Maar hoe maak je nasi tim?
Zeg tegen een ziek iemand: “Jij hebt nasi tim nodig,” en de ander is al half beter. Als je tenminste het goede maakt.
Nasi Tim is een gerecht waar een lintje om mag, zo belangrijk is het. Goede voeding en troost op hetzelfde bord. En ook is het recept mysterieus, tenminste voor iemand als ik zonder Indische achtergrond.
Het is soep en toch ook niet.
Rijst en meer dan dat.
Het is eenvoudig maar toch luistert het weer nauw.
Eten is emotie, is ervaring, is herinnering. Kent u dat, iets van vroeger eten en dat u dan meteen weer weet: ja, dat was daar, en toen, en wie erbij waren? Dan weet u alles weer. Dat schrijft u toch wel op? Zo kunt u ook familiegeschiedenis schrijven.
Ik raadpleegde mevrouw J.M.J. Catenius-van der Meijden in haar Groot nieuw volledig Indisch kookboek, 1381 recepten Den Haag/Brussel: Van Goor zonen (negende druk; eerste druk vermoedelijk 1925). Dit schrijft ze:
17 Nasi tim
Voor zieken: bijv: voor een of twee personen. Een kopje rijst, 2 kopjes water, 3/4 theelepel zout, 1 ons gehakt van kip of van kalfsvleesch, of een kipekluif, danwel een stukje malsch rauw vleesch.
- Het gehakt maakt men aan met een ei, een sneedje geweekt brood en zout.
- Nu neemt men een zogenaamden timpot, (een petiman), doet daarin de rijst met het water en stoomt den pot, die goed wordt dichtgemaakt, in een groteren pot met water, gedurende een half uur. Ook de grootere pot moet dichtgedekt zijn.
- Is de rijst in den timpot bijna gaar, dan neemt men er de helft uit en doet er den bal gehakt (de kippenkluif of het vleesch) in en bedekt dit weer met de uitgehaalde rijst. Als de rijst te droog is gestoomd, voegt men er een scheutje water bij, wanneer het gehakt er in wordt gedaan.
- Men laat de rijst verder twee uren doorstoomen, terwijl men telkens in den grooteren pot warm water bijvoegt, als dit te veel verdampt is. Dit water moet beneden (onder) het deksel van den timpot blijven.
Ik weet het niet: een timpot is me onbekend. Maar ik vermoed dat er iets zachts en zaligs uit komt.
Heerlijk.
Mijn eerste eetherinnering is kippensoep van oma. Ze zette een groot wit bord met een gouden randje voor me neer, en ik kreeg een enorme lepel. Dat is best moeilijk als je zes jaar bent, zo oud was ik. De geur was zoutzoet en er kwam damp uit bord. Ik kreeg het nooit helemaal op maar dat gaf niet. Die borden met gouden randje maakten ook diepe indruk op me. Nu koop ik overal en nergens serviesbordjes… allemaal met een gouden randje.
Kookboek
Ik keek ook even in het andere kookboek van mevrouw Catenius: Makanlah nasi! (eet rijst!) De Indische rijsttafel (voor Holland) ‘s-Gravenhage: Ort & Van Straaten, 1922 (derde, vermeerderde druk van ‘Patti. De Indische rijsttafel’)
In het voorwoord ervan spreekt mevrouw haar voldoening uit over het de reacties over het laagdrempelige van de recepten. Het bleek inderdaad…
- … zoodanig te zijn samengesteld, dat ook onervaren vrouwen en zelfs heeren — dit is mij persoonlijk bekend — het gaarne als leiddraad gebruiken bij de bereiding van een eenvoudige maar goede rijsttafel.
Hierdoor bemoedigd – want ik ben een onervaren vrouw – las ik aandachtig hoe ik rijst moest bereiden. Als volgt:
1. Gewone rijst.
- Alle rijst, welke ook en van welken prijs, moet, alvorens gekookt te worden, worden gewasschen, opdat het stof, het meelige, met het waschwater wegvloeit. Zonder deze bewerking zou de gare rijst er als pap uitzien. De rijst moet tevens, door het wasschen, helder wit zijn.
- Men neemt ongeveer twee à twee en een half pond rijst en wascht ze goed helder.
- Daarna doet men de rijst in een geëmailleerden of ijzeren pot met deksel en voegt er zooveel water bij, dat dit ongeveer 2 à 3 c.M. boven de rijst uitkomt. Men voegt er 1 à 2 afgestreken lepels zout bij. Nu wordt den pot gesloten.
- De rijst laat men niet te hard, boven een matig vuur, koken, tot ze bijna is droog gekookt en er zich gaatjes in het gekookte vertoonen. Daarna neemt men den pot van het vuur, roert de rijst goed door elkander en voegt er nog een klein kopje water door en laat dit, met het deksel er op, boven een zacht vuur koken, tot de rijst gaar is. Nu en dan moet men er nog in roeren.
- Rijst kan, naar mate van het vuur, op deze wijze gekookt, in een à anderhalf uur gaar zijn.
2. Een andere manier.
- Heeft men de gewenschte hoeveelheid rauwe rijst genomen en haar goed schoon gewasschen, dan neemt men op een kopje rijst twee kopjes water. Het water eerst laten koken met een weinig zout (op 2 kopjes water 1/2 à 1 theelepel zout).
- Als ’t water goed kookt en borrelt doet men er de rijst in en roert men steeds, tot er geen water meer boven de rijst is (10 à 15 minuten). Dan dit boven een zacht vuurtje een à anderhalf uur laten stoomen. Den pot houdt men goed gesloten en mag dan niet tusschentijds worden geopend.
- Na 1 1/2 uur de rijst met een houten lepel omwoelen; zoogenaamd – losmaken – en dan is de rijst gereed, om warm te worden opgediend. Wil men dus om half zes eten en warme rijst ter tafel brengen, dan moet ze om vier uur worden opgezet.
Ik begrijp de investering van tijd en liefde.
Maar ik deins ervoor terug.
Deze twee manieren vormen de basis voor Nasi Tim, zo blijkt:
11. Rijst voor zieken en zwakken.
(b. v. voor 1 of 2 personen)
Nasi-tim.
- Men neemt 1 à 1 1/2 ons rijst en kookt deze als is aangegeven in no. 1 – verder: 3/4 theelepel zout, 1 ons kalfsgehakt of kalfsvleesch.
- Wordt de rijst met gehakt gekookt, dan wordt dit eerst met zout, brood en een ei aangemaakt.
- Men neemt vervolgens een klein pannetje met deksel en kookt de rijst op, als in no. 3 aangegeven. Daar de rijst zacht moet zijn, wordt er meer water bijgevoegd, tot ze, gaar zijnde, nog zacht is en het vleesch of gehakt gaar is.
Het blijft verlangen, ook naar een Nasi Tim versie die plantaardig zou kunnen zijn. Tot ik een simpel recept heb, is het voor mij zaak gezond te blijven, zodat ik geen Nasi Tim nodig heb. Nassi tim lijkt me heerlijk, zeker nu er de koude dagen weer aankomen. Maar klopt het recept van mevrouw Catenius voorlees? En kan het ook plantaardig? Wat vindt u? Reacties graag onder het artikel, dan hebben we er allemaal iets aan en dat is fijn.
Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:
- voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
- over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
- maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.
Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt