s.”
“De Indische cultuur van de koloniale tijd is aan het verdwijnen. Alleen de eerste en oudere tweede generatie Indischen kennen die nog. Zij weten wat het betekent om gemengdbloedig te zijn en op te groeien in het land van je moeder, van je voormoeder. Haar land, met haar zeden en gewoonten.
De nieuwe Indo’s groeien op in het land van hun vader of voorvader. Als zij het land van hun voormoeder willen leren kennen, kunnen ze niet meer naar Indië gaan. Dat is nu Indonesië. Een heel andere cultuur. Niet meer de koloniale cultuur waarin hun moeder een ondergeschikte plaats had, een gevoelsmatig vernederende situatie. Dat is niet meer echt invoelbaar. Wel voorstelbaar, als je de moeite neemt jezelf te informeren over wat en hoe die tijd was.”
“De nieuwe Indo zal niet meer voelen wat ik destijds voelde, als mijn Indische vader verdrietig was, wanneer er weer een jongen uit Nederland kwam die in het werk boven hem werd gesteld.
Mijn vader werkte bij het gouvernement. Hij was hoofd financiën van elke haven, waar we woonden: Soerabaja, Makassar en Jakarta. Dat was een goede positie, met daarbij behorende klassen voor het salaris en dus ook de status. Hij zat dan bijvoorbeeld op klasse 2, dus vrij hoog, maar als de Hollandse jongen kwam, werd die meteen op klasse 1 gezet. Ook al bakte hij niets van het werk.
Mijn vader kon daar niets van zeggen.
Thuis wel, iets.
Als kind voel je haarscherp aan wat voor pijn je vader daardoor heeft. Dan had ik al bij voorbaat een hekel aan die Hollander.
Later, toen de Hollanders weg waren, kwam er een Indonesiër van 25 jaar.
Zo was het toen om Indisch te zijn. Moeilijker. Anders.
Dus het is goed dat de nieuwe Indo’s dat niet hoeven te ervaren. Maar weten moeten ze het wel. En ook dat ze Indisch zijn of ze zijn het niet. Daar is nogmaals mijn antwoord op je vraag: nee, je kunt niet half-Indisch zijn.”
Aan de slag
Ik heb het antwoord. En ook borrelen nieuwe vragen op. Misschien heeft u dat ook. Daar zit al een klein familieverhaal in. Wie noemde zichzelf Indisch in de familie, hoe werd er gesproken over Indische mensen? Wat werd er dan gezegd? Wanneer is het in uw familie begonnen met dat rekenen van een kwart of meer dan wel minder Indisch zijn?
Een kladje met eerste gedachten kan het begin zijn van een mooi verhaal. Daar help ik u graag bij. Klik hier en lees meer over persoonlijke schrijfcoaching. (pagina gaat open in een nieuw venster)
Ik ben Indisch omdat ik het WIL zijn.
Daar zit een boek in!
Mijn vader zijn ouders waren allebei van Nederlandse komaf qua voorvader dit hoor je ook terug in de achternamen. En hun moeder ook Indonesisch en Nederlands. Mijn vader was is inmiddels overleden Nederlands en Indonesisch. Mijn moeder heeft een Nederlandse vader en een Schotse moeder zelf is zij geboren in Schotland. Wat ben ik dan? Ik ben geboren en getogen in Nederland – Friesland. Ik oog Indisch maar ik zie en voel mij niet zo. Omdat mijn blonde moeder van Schotse en Nederlandse komaf is ook mijn vader ondanks het Indonesisch uiterlijk in afkomst ook grotendeels Nederlandse komaf. Dus ik doe mijzelf tekort als ik zou zeggen ik ben Indisch. Er bestaat wel degelijk een verschil in kwart of half gemengde komaf ik noem dat geen halfbloed of volbloed of kwart bloed dat zeg je bij de honden fokkerij of paarden fokkerij. Dus ik vind dat echt onzin.
Zelf heb ik ook een beetje moeite met de termen volbloed/halfbloed, al begrijp ik wel dat het een anker met betekenissen kan bieden. Het Indische verhaal is precies zoals u beschrijft vol complexe betekenissen, dat boeit me juist ook.
Beste Roy,
Je zegt dat je indisch oogt maar je zelf te kort doet als je zou zeggen dat je je Indisch voelt. Wanneer we het gemengdbloedige even buiten de Nederlandse context houden en ons naar de USA verplaatsen dan geld daar de “one drop” theorie. Heb je die dan ben ze zo wie zo (officieel!) Asian of Black. En dus never nooit caucasian. Mijn ervaring , ik ben 71 jaar oud, is dat echt heel veel (blanke)Nederlanders bij het vermoeden dat je misschien dan wel Nederlands of Hollands maar niet “van vreemde smetten vrij” bent ze je dat heel graag zullen willen laten weten en voelen. En dan als positief (ze vallen op buitenlandse types) of negatief ( ze voelen zich door hun blanke bloed meer of zijn latent racist) je kunt beter je Indische achtergrond omarmen. Mijn ervaring is dat je er sterker en gelukkiger door wordt. Vriendelijk groet Lodewijk
Indisch mag niet het label zijn dat zou het andere gedeelte van je komaf overschaduwen. Je bent dat door wat je gevormd heeft in opvoeding, taal, cultuur en afkomst.
daar zit iets in, terwijl ook: een label kan houvast geven en herkenning en verbinding brengen.
Eens. Je bent Indisch of niet. Mijn partner is Maori misschien alleen 1/16, maar als je whakapapa (familie herkomst) naar een Maori voorouder gaat, ja dan ben je gewoon Maori, niet half Maori of minder :).
Maori! Ook zo’n enorm rijke en mooie cultuur, het lijkt me heerlijk om dat als partner-van zomaar cadeau te krijgen.
Zowel de eerste generatie Indo’s die door omstandigheden vanuit Indonesië naar Nederland kwamen als ook de tweede generatie Indo’s ( bij deze laatsten alleen die een getinte huidskleur hebben en genetisch eerder de lichaamslengte van een Zuidoost-Aziaat hebben, dat ze door de blanke Nederlanders als inferieur gezien worden en als tweederangs burger behandeld worden wat direct sociaal, maatschappelijke gevolgen hebben. Zowel in ieder geval de Nederlands-Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk heeft naar hun eigen zeggen minstens 50 jaar de Apartheid in Nederland sociaal, maatschappelijk en op nog veeel plaatsen toegepast op de gekleurde bevolking, waaronder dat deze het ook toepasten op de gekleurde minderheden waaronder de gekleurde Indo’s. Dit heeft natuurlijk onmiddellijk sociale, maatschappelijk. economische en zelfs juridische gevolgen. M
Dat zijn stevige uitspraken, ik ben benieuwd naar de lange versie – vermoedelijk zit daar ook een familieverhaal in.
Vivian wat je zegt klopt het kan je ook een identiteit geven als je bepaalde afkomst juist wilt koesteren. Inferieur brrr wat een zware uitspraken dat is geen enkel mens ten opzichte van een ander mens er bestaat alleen het mensenras. Culturele verschillen zijn er wel kijk maar wat een ellende in deze wereld aan afkeur, onbegrip, intolerantie het brengt.
Daarom ben ik blij dat de jongere generaties in het algemeen veel mondiger zijn. Ook omdat ze opkomen voor de pijn van hun ouders.
Dat Indische, dat is voor mij meer een gevoel dat je meekrijgt, waar je mee opgroeit. Het is niet belangrijk vind ik hoe veel of hoe weinig Indisch bloed je in je hebt. Ik ben in Holland geboren nadat mijn ouders terugkeerden uit Indie, maar als belanda heb ik me altijd meer thuis gevoeld in de Indische gemeenschap. Ik kreeg iets van de Indische cultuur mee van kinds af aan. Pas veel later leerde ik dat mijn grootmoeder, die ik helaas nooit hebt gekend, half Javaans was. Die kennis was voor mij aanstoot om meer te leren over Indonesie, haar taal en cultuur. Het verrijkte mijn leven.
Wat mooi dat u alsnog via uw grootmoeder de weg naar ‘huis’heeft kunnen vinden, zo klinkt het althans. Het geeft me weer wat vertrouwen in het bewaren en doorgeven van de Indische cultuur. Hopelijk is het nog mogelijk om iets over uw grootmoeder te schrijven en door te geven aan de volgende generaties.