Pa van der Steur had een tehuis bomvol kinderen die elke dag moesten eten. Veel donateurs zaten in Nederland. En toen, in 1914, brak de Eerste Wereldoorlog uit. Wég donateurs. Wat deed Pa?
Deze week dacht ik veel aan Pa van der Steur en hoe hij steeds weer het beste wist te maken van een moeilijke situatie. Het leidde me af van het nieuws en bovendien haalde het me uit mijn eigen gepieker. Hopelijk heeft u er ook iets aan. Dat u weet: anderen kwamen ook door een moeilijke tijd heen.
Steurtjes
Pa was Johannes van der Steur (1865-1945), een zendeling uit Haarlem. Hij vertrok naar Indië om daar geestelijke en praktische bijstand te verlenen aan militairen. Dat lukte, maar al snel kwam daar een taak bij: de zorg voor kinderen. Zij hadden een Europese vader, meestal militair, die niet meer voor zijn kind wilde of kon zorgen. Pa vond dat deze kinderen niet in de kampong mochten blijven (ook al hadden ze een liefdevolle moeder of familieleden) maar een Europese opvoeding moesten krijgen. Zijn tehuis groeide snel in omvang. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog had hij honderden zogeheten Steurtjes in huis.
Ja, en wat doe je dan als de donateurs weg vallen?
De inkomsten vielen grotendeels weg.
Hoe lang de oorlog zou duren, wist niemand.
Onzekerheid op alle vlakken.
Dat gevoel hebben velen van ons nu ook. Dat je denkt: hoe moet dit verder?
Dacht Pa ook. En hij was niet gek te krijgen, al stortte de wereld om hem heen in.
3 Niet klagen maar vragen: kijk naar de naasten
Met het uitbreken van de oorlog begreep Pa dat hij van Nederland weinig kon verwachten. Daar was de nood immers ook hoog. In vorige jaren had hij in kerken laten collecteren voor zijn werk. Dat viel weg, vertelde hij in zijn jaarverslag van 1914. Dat jaarverslag stond bomvol tragische gevallen van moeders en kinderen. Toen ik het las, wilde ik metéén geld geven. Aan het slot somde Pa op wat hij kreeg en nodig had:
Sommige leesgezelschappen zonden ons hunne uitgelezen tijdschriften, bladen, boeken, couranten enz. Dat alles is immer welkom, want buiten den arbeid onder onze kinderen hebben wij nog het militaire tehuis, het hospitaal, de gepensionneerden, enz. De voorraad van deze dingen is geheel op en wij hebben dus weer ruimte om te bergen.
Hebt hij nu, Lezer, lust om wat te zenden, dan vullen uwe wenschen en de mijne elkander aan vormen een schoon geheel. Daartoe wilt gij immers mede helpen, ook voor 1915?
Zo moet het, dacht ik. Vragen om wat je nodig hebt. Kijk naar degenen die je nabij zijn. Misschien dagelijks een telefoontje met bemoediging. De vraag is hier: wie kan u helpen om deze tijd goed door te komen?
En misschien kunt u een ander ook helpen.
2 Doe wat wèl kan
Pa had dus nauwelijks geld. Dus hij ging creatief denken en doen, ook met de hulp van de Indische pers die zijn tehuiswerk steunde. De kranten schreven positief over allerlei kleine en grote acties die geld opleverden.
Zo schreeef in 1916 het Bataviaasch Nieuwsblad over de padvinders en ‘meisjesgezellen’ van Bandoeng, die oranjeknoopjes hadden verkocht, en zo 440 gulden voor het tehuis hadden verdiend. Dezelfde maand ging de opbrengst van een lezing naar Van der Steur: weer 86 gulden erbij. Een collecte tijdens een voetbalwedstrijd in 1917 bracht 110 gulden op. In 1917 werd er te Magelang een comité opgericht dat zich tot doel stelde: ‘over geheel Indië gelden bijeen te brengen voor de vorming van een jubileumfonds Van der Steur en den bouw van een eigen gestichtskerkje, teneinde den heer Joh. van der Steur bij gelegenheid van zijn 25jarig jubileum op een hem waardige wijze voor zijn edel werk te huldigen.’
Zo ging Pa onvermoeibaar door met geld vragen en laten inzamelen. Elk dubbeltje telde. Er moest rijst op de borden in het tehuis.
Zitten klagen over hij wat niet meer kon, hielp daarbij niet. Dus hij deed wat wèl kon.
Hier is de vraag: wat kunt u in deze tijd wèl doen om u goed te voelen?
1 Vasthouden aan iets groters
Wat dit voor Pa was, weet u vast. Als overtuigd Christen geloofde hij in God en dus leefde hij naar: ‘Uw wil geschiedde’. Wanneer u het geloof niet heeft, zoek dan iets groters dan uzelf om steun bij te vinden:
– de natuur: raak de bast van een oude boom aan en bedenk wat deze boom allemaal heeft zien komen en voorbij zien gaan. Als er ooit een moment was om bomen te gaan omhelzen, is dat nu. In stromend water staren, is ook rustgevend.
– het universum: er zijn mensen die ervaren ‘dit moest zo zijn’. Die gedachte troost.
– anders (hier wist ik het even niet meer)
De oorlog kwam en de oorlog ging voorbij. Het tehuis bleef bestaan en het bestaat nòg. Dus van Pa kunnen we wel het een en ander leren.
Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
Geef een reactie