Rhemrev

Koelies, contractvrouwen, Deli en de ijzeren rug van mr Rhemrev

RhemrevZeg eens: koelies. Wie ziet u voor uw geestesoog? Ik ook: mannen. In een oud rapport las ik over het fenomeen contractvrouwen. Het kwam neer op een vrouwelijke koelie. Ik las verder.

Een van de veranderingen in het nadenken over het oude Indië, is dat we nu ook andere stemmen willen horen. Wat vond de inheemse bevolking van X of Y? Dat is niet altijd haalbaar. Een tijdje terug las ik over Van Daalen in Borneo: periode eind 1904, begin 1905. Hij had hulptroepen bestaande uit Dajakkers. Ja, hoe vonden de Dajakkers om onder bevel van deze officier te staan? Onbekend. Maar met de koelies en contractvrouwen ligt dat even anders.

Rhemrev-rapport

Wat ik las was het roemruchte Rhemrev-rapport. Uit 1905. Het staat in Delpher, dat wil zeggen zonder alle bijlagen. In het Nationaal Archief heb ik die gezien: ze vormen een stapel van 20-30 centimeter hoog. Allemaal verslagen van gesprekken met koelies en contractvrouwen. Ho, wacht even, ik ga te snel. Even wat historische puntjes onder elkaar:

  • Deli, dat was Sumatra. Uitgestrekte ondernemingen. Veel tabak, grote winsten. Planters waren harde werkers en op hari besar dronken en vloekten ze en hingen ze aan kroonluchters. Niet allemaal, hoor. Maar u heeft een beeld.
  • De planters hielden hun koelies en contractvrouwen in een ijzeren greep. Want volgens de Koelieordonnantie (1880) mocht de planter zelf optreden als rechter en volgens de poenale sanctie mocht de planter zelf straffen.
    Daar kwamen zeer veel ellendige toestanden van.
  • In 1902 verscheen De millioenen uit Deli van mr J. van den Brand. Een aanklacht tegen het machtsmisbruik. Vol emotie, vol anecdotes met ellende. Daarna verscheen in 1903: Nog eens: de millioenen uit Deli.
  • Samengevat: de Indische pers ontplofte zowat.
  • De Tweede Kamer in Nederland moest wat doen en deed iets. Want zoiets klopte niet met het zelfbeeld van Nederland als humane kolonisator.

IJzeren rug

Hierrrrr komt hij. Officier van justitie mr. J.L.T. Rhemrev, een telg uit de bekende Indische familie Rhemrev waarover veel te zeggen valt, maar ook dit: een Rhemrev heeft geen slappe knieën. Wel een ijzeren rug.
Deze Rhemrev ook.
Johannes Leendert Thamerus Rhemrev (1854-1927) had in Leiden een rechtenstudie gedaan, keerde terug naar Indië en maakte daar een mooie carriere waaruit ook al bleek dat hij:

  1. met mensen kon omgaan
  2. taalkundig begaafd was: Maleis, Javaans
  3. gevoel had voor andere culturen: hij vertaalde het Wetboek van Strafrecht in het Maleis

Het rapport

Mr. J.L.T. Rhemrev was dus de juiste man om al die wantoestanden te Deli te onderzoeken. Mensen ter plekke te gaan spreken. Een accuraat verslag te schrijven. Dat werd het Rhemrev-rapport:
Rapport van de resultaten van het mij bij Gouvernements-besluit van 24 Mei 1903, no. 19 opgedragen onderzoek (1905).
Het is zakelijk proza. Precies. Lange zinnen. Maar je blijft lezen, want hier is iets wat zelden voorkomt uit de oude tijd: de inheemse bevolking aan het woord. In de bijlagen, die dus in het Nationaal Archief liggen.
Ik citeer uit het Rapport een zeer ellendige toestand, u bent bij deze gewaarschuwd.

De controleur van Serdang J.R. Stuurman heeft verklaard dat hij met de dokter djawa Renong op inspectie was bij de onderneming Damah Gloegoer Kiri, eigendom van Ch. Martin, beheerd door E.V.P. Elin. Dit is onder andere de verklaring van de controleur. Hij “heeft bevonden”, schrijft Rhemrev formeel:

  • dat de deur van het hospitaaltje der onderneming door middel van een hangslot was afgesloten;
  • dat zich aan de voorzijde van dit gebouwtje in de houten omwanding een venster-opening bevond, waarvoor een rasterwerk van ijzerdraad met groote mazen was aangebracht, terwijl een gelijksoortig rasterwerk aanwezig was voor eene opening boven de deur;
  • dat zich in dat hospitaal, dat ongeveer 4 Meter lang en breed en gelegen was aan een plantweg, aanwezig waren 5 nog jeugdige vrouwen, opgevende te heeten Ngadinea, Marrina, Sarinen, Tindil en Sina, verder een Javaan, zich noemende Mat Saleh, alle welke personen er zeer zwak, vermagerd en vervuild uitzagen, terwijl de eerstgenoemde vrouw een goeniezak, bij wijze van sarong, droeg;
  • dat op de slaaptafel, die ongeveer de helft van de inwendige ruimte van het vertrek innam, het lijk van een javaansche vrouw, volgens de andere vrouwen Siam geheeten, lag, welke vrouw, naar de mededeeling der andere zieken, den vorigen namiddag gestorven was.
  • Het hierboven omschrevene werd door den heer Stuurman waargenomen, terwyl hy voor bovenbedoelde venster-opening stond, waar een stank heerschte, afkomstig van faeces, die in dat gebouwtje op den grond lagen. Bij ondervraging der zieken door genoemden Controleur deelden dezen hem mede dat zij dagelijks tweemaal voedsel, bestaande uit gekookte rijst en gedroogde visch, kregen;
  • dat zij, bij het ontbreken van een privaat, genoodzaakt waren hun natuurlijke behoeften op den grond te doen;
  • dat de deur van het zoogenaamde hospitaal slechts twee maal per dag geopend werd, namelijk wanneer de Javaansche vrouw Amina het eten bracht, van welke gelegenheid de zieken gebruik maakten hun faeces naar buiten te werpen;
  • dat na opening van de deur van het hospitaal de zieken door den dokter-djawa Renong werden onderzocht, bij welk onderzoek bleek dat eenigen hunner niet in staat waren zich op te richten;
  • dat dienzelfden dag de zieken naar het Gouvernementshospitaal te Loeboeq Pakam vervoerd werden.

Juist door het droog noteren van de feiten is het moeilijk te bevatten. Lagen die vrouwen nu gewoon te creperen?
Ja.
Daar en elders.
En er waren verschrikkelinge mishandelingen, eerder martelingen. Verkrachtingen. Niemand kon weg, gebonden aan de planter via contracten en (vaak fictieve) schulden. Dus vaak stapelde het zich allemaal op.

Moedig

Rhemrev schreef het hele rapport in die stijl. En de bijlagen nog. Wat een moed, om al die misstanden unverfroren op het papier te zetten. Ze vormden een commentaar op het koloniale bewind.
Na ontvangst van het rapport was de Tweede Kamer aan de beurt. Die moffelde het weg want: te erg.
J.C. Breman schreef er veel over in zijn Koelies, Planters en Koloniale Politiek (1987).
Zelf lezen is het fijnste, het Rhemrev-rapport (zonder de bijlagen helaas) staat hier: klik en download (http://hdl.handle.net/1887.1/item:941257)

Dus de ellende bleef. Pas zeer laat werden de Koelie-ordonnanties afgeschaft. Mr Rhemrev maakte gelukkig nog een mooie carrière.

Verlangen

Had ik maar een biografie van mr. J.L.T. Rhemrev, wist ik maar meer van zijn leven, ik voel zo het verlangen om hem beter te leren kennen. Wat ik weet komt uit krantenberichten bij zijn vertrek hemelwaarts in 1927. Ik lees een zin als: ‘De overledene stond hekend als een eminent jurist, die behalve de moderne, zoo goed als alle Inlandsche talen kende, die door zijn groote wetenshap het physieke van den inlander begreep en daarom ook bij hen wegens zijn eerlijk en humaan optreden geliefd was; hij stond om zijn rechtschapenheid en eerlijkheid zoowel in lndie als hier te lande algemeen bekend.’

Dus heeft u familie in Deli gehad, dan kunt u via dit Rapport meer te weten komen over het leven toen en daar. Ja, er staan schaduwzijden in, en flinke ook. Maar dat is ook informatief. Daarmee gaat u verder denken. Er was dus een hospitaaltje op die onderneming. Misschien elders ook. En hoe vaak kwam de dokter djawa? En hoe was het eten als het wel goed was? Van het een komt u op het ander.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de omstandigheden bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  •  voor vrijblijvend advies over de goede bronnen
  •  voor overleg over de opzet en aanpak van uw project
  •  maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

O, die geweldige grote Indische families, waar zijn ze?

Indische familieEr zijn Indische families, van naam en faam, groot en vertakt in ik weet niet hoeveel hoofdtakken en zijtakken en bescheiden kleine takjes die het leven ook waard zijn, en toch denk ik: waar zijn ze? Waar zijn die geweldige grote Indische families?

Bandoengers

Misschien komt het door de corona-tijd, maar ik heb de indruk dat er voor die periode veel meer bijeenkomsten waren. Meer reünies. Ook van scholen. Van steden.
Ik herinner me een grote bijeenkomst van Bandoengers waar een informatiestand was met van alles over Hotel Homann. De meesten die er waren wisten alles al daarvan, genoeg die er nog hadden gedanst, maar ik niet, nooit, dus ik stond met grote ogen te kijken.
Bandoengers, waar gaan jullie tegenwoordig heen? (En mag ik daar ook komen?)

Soerabaja Fuif

Ook herinner ik me een overweldigende Soerabaja Fuif – met hoofdletters – in een hotel. Er was een foto-tentoonstelling op grote panelen gemaakt, zig-zag door de zaal met een volle dansvloer. Het was zo veel, dat ik buiten op een bankje even moest pauzeren. Maar ja, daar hoor en zie je ook van alles.
Dergelijke fuiven zijn er geloof ik niet meer.

Indische familie

En altijd als ik zo rondzwierf, ontmoette ik vroeger of later iemand met een achternaam waar ik meteen blij van werd. Want dan wist ik: een grote Indische familie.

  • Angenent (de eerste keer was op een bijeenkomst in Groningen, toen kreeg ik eten mee voor in de trein terug)
  • (van) Motman (ooit was ik op een familiedag, een van de mooiste dagen uit mijn leven tot dusver)
  • de Clercq Zubli (zeldzaam, Wieteke van Dort zong het immers: “meneer de Clercq Zubli, hij is ook al dood”)
  • de la Croix
  • Dezentjé (dan zeg ik altijd tegen mezelf nou niet weer over gif beginnen)
  • van Prehn (ook zeldzaam maar wel een mooie naam)
  • Lapré (altijd aangenaam)
  • Trouerbach

Er zijn meer grote Indische families:

  • Barkey
  • Mesman
  • van Polanen Petel
  • Van Riemsdijk
  • Rhemrev
  • Swaving
  • Varkevisscher (ook: Varkevisser)
  • (de) Winter

Vast nog meer, dus als u een naam heeft? Moet dan wel een familie zijn die:

  1.  generaties in Indië is geworteld en
  2.  vooral Indisch is.

Verknoopt

Ik weet dat er veel reünies en bijeenkomsten gestopt zijn, omdat het bestuur zich te moe en oud voelde en er geen jongere aanwas kwam. Het KRIS is ter ziele, dat was een samenwerking van verschillende scholen uit Indië. Op de bijeenkomst kwamen tachtigplussers die enorm goed konden jivven. Dat je meteen ziet: zo hoort het.
Op de website van de Stichting CAS-Reünisten las ik iets over de “laatste” reünie. Hopelijk komt er weer een volgende.
Ja, nee, er is volop Indisch verenigingsleven, daar gaat het me niet om. Pelita organiseert in van Leeuwarden tot aan Maastricht en terug allerlei bijeenkomsten, zelf ben ik lid van drie clubs die bijeenkomsten met muziek en bingo houden, maar ik bedoelde de steden. De scholen. Alleen voor Nieuw-Guinea kun je nog terecht, is mijn indruk.

Het mooie van dat soort bijeenkomsten is die gedeelde achtergrond, het bezit van een eigen wereld in dat grote Indië. Dat iedereen van een school die ene docent nog kan beschrijven, en wie op wie verliefd was, en dan de namen erbij, en ook hoe het afliep.
Of verhalen over de kleding, wie wat droeg op een avond in hotel Homann.
Dat alles is iets van toen in de tijd dat het vanzelfsprekend was om een Indische naam te horen en dat iemand dan zegt:

  •  o ja, die familie, mijn ouders hadden nog vrienden die ook zo heten
  •  mijn tante is van zichzelf een meisje Van Riemsdijk
  •  bij mij in de straat vroeger woonde een gezin Van Polanen Petel

Ook dat is Indië: hoe de grote oude Indische families met elkaar verknoopt raakten, en er zo eigenlijk een nieuwe en nog grotere Indische familie kwam.
Hoe dat verknopen ging, hoor je toch vooral op een Soerabaja Fuif. Of een Bandoeng Reünie (“Wij woonden ook aan de Mangalaan.”).

Maar misschien komt het terug. Dat kan best, de jongere generaties zijn zoek naar het verhaal van hun familie. De beste manier is de klassieke manier van iedereen bij elkaar roepen. Oud en jong, vragen en antwoorden bij elkaar, muziek en snacks, een heerlijke dag.

Schrijftip
Wanneer u over de familie in Indie schrijft, denk dan ook aan hun vrienden en kennissen. Wie waren dat? Als u dat niet weet, moet u speculeren. Vrienden en kennissen vond men bij verenigingen (zoals het Indo-Europeesch Verbond), bij liefhebberijen (denk aan verenigingen) of bij kerken en andere geloofsgemeenschappen. Hierover puzzelen kan leuk zijn en u kunt zomaar nieuwe ontdekkingen doen. Wilt u hier eens over praten en vrijblijvend telefonisch overleggen? Boek dan een gratis overleg-gesprek via mijn digitale kalender. Klik hier en kijk hoe dat gaat. (Opent in een nieuwe pagina)

gratis ebook

Ga naar de bovenkant