schrijfcoaching

Dit is het eenvoudigste begin van uw levensverhaal (video)

levensverhaal

“Mijn familie is generaties lang in Indië geweest, wij zijn verindischt maar we zijn niet Indisch,” zei de mevrouw tegen me. Ik had het gevraagd, of ze een Indische achtergrond had. Wie dat heeft, is er vrijwel altijd heel precies over.

Klassieke antwoorden zijn:
“Ik ben één zestiende Indisch.”
“Ik ben INDO, weet u wat dat betekent? In Nederland Door Omstandigheden.” (Dit zeggen vooral 70plus mannen die daarbij hun stem verheffen.)
“Ik ben half-Javaans.”
“Mijn moeder was een Indisch meisje, maar ik ben gewoon Nederlands.” (Hier is het eeuwige misverstand over het verschil tussen Hollands en Indisch.)

Elk antwoord verwelkom ik, omdat het gesprek ermee verder gaat. Ik vind dat iedereen het recht heeft om zichzelf te benoemen. Ooit verklaarde een zeer Indische dame hardop dat ze “pur sang Hollands” was. Dat gevoel, die woorden, het maakt ook deel uit van het eigen levensverhaal. Want ja, hoe je jezelf benoemt, dat heeft een reden, en die reden is belangrijk.
Dan vraag ik altijd: “U schrijft uw levensverhaal toch wel op?”
De tegenvraag komt: “Maar hoe begin ik?”

Advies

In mijn vorige artikel heb ik drie manieren uitgelegd om te beginnen met een familieverhaal te schrijven. Voor het schrijven van een persoonlijk levensverhaal heb ik ook een advies.

Het kan creatief, met terugblikken, in de hij/zij-vorm, met een gedicht of weetikwat-allemaal, maar mijn dringende advies is: hou het eenvoudig.
Want:

  • eenvoud biedt overzicht
  • eenvoud maakt dat u gemakkelijker ziet hoe u verder moet
  • het moeilijker maken kan altijd nog

Dus wat is de eenvoudigste manier om met uw levensverhaal te beginnen?

(tekst loopt door onder video)

Een levensverhaal beginnen is iets spannends. Want het is wel de bedoeling dat u dan verder gaat. In de video zeg ik het ook: vaak denken mensen dat schrijven net gaat als met die dominosteentjes: geef er een tikje tegen en de hele rij gaat vanzelf om. Ziezo klaar.

Begin

Het begin betekent: de eerste zin van hoofdstuk 1. En een levensverhaal bestaat uit gemiddeld tien hoofdstukken en elk ervan heeft een aantal pagina’s. Er hoort een inleiding bij. Soms een nawoord. Een inhoudsopgave. Maar eerlijk is eerlijk: met de eerste zin heeft u een goed begin, en dat geeft de burger (m/v) moed.

In de video gaf ik het antwoord en een beetje meer, dus hier zal ik het kort houden. U begint uw levensverhaal met de eenvoud der eenvouden: “Ik ben geboren op….”. Daarna kunt u uw ouders en andere familieleden beschrijven, maar het begin is, inderdaad, bij het begin.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

hoe begin ik

Zo schrijft u uw familieverhaal (video)

familieverhaal

“Dus je had Tante Dé, maar ja, ze was eigenlijk mijn tante niet, snap je,” zei de vrouw bij me aan tafel. Hm-hm deed ik, want ik wilde dat ze verder vertelde. Even later: “Je weet toch wat een anak mas is?” Ik weer: hm-hm. Ruim een half uur later besloot ze met: “En zo kwam ik er dus achter dat ik nog familie in Indonesië heb.”
Ik vroeg: “Dat schrijft u toch wel op?” Want ik wilde het dolgraag lezen: haar familie was Indisch, Hollands, Peranakan en Javaans.
Ze zuchtte en keek me aan.
“Hoe begin ik zoiets?”

Families

Bij het begin, dacht ik, maar dat antwoord is te simpel. Indische families, families uit Indië kunnen heerlijk ingewikkeld zijn. Onbegrijpelijk voor een gemiddelde Hollander. En vaak ook te moeilijk om te snappen voor de kinderen en kleinkinderen. Dat het allemaal samen ging en toch ook niet, dat iedereen wist wie-wie was, en je had een eigen plaats en er waren toch duizend gevoeligheden. Omdat je toch nooit kon weten. Ja, en dan de oorlog nog.

Hoe zet u dat op papier?
Er zijn drie manieren.
Op de video leg ik het uit op een schoolbord.

(tekst gaat verder onder video)

Eerste manier: per generatie

Dan schrijft u eerst de namen op van de oudste generatie die u zich kunt herinneren of waarover u informatie hebt. Dan zet u de andere feiten erbij: geboorteplaats, huwelijken, kinderen. Misschien weet u nog iets van verhalen, van anekdotes.
Daarna gaat u verder met de op-een-na-oudste generatie. Dan de op-twee-na-oudste generatie.
Het voordeel van deze methode is dat het altijd lukt. Het biedt overzicht. En het geeft niet als u van de een meer weet dan van de ander. Deze methode is ideaal als u om de een of andere reden haast heeft.
Een nadeel is er ook: het ziet er een beetje schools uit, een beetje opstel-achtig.

De tweede manier: via chronologie

U maakt een lange lijst van jaartallen, misschien wel vijftig of honderd, of nog meer, en u vertelt per jaar wat er daarin gebeurde in de familie. Wie wordt er geboren, wie gaat er hemelen, wie verhuist er en waarheen, zijn er ruzies of juist verzoeningen, schrijf alles op wat u weet per jaar.
U krijgt dan een helder chronologisch overzicht van alle familiegebeurtenissen. Het is meteen duidelijk dat er in sommige jaren veel gebeurt (ik denk even aan 1942) en in sommige jaren minder tot niets.
Voordeel van deze methode: lukt ook altijd en het ligt tenminste vast. En u kunt samen met familie eraan werken, dan mailt u: “Waarom verhuisden we ook al weer naar Bandoeng in 1938?” Dat kan gezellig zijn.
Het nadeel: u heeft wel het overzicht, maar het kan een beetje saai zijn, want het is een verzameling van feiten en geen verhaal.

De derde manier: via uw levensverhaal

Dus u schrijft in de ik-vorm, van het kleine kind dat u was tot en met de volwassene die u nu bent, en in de ik-vorm kijkt u naar de familie.
Wie leerde u het eerste kennen? Vast uw ouders. Dan gaat hoofdstuk 1 over uw ouders. En dan kunt u gemakkelijk ook hun ouders beschrijven, dus uw grootouders. U beschrijft hier ook in wat u later ontdekte. Als baby weet u immers nog niet dat uw ouders een naam hebben.
En in hoofdstuk 2 bent u al wat ouder en dan beschrijft u de tantes en ooms, eventueel de broers en zusters. Zo gaat u verder tot en met het laatste hoofstuk.

Voordeel van deze manier: u schrijft een meeslepend levensverhaal dat recht doet aan de familie, en zo blijft dat tenminste bewaard. Er zijn verhalen, u wordt zich bewust van de onderlinge banden, positief en waar de spanning zit, en dan schrijft u op.
Tweede voordeel van deze manier: u kunt het samen met mij doen. Ik geef 1-op-1 schrijfcoaching. Als u daar meer over wilt weten, klik dan hier. U komt dan op de webpagina waarop ik vertel hoe zoiets gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

herinneringen

Wanneer u wel of niet over de oorlog schrijft

oorlog

“En toen kwam ik dus in het ziekenhuis,” zei de oudere heer. Hij zweeg. Ik ook. Zijn verhaal herhaalde hij keer op keer,  dus ik wist wat hij ging zeggen. “Toen kwam alles terug.” Weer zwijgen.

Hoe was dat gesprek? Hard en eenvoudig, terwijl zijn hond steeds bij me op schoot wilde om daar zijn kop tegen de mijne te duwen. Ik ben dierenvriendin, maar dit was niet het moment voor kop-knuffels.

De man vertelde me hoe hij nooit over de moeilijke tijd had gesproken. Hij wilde de kinderen niet belasten en bovendien, alles wegdrukken van binnen ging hem goed af. Gewoon doorgaan, poekoel toeroes, en verder al.
Maar toen brak hij een been en kwam de ziekenhuisopname en toen die nachten met herinneringen die niet meer weg wilden.

Ik zat er en luisterde. Daarna ging ik weg, mijn rok vol hondenharen.

Zwijgen mag

Vertellen over wat er was, hoeft niet altijd. Niemand is verplicht om te praten, om te vertellen, om door te geven. Zwijgen mag. Herinneringen onderdrukken kan een overlevingsmechanisme zijn.
Maar op tijd leren praten kan belangrijk zijn. Er zijn mensen die daarbij kunnen helpen, Pelita weet wie en wat.

Soms kan het, vertellen en doorgeven. Toch hoor ik dan vaak: “Ik weet niet of mijn verhaal interssant genoeg is, al die ellende…”. Dan haal ik diep adem voordat ik het antwoord geef dat alles anders maakt.

Structuur

Kijk, u bent er nog. En u heeft min of meer een manier gevonden om de ellende uit het verleden te verwerken of te verdragen. Dat alleen al is iets waar andere mensen veel aan kunnen hebben, dus ik zou zeggen: schrijf uw levensverhaal op zodat u er anderen mee helpt. En daarvoor ga ik u een beetje structuur geven in de vorm van vijf stappen. Lees eerst de stappen door, voordat u aan de slag gaat.

Stap 1: Kies de herinnering
Benoem en beperk waar u over wilt gaan schrijven. Dus niet meteen de hele oorlog, Bersiap en de kille ontvangst in Nederland. Neem een jaar, een maand, neem een herinnering waarvan u denkt: dat kan ik aan om te vertellen. Hoe het begon, wat er daarna gebeurde en wat de uitkomst ervan was.
Geef u rekenschap van hetgeen de meeste pijn deed of doet: dat is waar uw gedachten steeds naar terug gaan, en dat u dan in uw lichaam een reactie ervaart. Probeer dat ook op te schrijven. Alleen feiten zijn ook al genoeg.

Stap 2: Het keerpunt
Na het ergste, begon de tijd na het ergste. Er was dus een keerpunt. Wat was dat, en hoe kon dat ontstaan? Kreeg u hulp van anderen, was er steun van Boven, heeft u een veerkrachtig karakter? Ergens begon iets, dat het keerpunt mogelijk maakte.

Stap 3: De weg omhoog
Na het keerpunt volgde de weg omhoog, uit het diepe en het moeilijke. Hoe verliep dat, wat gaf u kracht en moed? Hoe reageerde uw omgeving?

Stap 4: Tegenslag
Een weg omhoog is nooit een rechte lijn. Er is vaak tegenslag en er zijn teleurstellingen. Die kunnen moedeloos maken. Maar niet voor altijd. Hoe ging u om met die moeilijkheden, juist als u weer de weg omhoog was ingeslagen?

Stap 5: Ermee leven
Dat is de laatste stap: ermee leven. Met de herinnering, met wat eens moeilijk en onverdraaglijk was. Op de een of andere manier is uw leven in rustiger vaarwater geraakt. U kunt terugkijken.

Anderen helpen

Met deze vijf stappen kunt u een levensverhaal, of een deel ervan, opschrijven, juist als het vol ellende zit. Want het gaat dan niet meer om de moeilijkheden, maar om hoe een mens, u dus, daarmee omgaat.
Daarmee belast u anderen niet. Daarmee helpt u anderen.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

Kipas en tips om kalm en koel te blijven

kipas

“Warm, hè?” zei ik tegen Yvonne Keuls. We zaten naast elkaar te signeren op de Tong Tong Fair en de temperatuur steeg met de minuut. Yvonne keek eens naar mij. Zij is geen klager, maar een aanpakker.

Vijf minuten later stond ik in bij een kraampje, kocht rieten waaiers en bracht er eentje aan Yvonne. “Kipas, heerlijk”zei ze. We waaierden ons de middag door en zagen steeds meer mensen langs onze tafeltjes wandelen die ook op dat idee waren gekomen.
De prijzen van de rieten waaiers stegen, de verkoper was slim.
Op de dag erna kwam de verlossende regen.

Wijsheid uit Indië

En nu, met de tropische hitte in Holland, hebben we de wijsheid uit het oude Indië hard nodig. De hele tijd kipassen kan niet, ik heb werk te doen en u vast ook.

Wat zegt mevrouw Kloppenburg? Heel veel in haar handboek Het leven van de Europeesche vrouw in Indië (1913), dat ze speciaal schreef voor Hollandse vrouwen die in Indië kwamen. Ik neem wat tips uir die nog tot op de dag van vandaag nuttig zijn.

Matig met sambal
Wees met eten en drinken matig; gebruik weinig thee of koffie. Gebruik zoo min mogelijk alcohol of bier. Eet geen overdreven heete spijzen, maak geen misbruik van sambal enz. Eet geen pedis of sambal, als ge veel last van hoofdpijn hebt.
Gewen u langzaam te eten en het voedsel goed te kauwen; spoel na iederen maaltijd uw mond.

Zuinig met paracetamol en andere medicatie
Maak geen misbruik van asperine of hoofdpijnpoeders, ga liever bij u zelf na, wat de oorzaak der hoofdpijn zijn kan, b. v. constipatie, kouvatten, overspanning, onvoldoende werking van lever en nieren, zwakte, onvoldoend krachtig voedsel, verkeerde ligging, verzakking of ontsteking der baarmoeder of ontsteking der eierstokken, ontsteking aan nieren of verlies van eiwit.

Rein
Lijd een kalm leven; bedwing zooveel mogelijk uw hartstochten en leef in alle opzichten rein.
Maak u niet zonder noodzaak druk.

Naar de wc
Wees voorzichtig bij het gebruik maken van een vreemd privaat; kunt ge er niet op hurken, zoo neem papier mee om er den bril mede te beleggen. De leelijkste ziekten kan men er door krijgen, wanneer men gebruik maakt van een besmet privaat.

Parfum
Maak geen gebruik van parfums in welken vorm ook.

Langere termijn

Ruim een eeuw oud zijn deze adviezen en er zit veel waars is. Het gaat er dus om bij hitte het lichaam zo veel mogelijk te ontzien en op de wat langere termijn te denken. Dus niet bij trek in het een of ander je impulsen volgen. Wat vandaag aantrekt, speelt morgen op.
Het lijken me goede adviezen, ook tijdens de huidige hittegolf in Holland. Ik sta in ieder geval een uur eerder op, probeer me niet op te winden over de hitte en naar vreemde wc’s ging ik al liever niet. Wat ik vandaag ga doen? Lezen. Kipassen. Hopen dat er volgend jaar weer een Tong Tong Fair komt.

Heeft u nog goede tips van vroeger om deze hittetijd door te komen? Iets dat uw moeder of grootmoeder altijd zei dat moest?

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

kipas

Tante Koetis en de oorlog die in Indië doorging

tante KoetisTante Koetis was de jongere zuster van Djemini, de moeder van de schrijfster Lin Scholte. Jonger, en ondernemender, en vol liefde voor de familie. Maar toen kwam de oorlog, die in Indië langer duurde dan in Nederland.

Ik leerde Tante Koetis kennen in de boeken van Lin Scholte. Toen zij nog een klein meisje was, kwam Tante Koetis bij ouders wonen in Tjimahi. Oom Ojok ook. Het was een samengestelde familie van Indonesisch, Hollands (Lins vader) en Indisch, en dat ging goed. Zorg voor de aanwezige voorouders bestond naast de christelijke God.
Koetis had zelf geen kinderen en misschien was het daarom, dat ze zich aan de neefjes en nichtjes hechtte. Toen Lin’s ouders naar Makassar verhuisden, besloot Koetis mee te gaan.
Ze verkende de omgeving op eigen initiatief.
Ze leerde fietsen.
Ze trouwde.
Ze kookte, hield van mooie sarongs en ze ging graag naar de bioscoop.
Streng en lief.
Een tante om op te vertrouwen.
In Bibi Koetis voor altijd (1974) schrijft Lin Scholte het levensverhaal van haar tante. Dat doet ze met liefde, maar ook met pijn in het hart.
Dat heeft met de oorlog te maken.

Reisgeld

Lin Scholte, dan getrouwd en moeder, gaat naar Nederland. Haar ouders ook. Het is de bedoeling, dat ook Tante Koetis komt. Na jaren krijgt ze de brief waarin staat dat alles geregeld is. Lin Scholte schrijft:

“Het reisgeld voor Koetis’ overtocht was er. Koetis las en herlas de brief tot tranen bewogen. Ze volgde nauwgezet de instructies, liet pasfoto’s maken en vroeg een paspoort aan. Ze meldde zich op het Commissariaat van de Kroon in Jakarta. Ze kocht een grote kist voor de ruimbagage en een hutkoffer en liet er haar naam op schilderen, het land en de plaats van bestemming. Ze kocht voorraden rijsttafelartikelen, kruiden en andere zaken. ”

Inreisvisum

Het enige dat nog ontbrak aan de formulieren, was het inreisvisum voor Nederland. En juist dát werd geweigerd. De Nederlandse overheid vond het een te groot risico dat zij wellicht ten laste zou komen van de staat. Voor Tante Koetis was evenwel al een baan geregeld. Een garantie wilde niet iedereen in de familie ondertekenen, en daar zat de pijn die Lin Scholte tot in lengte van jaren gevoeld moet hebben.

Tante Koetis pakte haar koffers weer uit. Lin Scholte heeft haar nooit meer gezien. Ook dat is oorlog: die hele lange nasleep.

Herinneren

In een brief scheef Lin Scholte:

“Zal ik je eens wat zeggen? Koetis is voor mij niet dood, helemaal niet. Ze blijft zo levend in onze herinnering; we spreken vaak over haar. Alles wat ik schreef over haar leven, is het onderwerp van onze gesprekken geweest. Doordat ik over haar schreef herleefde ze weer voor me. Hoe ik naar haar verlang… ik behoef mijn eigen verhaal maar te lezen. […] Ze was een vriendin voor ons.’ Dat is waar. Ze begreep onze kleine en grote verdrietelijkheden. Ze was pleitster en hoedster van haar zusters kinderen en kindskinderen. Daarom leeft ze voort in onze herinnering. Ze zal dat blijven doen zolang we ons haar herinneren en over haar praten. Daarin vind ik persoonlijk mijn troost, weet je.”

Hoe mooi is dat: “…zolang we ons haar herinneren en over haar praten.”


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

lin scholte

Als er een onbekende tante bestaat

tante

Negen van de tien Indische families hebben een geheim. Hoe kan dat? Zoiets groeit. Er is de oorlog. Het hele ingewikkelde van het dagelijks leven in een koloniale maatschappij.

En de tiende familie? Dat is voor mij nog een geheim.

Gevoelig

Het is een schatting, dat snapt u ook wel, en het ene geheim is het andere niet. Toen ik in de familie Kloppenburg een onbekende tante ontdekte, was zij het die me vertelde hoe een geheim kan ontstaan. Ik noem haar naam niet, want ten eerste het lag gevoelig en ten tweede zoiets zou ik eerst willen vragen en dat kan dus niet meer.

Telefoonboek

Hoe het toen ging.
Ik was nog maar net begonnen aan het levensverhaal van mevrouw Kloppenburg en ik zocht overal tegelijk. Dit was in de tijd voordat iedereen internet had – ja, zo lang schrijf ik al – dus ik gokte zomaar dat er vast nazaten in Den Haag zouden wonen.
Ik in het telefoonboek kijken: en ja, er waren Kloppenburgs.
Ook in andere steden, bleek.
De meeste mensen die ik opbelde, wimpelden mij af. Tot dat ene gesprek.

Ringgg.
Een krakerige damesstem zei: “Ja, met mevrouw Kloppenburg.”
Ik slikte even.
Natuurlijk wist ik best dat dit niet de grote kruidengeneeskundige zelf was, maar even… klonk het wel zo.

Toen ik bij de mevrouw op bezoek kwam, vertelde ze me het familiegeheim. Dat was zijzelf. Haar vader was de oudste zoon van mevrouw Kloppenburg en hij moest net als de andere kinderen doen wat mevrouw het beste vond. Dat gold ook voor de kleinkinderen en dus ook voor de tante die me dit vertelde.
Alleen had tante meer zin in een eigen plan voor haar eigen leven.
En toen ging het mis in de familie.

Er waren eh… discussies.
Kun je ook ruzie noemen.
Onaangenaam. Dus beter niet over praten. “Hoe minder we het daarover hebben, hoe beter,” dat heeft u vast weleens gehoord.
Niet over praten.
Niet tegen praten.

En zo kwam het, dat door de jaren heen de tante onzichtbaar werd voor de familie. De jongste generaties wisten niet eens dat zij bestond.
Dat is gelukkig nog op tijd goed gekomen.

Familiegeheim

Maar ik denk nog weleens: zomaar een onbekende tante vinden, hoe is dat? Het kan iedereen overkomen die een levensverhaal schrijft.

Soms ontdekt u nieuwe mensen in de familie. Eerst met stambomen nakijken, en onbekende namen vinden. Elke familie heeft geheimen en als u denkt de mijne niet, dan deelt u daar nog niet in.

Wat moet u doen met een familiegeheim?

Ik raad atijd aan nieuwsgierig en tactvol te zijn. Er zijn nu veel sites van het type ‘ wie was wie’ en niets blijft nog echt geheim, behalve natuurlijk als:

  • iemand niet is aangegeven bij de burgelijke stand
  • of wel en dan onder een andere naam
  • of als een kind ouders heeft die misschien de ouders niet zijn

Feiten hebben vaak een verhaal met mensen en een historische context. Pas als u dat kent, kunt u beslissen of en hoe u dat geheim opschrift. Denk aan consequenties: wie gaat erdoor geraakt worden? Wie krijgt er verdriet? Of wie begrijpt opeens waarom hij of zij meer op de oom lijkt dan op de vader?
Weeg het af met compassie, bedenk of u het zelf zou willen weten.

En wilt u beslist de ontdekking op uw naam zetten, zet dan alles op papier, stop dat in een envelop en zet daarop: “Te openen tien jaar na mijn dood.” Maar ook dát is een keuze, die u hopelijk zorgvuldig maakt.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

tante

Dit is de manier om aan uw levensverhaal te beginnen

om aan uw levensverhaal te beginnen

“Maar wat moet ik dan opschrijven?” Die vraag hing even in de lucht. De oudere dame tegenover me keek me vol verwachting aan. Ik keek terug, verbaasd om de vraag.

De mevrouw in kwestie was zeker zeventigplus en ze had me net uitgebreid over haar ouders verteld. De namen van haar vader en moeder, waar ze geboren waren, hoe ze elkaar ontmoet hadden en dat zij als eerste kind zo welkom was geweest en nou ja, toen de oorlog.

Dus daarna zei ik vanzelf: “Heeft u er weleens aan gedacht dat op te schrijven?”

(Ja, ik ben een u-zegger, daar ben ik heel ouderwets in.)

Het goede begin

Wie een groot levensverhaal heeft, dus met veel gebeurtenissen en ervaringen, vindt niet altijd gemakkelijk een manier om goed te beginnen.
Want wie begint, moet ook verder kunnen gaan. Wie A zegt, moet B zeggen. Dat is een lastig gevoel, denkend aan de moeilijke stukken in het levensverhaal.

Een gewone dag

Wanneer u dus ook aan mij vraagt: “Wat moet ik dan opschrijven?”
Dan is mijn antwoord: Beschrijf een gewone dag.
Welke dag?
Een dag waarbij u gevoel heeft, dus maakt niet uit of 8 was of 18, uw gevoel erover maakt die dag het beschrijven waard. Dus u hoeft niet meteen de zware gevoelens op te zoeken, een fijne of gezellige dag mag ook, zolang u zich er maar emotioneel verbonden mee voelt. Dat kan zijn een gewone gezindag, een verjaardag, voor de eerste keer naar school, of uw verloving, uw huwelijksdag enzovoort. Echt, dat is interessant genoeg. Het hoeft niet meteen over de oorlog te gaan.
Mijn grootmoeder heeft nooit over haar leven geschreven en ik had dat heel graag van haar willen lezen. Ik weet dus niet hoe een gewone dag uit haar leven voor haar was.

Dat gaat zo

En hoe doet u dat dan?
Eenvoudig. U schrijft op wat er die dag gebeurde van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Begin met een tijdschema: hoe laat werd u wakker? En hoe laat viel u in slaap? Een ‘ongeveer’ is ook goed.
Dus u maakt een lijstje, bovenaan het vroegste tijdstip, onderaan het laatste tijdstip. Tussendoor wat u nog weet.

Daarna gaat u dat lijstje opvullen. Beschrijf wie u op die dag zag, wat u hoorde en rook (geuren dragen herinneringen), hoe u zich voelde, of er aanrakingen waren. Probeer te herinneren met alle zintuigen.

Tip: schrijf in de tegenwoordige tijd. Dat maakt het levendig om te lezen.

  • Dus niet: Ik werd die dag vroeg wakker.
  • Maar wel: Ik word die dag vroeg wakker.

Kunt u hiermee aan de slag?


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

beginnen

Zo komt u bij de verdwenen herinneringen

herinneringen

Dat kleine meisje op de voorgrond, met haar lieve mooie gezichtje, dat meisje leerde ik kennen toen ze een oude dame was geworden. Anneke Kortenhorst-Kloppenburg, de jongste dochter van mevrouw Kloppenburg.

Toezicht

Het eerste bezoek aan Tante Anneke geschiedde onder begeleiding van de familie. Toezicht, eigenlijk. Dat heb ik vaker zo meegemaakt. Voordat ik bij het oudste familielid mag – degene die het meeste weet – willen andere generaties mij ontmoeten. Daarna gaan ze onderling overleggen of ik door mag. Het voelt een beetje als examen doen, maar ik snap het wel. Het is voorzichtig met de oudsten zijn. Beschermen met liefde. Zou ik ook doen, hoor.

Toen ik eindelijk alléén naar Tante Anneke mocht, waren mijn verwachtingen torenhoog. Zij had het immers allemaal meegemaakt, en ze zou me vast alles willen vertellen over haar moeder. Ik werkte destijds aan een biografie van de grote kruidengeneeskundige en zat vol met vragen. Hoe dit, waarom dat, wanneer zus en zo.

Schemer

In haar flat was het schemerig. Er stond een kamerscherm dat ik herkende, het was een cadeau geweest voor het zilveren huwelijksfeest van haar ouders. Tante Anneke zat in een rolstoel. Ze zag niet meer zo goed. Ik moest duidelijk praten en wat harder, dan verstond ze me.

Ze vertelde me wat ze nog wist. Een vast verhaal, bleek tijdens het volgende bezoek. Ze herhaalde de herinneringen die ze bezat en af en toe kwam er opeens een herinnering bij. Waarvandaan?
Tijdens een van mijn bezoeken vroeg ik: Hoe kan het, dat u dit allemaal nog weet?
Tante Anneke vertelde over concentreren en blijven denken aan een situatie en dan opeens: “gaat er een lantaarntje aan en dan weet ik alles weer.”

Dus als u denkt: ‘mijn levensverhaal opschrijven, ik weet zo weinig nog’, dan zijn er manieren om herinneringen op te halen:

  • concentreren op een situatie en een persoon en blijven denken: hoe was het
  • beperk zintuigen: rustig zitten in een schemerige kamer helpt de herinneringen terug te laten komen. Misschien kunt u op bed gaan liggen met een doek over uw ogen en dan proberen u voor de geest te halen hoe een situatie toen en toen was
  • ga in gesprek met iemand die echt wil weten wat u heeft meegemaakt, want het is een eigenschap van menselijke hersenen om antwoord op vragen te willen geven
  • samen foto’s kijken helpt ook om herinneringen op te halen

Herinneringen zijn er nog

Het merkwaardige van herinneringen is immers: ze zijn gewoon aanwezig, ergens in uw hoofd of in uw hart, en toch kunt u er soms niet bij. Dan heeft u een techniek nodig, en dat hoeft heus niet altijd hypnose te zijn. Persoonlijk vind ik dat een beetje eng. Iemand die met mijn geest dingen doet, nee danku.
Tot slot nog twee tips:

  1. Herinneringen komen alleen wanneer ze welkom zijn, schrijf ze dus meteen op
  2. De ene herinnering haalt de andere op, dus grote kans dat u blijft schrijven (hoera!)

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

herinneringen

Het levensverhaal van Frits van Daalen

Frits van Daalen“Ten slotte nog dit: Van Daalen was een ‘Indische jongen’ en gaarne wezen wij steeds op hem wanneer de Indo-Europeanen weer eens klaagden, dat ‘den Indo werd belet om iets te bereiken’ .”

Dit komt uit Het Vaderland, februari 1930, bij het overlijden van Frits van Daalen (1863-1930). Hij was commandant van het Nederlands-Indische Leger (het latere KNIL) geweest en hij had bij leven verschillende hoge onderscheidingen ontvangen:

  • Militaire Willems-Orde vierde, derde en tweede klasse
  • Commandeur in de Militaire Willems-Orde
  •  Kroonorde, versierd met de eresabel
  • Ridderkruis 1e klasse van de Orde van de Kroon van Pruisen
  • Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw

Zijn hoge rang van luitenant-generaal had hij vermoedelijk vooral aan koningin Wilhelmina en minister Idenburg te danken. De bevordering kwam erdoor om hem voor de krijgsmacht te behouden; en dat lukte. Van Daalen had het onderspit gedolven tijdens het roemruchte conflict met gouverneur-generaal Van Heutsz. Die periode moet de moeilijkste tijd in zijn leven zijn geweest. De kameraadschap tussen deze twee mannen werd verbroken.

Sinjo

Terug naar wat Het Vaderland schreef: ‘een lichtend voorbeeld’. De krant bedoelt: hij was een uitzondering. Rond 1900 kende het leger in Indië vrij weinig hoge Indische officieren. Hoe hoger, hoe minder. Frits van Daalen was dus zichtbaar, hij viel op. Ik heb brieven van officieren gelezen, waarin hij als ‘sinjo’ werd aangeduid, een akelig scheldwoord als het op die manier gebruikt wordt: een Hollandse man die een Indische man een figuurlijke schop wil geven. Op zijn beurt had Van Daalen een scherp woord over voor totoks die de inheemse bevolking niet konden begrijpen – hij wel.

Hoe was hij? Als koloniaal militair hard en daarmee succesvol, maar ook omstreden vanwege die hardheid. De kritiek kwam, maar de gebieden die Van Daalen veroverde, bleven in koloniaal bezit. Dat is het typische gedrag van de regering in Den Haag. Wel het resultaat nemen, en de man die dat resultaat heeft bereikt, bekritiseren.
Als koloniaal bestuurder kreeg hij de meeste kritiek. Weer vanwege hard optreden, wat ook tot uiting kwam in zijn rechtspraak.
Als mens: loyaal, gevoelig, een temperament dat kon oplaaien, trots. Intelligent met een taalknobbel, gevoel voor kunst. Echtgenoot, vader, grootvader.

In 1914 sloot hij zijn carrière in Indië af. Hij ging met pensioen en besloot in Den Haag te gaan wonen. Over het grote confict met Van Heutsz heeft hij altijd gezwegen, uit liefde voor Atjeh, het leger en het vaderland, en ook omdat hij recht verwachtte.
Dat kwam niet. Dus zo ging Van Daalen de geschiedenis in: negatief. De nazaten van Van Daalen lijken min of meer ondergedoken te zijn. Daar kan ik me iets bij voorstellen.

En nu? Dat staat te bezien.

Indisch in het leger

Vorige maand verscheen mijn biografie van Van Heutsz. Af is af, maar Van Daalen blijft in mijn hoofd zitten. Wat heeft hij nu werkelijk gedaan voor goeds en voor slechts, en wat waren roddels? Hoe zag hij het zelf? Hoe was het om door iedereen gezien te worden als die ene Indische officier?

U voelt het al aankomen. En ja, ik ga dus op zoek naar het levensverhaal van Frits van Daalen. Daarbij zoek ik ook naar het verhaal over een militair met een Indische achtergrond, en hoe dat in de periode ban voor de Tweede Wereldoorlog was. In december komt er een speciale middag over Indische voorvaders in het leger. Over wie ze waren en hoe dat voor nazaten is. Daarbij bent u van harte welkom en ik stuur te zijner  tijd nog meer informatie.

Mijn vraag:
Heeft u een Indische voorvader die toen in het leger zat? En weet u daar nog iets van?

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
indische schrijfschool

Schoonheidssalon Jeanne Pinke in Atjeh

Woning van de gouverneur van Atjeh, Kota Radja

Wie Atjeh zegt, zegt oorlog. Ik las in de Sumatra Post uit 1937 een verslag van H.C. Zentgraaff en daarin kwam ik een verrassing tegen. Hij noemt de schoonheidssalon van Jeanne Pinke. Nooit van gehoord. Niks over kunnen vinden, behalve wat advertenties. De salon ging failliet in 1939 dus die moet enkele jaren bestaan hebben.

Ik neem hieronder het verslag van Zentgraaff over met wat advertenties van Jeanne Pinke. Weet iemand wat Linda’s crème’s zijn? En hoe zit het met die kousen?


Sumatra Atjeh-kout

Van oude en nieuwe dingen. Uit: De Sumatra Post, 7 juni 1937

Z. vertelt in de „Javabode:” „lt ’s a long way” naar „de” Blang. Er zijn vele „blangs” (grasvlakten, veelal met dennen begroeid) in het Gajoeland, doch als men spreekt van „de” Blang, dan wordt Blang Kedjeren bedoeld, het hart van de Gajoe-Loeös, waar de oorsprong ligt van vele groote rivieren die naar den Indischen Oceaan of Straat Malakka stroomen. Men heeft eerst per auto te rijden tot Medan (608 K.M.) en vandaar naar Koeta Tjané (218 K.M.), waarmee als regel twee dagen zijn gemoeid.

Ik maakte de reis in gezelschap van majoor Doup, commandant van het korps Marechaussee, die juist in die dagen op inspectie moest. Wij reden des namiddags van Koeta Radja naar Bireuen (218 K.M.) zoodat er voor den tweeden dag 608 K.M. overbleven, vanaf Kabandjahé in het Karo-Batakland bijna geheel een bochtige bergweg. Hiermee is een reisdag aardig gevuld, doch de nette en gezellige pasanggrahan van Koeta Tjané, en de gastvrijheid der kapiteinsfamilie gaven een aangenaam slot aan dien langen dag. Op den derden reisdag kan men nog 30 K.M. per auto rijden tot Lawé Aoenan, meer bekend als Goenoeng Setan, waar de driedaagsche tocht, te voet of te paard, naar de Blang begint. Te Lawé Aoenan staat een oud marschbivak, en er is eene keudéh waar een Chinees listig stooft en snierkt.

Jeanne Pinke

Als er nieuwe menschen naar de Blang— wel het meest geïsoleerde deel van Atjeh— gaan, en vooral als er dames bij zijn, dan pleegt men een officier of geleide naar Goenoeng Setan te zenden om de nieuwelingen daar te ontvangen en op den driedaagschen tocht langs het boschpad te begeleiden. Ik zei al: de Blang is het meest geïsoleerde plekje van Atjeh, en reizigers of bezoekers zijn er zeldzaam, zoodat het voor de hand ligt dat van het eindpunt van den autoweg door den afhaler even wordt getelefoneerd naar de Blang: alsdat „hij” een aardige baas schijnt, en „zij” een snoepje, althans: eene zeer aannemelijke vrouw, met veel, of weinig, van Jeanne Pinke (de eenige zaak-in-dames-artikelen van Koetaradja), zoodat ze op de Blang al heel tijdig weten dat hen boven het hoofd hangt.

jeanne pinke

Advertentie van Maison Jeanne Pinke, Soerabaijasch Handelsblad, 12 februari 1935

Marschdagen

Meestal echter kennen de ouden en de nieuwen elkaar, van de verschillende bivaks in Atjeh: van Blang Pidie, Koeala Bèh, Djeuram, Bakongan of elders en dan brengt de aankomst weinig verrassingen. Blang Kedjeren is ook vanuit Takengon te bereiken, officieel in zes marschdagen, waarvan er nu, voorbij Isaq, weer één schijnt weg te vallen omdat het terpentijnbedrijf daar gestadig het voor auto’s berijdbare deel laat verlengen. Dus: drie marschdagen van Goenoeng Setan tot de „Pintoe Rimba” van de Blang, en onderweg de marschbivaks Meloewak en Koenké. Het was, in den beginne, een schitterende tocht over het boschpad dat langs den rechteroever der Alas-rivier loopt — die als Simpang-kiri bij Singkel in zee valt — door zeer geaccidenteerd terrein, waar het aspect elk moment verandert. Rechts loopt de lange keten van het Wilhelminagebergte, links jaagt de Alas haar water met donderende stem over de ontelbare rotsblokken in de breede, ondiepe bedding. Te Liang — een gehucht met een keudétje en enkele huisjes — ligt de grens tusschen de Alaslanden en de Gajoe Loeos, en op keudé waar men nasi goreng kan eten is op een plank geschilderd: „Grensstation. Douane”. Hier sluit luit. Freudenberg van de Blang zich bij majoor Doup aan.

Gedenksteen

Des namiddags passeert men den gedenksteen, aangebracht boven den weg die daar in de helling is uitgekapt en gegraven, ter plaatse waar destijds drie personen bij den aanleg van dezen weg den dood vonden, toen een geweldig rotsblok van ongeveer 4 Meter in het kubiek plotseling losraakte van den bergwand en die drie mannen bedolf. Deze steen bedekt hen tot heden, en daarboven, op den soberen gedenksteen, meldt de plaat: „Door vallend gesten te vonden in deze rivier op den 13en Februari 1924 den dood de Amb. Maréch. la kl. Hetipeuw (enz.), de Alf. Maréch. le kl. Tjoemoe-Tjoemoe en de Inl. veroordeelde Ronokarmin”. Het is eene blijvende herinnering aan zeer goed vredeswerk, door dit korps van uitgelezen soldaten in den loop der jaren verricht; overal in het binnenland vindt men wegen en bruggen, door of onder leiding der Marechaussee gemaakt, voor een schijntje geld.

In den middag valt een stortregen, en groote aardschuivingen hebben op eenige kilometers vóór Meloewak het pad vrijwel geheel vernield zoodat er nog slechts een modderige, uiterst smalle strook overblijft tusschen afgrond en berghelling. Voor den Marechaussee is dit geen bezwaar; hij pleegt te zeggen: „di mana ada tanah, ada djalanan”. De gezette burger, in zijn waan, vooral: met zijn ongetrainde beenen, denkt hierover aanvankelijk nog anders en is blij als-ie door steenen en modder heen is. In het marschbivak Meloewak is het ramé, want daar is dienzelfden middag gearriveerd kapt.
Gortmans, commandant der le divisie marechaussee die te Blang Kedjeren ligt en met eene brigade onder luit. Cox een lang gekoesterd plan heeft verwezenlijkt: een bezoek aan het weinig bezochte bergmeertje Laoet Tiga Sagi. Ook dr. van Steenis van de Loserexpeditie, is er geweest, doch vergat er zijn wandelstok. In een onvoorzichtig moment heeft hij later een „pawang oetan” (boschlooper) gevraagd, dien stok voor hem te halen. Wij kwamen dien pawang tegen op de terugreis, voorbij Meloewak, en toen had hij het lange traject voor den boeg naar de Blang allemaal voor dien wandelstok. Het tarief voor het dragen van goederen naar de Blang is 12 cent per kilo — it’s a long way — en natuurlijk wil de heer Steenis in geen geval dat die Gajoe voor andermans pleizier een halve week loopt. En als er dan de verdere verzendingskosten bijkomen tot Buitenzorg, dan wordt dat een kostbaar wandelstokje, dat wel een gouden knop verdient.

Marschbivak

Jeanne Pinke

Kousen te koop bij Jeanne Pinke. De Sumatra Post, 10 juni 1936

Terwijl buiten de regen blijft neerslaan, is het gezellig in het marschbivak. De marechaussee, die allereerst de wachtposten hebben uitgezet, hebben vuur gemaakt en koken hun maal, zooals zij dit plegen te doen in drie groepen: Amboneezen, Menadoneezen en Javanen, die men „droms”, pleegt te noemen. Bij elk dier drie corporaties, bestaande uit marechaussee van denzelfden landaard, is er één die, buiten zijn complete uitrusting en wapens, de kookpan der „drom” draagt; een tweede draagt de rijst, een ander de „boemboe” (verschillende kruiden enz. voor het eten) en de oudste der „drom” is inkooper.
De vuren laaien uit, en men droogt de kletsnatte kleeren; de onze worden ’s avonds gewasschen en zijn, tot verbazing des burgers, den volgenden morgen — het regende vrijwel onophoudelijk door —droog. Men riekt dan alleen erg naar gedroogde bokking, doch het is merkwaardig aan hoeveel goede dingen men zich hier went, en hoeveel verkeerde men afleert, als men echt moe en hongerig is. Vooral: hoe goed dan het eten smaakt.

De „kookbeer” (de dwangarbeider die voor het eten der officieren zorgt) had voor een een uitstekend maal gezorgd, en ik at als een wolf. Dit ging al die dagen zoo: driemaal per dag die vermaarde lekkere rijst uit het Gajoeland, dan nog een weinigje nasi goreng in een barmhartig keudétje hier of daar, en een enkele maal boonensoep keuren in een boschbivak van maréchaussée’s die daar voor een paar weken liggen… wat heeft een mensch toch weinig noodig om gelukkig te zijn! In geen jaren zoo lekker gegeten als in deze marschbivaks, kleine stippeltjes menschenleven in cc 1 chaos van bergen en bosch, waar niets wordt gehoord als het blaffen en doffe roepen van apen, de klare zang van de tjoetjarawa, en rollende roep der tallooze „boeltok’s”.
Hier heeft Natuur zich uitgevierd in een dollen lust van boom en struik en slingerplant, in eene verbijsterende veelheid van vormen.

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

vilan van de loo

Ga naar de bovenkant