schrijfcursus levensverhaal mijn levensverhaal

Mag dat zomaar, een boterham gado gado?

Het stond op Instagram, bij het geweldige Indosbelike – ook op Facebook. Een boterham gado gado. Nieuw bij Albert Heijn.

Als ik weer boodschappen doe, ga ik kijken of mijn filiaal het ook heeft. Online was het er nog niet. Koop ik? Nee. Ik heb liever gewone gado gado. Niet tussen twee sneedjes brood in gefrommeld. Het zette me wel aan het denken, of het zomaar mocht.

De laatste tijd is hier en daar wat te lezen over culturele toe-eigening, dus dat je iets uit een andere cultuur pakt en doet of het bij jou hoort. Nu ken ik Albert Heijn niet als een typisch Indische supermarkt, waarbij ik moet zeggen dat ik niet heel zeker weet of gado gado Indisch is. Dus ik stuurde Marc Tierolf een apje. Hij is van OmaMiet, u weet toch. Hij zei ja, wegens zijn eigen recept dat van zijn Oma komt.
Dus ik was verder en toch zat ik weer met hetzelfde vraagstuk.

Er waren gisteravond 165 reacties, nu vast meer. Ik citeer een paar:

  • Gewoon niet doen
  •  Dan moet er wel heel veel sambal bij om het een beetje te laten smaken
  • Nee dank je
  •  Disrespect
  • De Indische keuken verandert voortdurend
  •  Zo wordt ons erfgoed vern**kt
  •  Is dit echt?

Ik zocht naar meer positieve reacties maar die zag ik niet.

Wat nu?

Kijk, in principe mag het. De supermarkt overtreedt de wet niet. Maar er zit iets raars in. Zomaar voor je eigen gewin iets uit een cultuur pakken, dat voelt niet goed.

Dus dan blijven er twee opties open voor degenen die zich hier ongemakkelijk bij voelen en daar ben ik ook bij:
1 Hopen dat het niet verkoopt, want dan verdwijnt het vanzelf uit de schappen
2 Albert Heijn laten weten wat we ervan vinden

Hoe?

Mailen kan niet, zag ik op de webpagina: wel een kaartje sturen:
Albert Heijn
Provincialeweg 11
1506 MA Zaandam

Misschien is dat een idee. Of dat bericht van Indosbelike herhalen en daar een stevige mening bij zetten en Albert Heijn erin noemen.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Waarom een levensverhaal schrijven begint met verlangen

verlangen

Heeft u de Sobat al gekregen? Ja, van Tong Tong. Ik kreeg het blad gisteren en zag mezelf op de laatste twee pagina’s. Nee, ik wist van niks.
Ik hing net wat thuis in de pyjama en hoorde de post, meteen lezen natuurlijk.

Het begin

Het is wáár wat er in het artikel staat, maar toch.
Net of ik de boeken die ik schrijf zomaar uit de mouw schud. Als u bij mij een webinar of een cursus heeft gevolgd, dan weet u wat ik altijd zeg: we gaan pas schrijven na een hele lange tijd van voorbereiding.
En eigenlijk gaat er nog iets aan vooraf, bedacht ik vandaag.
Verlangen.

Verlangen

Ik schreef het levensverhaal van Lin Scholte omdat ik verlangen voelde haar leven te leren kennen. Hoe was dat nou voor een Indisch meisje om in de tangsi op te groeien? Hoe was het voor haar moeder en grootmoeder? Als je over iemand schrijft, ga je over die ander nadenken. Hoe dit… hoe dat… en hoe kan het dat…

Later schreef ik het levensverhaal van Pa van der Steur. Met enkele Steurtjes op leeftijd had ik al kennis gemaakt, en iedereen sprak over Pa of hij een heilige was.
Zou het werkelijk, dacht ik en ik verlangde naar de waarheid.
Een heilige was hij niet. Wel een bevlogen man, een beroepsbedelaar omdat hij geld nodig had om zijn honderden tehuiskinderen te kleden en te voeden.

Zo ging het ongeveer ook met Melati van Java. Van oudere Indische dames hoorde ik dat ze de romans vroeger niet mochten lezen. Dus ik dacht: wat zou erin staan. Ik lezen. En toen snapte ik het, want er zit iets rebels in de boeken. Daarna verlangde ik de schrijfster te leren kennen.

Van Heutsz: hetzelfde verhaal. Ik hoorde negatieve opmerkingen en ging zelf op zoek, verlangend om de man te leren kennen.

Levensverhaal

Verlangen.
Als u ernaar verlangt het levensverhaal van uw vader of moeder, of (kan best:) van de hele familie op te schrijven, dan heeft u dat gevoel nodig. Want dat maakt het schrijven gemakkelijker.
Verlangen naar:

  • om die ander te leren kennen en begrijpen (dat is iets anders dan vergeven als er moeilijke dingen zijn gebeurd)
  •  de waarheid volgens u op papier te zetten (uw mening doet er ook toe)
  •  nu eindelijk eens alle papieren en foto’s te ordenen (structuur gaat u helpen)

Dus discipline? Moeilijk? Welnee.
Verlangen is de motor achter het schrijven.
Vrrrroemmm!

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Waar zijn toch de spullen van de familie?

U heeft spullen, ik heb spullen en de generaties voor ons, die hadden ook spullen. U ziet ze op de oude familiefoto’s. Waar is het gebleven?

Brieven

Het eerste antwoord is altijd: de oorlog. Er is veel verloren gegaan. Maar niet alles. En daar zitten de mogelijkheden, de kansen om iets terug te vinden.
Er is meer dan u denkt. U en ik schrijven nauwelijks nog brieven, maar een paar generaties terug had vrijwel iedereen briefpapier, inkt en zin om er eens echt voor te gaan zitten. Ik lees oude brieven van wel tien kantjes, en dan wordt er op het laatst nog in de kantlijn een p.s. genoteerd. Waar zijn die brieven gebleven?
Nu even radicaal-optimistisch met mij meedenken en veronderstellen dat ze er nog zijn. Het is aan u ze terug te vinden.

Oefenen

Denk-oefening. U zoekt brieven van uw grootouders.
Vraag uzelf af: Aan wie zijn ze geschreven?
Antwoord: aan X en Y.
Dan: waar zijn de nazaten van X en Y? Begin met Google, haal de namen door online archieven, gebruik de zoekfunctie van Facebook en kijk op Schoolbank.nl.
Deze ronde doet u bij elke naam die u op de plaats van X of Y kunt zetten. Eerst is het even een gedoe maar bij de derde keer heeft u routine. Dat gaat het gemakkelijk.
De nazaten mailt u natuurlijk.

Tweede denk-oefening. U heeft nazaten, maar die weten van niks. Wat nu?
Overleg eens met de nazaten over verhuizingen van hun voorzaat. En dan vooral wie er mogelijk bij waren, toen het laatste huis ontruimd moest worden. Dat moet vaak snel. En soms worden er waardevolle spullen weggegooid of aan iemand gegeven die er belangstelling voor heeft. “Neem jij dat maar mee,” heet het dan. Dus als u weet wie er bij het laatste huis waren, dan kunt u op zoek gaan naar die personen en vragen of ze de brieven hebben.
Andere optie: de brieven zijn niet meer herkenbaar als brief omdat ze in een doos zitten en die doos zit in een andere doos waar de tand des tijds stevig aan geknaagd heeft. Die staat ergens in een hoekje. Denk diep na over grote huizen met zolders of kelders, wie daar woonden (of nog) en wie er bij de ontruiming waren en waar die doos dan zou kunnen staan.

Moed houden

Ik weet het, zoeken kost tijd. En het vraagt om vasthoudendheid. Maar dan opeens kan er een schatkist, ik bedoel brievendoos, voor u opengaat. Ooit vond ik op een zolder brieven terug uit 1902, zeg nou zelf, hoe groot is de kans daarop? Het was niet onmogelijk dacht ik destijds, dus dan was het mogelijk. Ik hoefde alleen maar door te zetten.

En als u iets zoekt, dan zou ik vandaag nog beginnen. Moed houden. Gewoon doen. De aanhouder wint.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Wie kent er echte Indische iconen?

Indische iconen

Samen weten we het meeste, denk ik altijd. Dus daarom vraag ik aan u tips en adviezen, want u weet vast weet feiten en namen die ik niet ken. Het gaat hierover.

Mini-levensverhaal

Misschien heeft u het al gezien. Moesson heeft de website vernieuwd met nieuwe rubrieken. Ik heb daar een eigen stekje gekregen. Omdat ik aldoor-aldoor over Indische cultuur en geschiedenis schrijf, ga ik dat daar ook doen. Elke maand verschijnt er een mini-levensverhaal over iemand uit het Indische verleden.
Ja, niet heden. Verleden, dat heet: ‘een afgerond leven’. Bij poezen zeg ik altijd dat hij of zij ‘over de Regenboogbrug’ is gewandeld.

Deze maand schrijf ik over Ems van Soest, een schrijfster die veel meer waardering verdient dat ze nu heeft. Want kijk eens:

  •  ze schreef met De Pauw (1930) het eerste moderne Indische meisjesboek
  •  ze bouwde een bloeiende carrière op als meisjesboekenschrijfster
  •  ze wees heel vroeg in haar werk op het misbruik van vrouwen en meisjes door Japanners tijdens de oorlog
  •  ze publiceerde in Moesson prachtige verhalen vol heimwee over haar leven in Indië

Jongere generaties

Zoals Ems van Soest zijn er meer. Mannen en vrouwen met een Indische achtergrond, waarvan vooral de jongere generaties zeggen: “Wie?” En al denk ik niet dat ik de hele wereld kan veranderen, ik moet van mezelf wel mijn steentje bijdragen. Dat is immers wat ik doe: helpen om verhalen te bewaren.
Ik heb een klein lijstje Indische iconen en daar staan onder andere op: Dicky de Hoog, Karel Zaalberg, mevrouw Kloppenburg-Versteegh, de piloot Jan Engelbert van Bevervoorde. (Over Indische piloten kan ik zo langzamerhand wel een boek schrijven. Anthony Fokker was ook Indisch. Waarom zaten er toch zo veel Indische jongens bij de luchtvaart en niet bij de cavalerie?)

Mijn kleine lijstje moet groeien.

Tips zijn welkom

Dus mijn vraag is: over wie zal ik een zo’n mini-levensverhaal schrijven? Vage tips zijn ook welkom, dus als u zegt: “die naam hoorde ik vroeger altijd, en ik wist dat het bijzonder was meer niet.” Dan komt de naam op mijn lijstje en op een dag duik ik ervoor de archieven in.
Het moet iemand zijn geweest van enig belang voor de Indische cultuur. Want dan kan ik er informatie over vinden, tenminste dat hoop ik.

De vraag in het kort: welke Indische iconen van vroeger kent u?
Hoe vroegerder, hoe beter.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

We hadden nog nooit een tank gezien voordat we in Indië aankwamen

jJan Foppen

Mail van de Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, alsdat de herdenking aanstaande zaterdag nog steeds sober moet zijn. Maar herdenken zullen ze. Ik dacht aan Jan Foppen, de Indie-veteraan die ik interviewde voor het blad van de VOMI. Hij heeft zich inmiddels gemeld bij de grote Overste boven, maar vergeten is hij niet. Hieronder het interviewuit 2018.

“Hier zaten we dus in,” zegt Jan Foppen (91). Hij wijst naar een piepkleine ruimte in de M3A1 Stuart tank. We zijn in het Cavaleriemuseum in Amersfoort, waar het gevaarte staat. Deze tank was één van de 44 die deelnamen aan de Politionele Acties. Jan Foppen, toen een jongen van 20, was er in 1948 bij.

In de tank

Jan Foppen kan heel goed vertellen. Duidelijk en met een gepaste dosis emotie. Toen we samen naar zijn Stuart tank keken – hij was wachtmeester tankcommandant – en hij vertelde, zag ik hem ermee rijden. Alleen niet hoe je erin kwam. “Nou, zo,” zegt Jan, en de 91-jarige stapt op de tank, en doet het voor. Hij is kwiek. Dat is deels de training van de beroepsmilitair die hij is geweest, en deels is het ook mentaal. Betrokken blijven. Weten wat er speelt. Zoals nu die discussies over Indië en de veteranen, daar zal hij nog wat over zeggen.
Maar eerst: hoe was Jan destijds als Jantje van twintig?
“Een blaag,” zegt hij. Niks van de wereld gezien. Afkomstig uit een gezin van vier kinderen. Verkering had hij al. Met zijn vader liep hij een melkwijk in Harderwijk. Toen de oproep kwam voor militaire dienst, zei mijn vader: ‘Ik kan je niet missen Jan want dan moet ik de helft van de wijk weg doen en dan heb ik minder inkomen.’
Een half jaar uitstel later kwam de tweede oproep. “We waren ingedeeld bij de cavalerie. Toen had ik geen idee wat dat was. Het bleek dat het een bijzonder wapen was, met tanks en pantserwagens. In Amersfoort kregen we een opleiding. Summier. Hier waren geen Stuart tanks waarmee we te maken zouden krijgen dus werd er aan ons een beetje een infanterie-opleiding gegeven. We hadden nog geen tank gezien voordat we in Indië aankwamen. Daar moesten we KNIL-eskadrons aflossen en die bleken later ook onze instructeurs te zijn. Zij gingen terug naar Nederland.”

Guerrilla

Met de Kota Baru voer Jan met anderen naar de Tandjong Priok, om in auto’s van zijn eskadron naar Poerwokerto te rijden. Daar zag hij eindelijk de tank. En de opleiding begon. Maar ja, wat is opleiding in oorlogstijd?
Tweeënhalf jaar bleef hij in Indië. “We trokken hiermee op met de infanterie, die hadden lichtere wapens, en we kwamen gezamenlijk in actie.” Actie betekent niet alleen het grote woord Politionele Actie, maar is eigenlijk een verzamelwoord voor alles wat een militair dan doet, in die tijd, in die omstandigheden. Jan geeft er een voorbeeld van.
“Het was een guerrilla oorlog. Je wist dus niet of iemand vriend of vijand was. Ik heb meegemaakt dat we in actie waren en we met de tank naar voren gingen, uitstapten en naar de kampong gingen waar vuur gegeven werd. We wilden weten wie de vijand was. Aan mannen die daar zitten een sigaretje te roken vragen we: “Wie heeft ons beschoten?” Op z’n half-Maleis natuurlijk. maar zodanig duidelijk dat ze wisten waar ik het over had. Ze zeiden dat ze niet geschoten hadden. Ik had ook geen bewijs, alleen wist ik dat er vanuit hier geschoten was. Het is een guerrilla oorlog dus: militairen in burger. We vroegen verder en we kwamen er niet uit, maar we wisten bijna honderd procent zeker, dat dat onze vijand is.
Als ik naar de tank ga, moet ik een einde lopen en dan ben ik met mijn rug naar de vijand toe. Dan loop je het risico dat je in je rug geschoten word van diezelfde mannen. En om dat te vermijden heb ik gezegd goed of kwaad, burger of militair, hier kwam vuur uit dus jullie hebben het gedaan. Toen hebben we onze conclusie hetrokken. Dat zij er dan maar aan moesten gaan. Want ik wilde terug naar Nederland. En valt dan onder de excessen?”

Na de oorlog

Na tweeënhalf jaar Indië kwam Jan Foppen heelhuids terug in Nederland. Hij werd beroepsmilitair, trouwde met zijn verkering en kreeg kinderen. Nu is hij senior, oud -Indië veteraan en een man die weet: “Als je de namen op de zuilen ziet staan op het Indië monument in Roermond, dan denk je bij jezelf daar had ik ook bij kunnen staan. Gelukkig ben ik er goed vanaf gekomen.”

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Wat er gebeurde op de koempoelan

koempoelan

Het was een feest, en ik was al zo lang niet geweest. Maar nu ging ik eindelijk weer naar een koempoelan en er kon niks gebeuren.

Veilig

Want, zo had de organisatie nadrukkelijk vermeld, het was corona-proof. En inderdaad:

  •  in de zaal stonden de tafeltjes uit elkaar, maar er was gezellig licht, dus de sfeer bleef
  •  de stoelen aan de tafeltjes waren ook uit elkaar gezet, wat best kon omdat de tafeltjes hoekig waren en er lagen goede kleedjes op
  •  tussen de tafels waren ruime looppaden, wat nu met corona te maken heeft maar voor mij gewoon laat zien dat het hier rollator-vriendelijk is

Er was muziek, een tenor, een rapper (Garuda) en een krontjongspeler op Youtube-filmpje.
Er waren uitstekende koekjes en lumpers.
Er was een vendutie, bijna kocht ik een dubbele Chinese wierookbrander die heel oud was, maar ik werd bang omdat ik dacht wat zit er eigenlijk diep-diep in en wanneer komt dat eruit, zeker als ik slaap, nou beter van niet. U ziet, van binnen ben ik een muis. De hutkoffers die nog uit Indië waren gekomen, bleven buiten de vendutie, die had ik wel graag gekocht.
Een mevrouw droeg gedichten voor.
En ik mocht ook wat zeggen, over het KNIL.

Heerlijk

Dat was een maandagmiddag. Tollend van indrukken liep ik naar huis en dacht als dit al op maandag gebeurt, hoe heerlijk zal dan de rest van de week worden?

Afstand

In de trein terug begon ik te piekeren.
Had ik die middag de hele tijd anderhalve meter afstand van iedereen gehouden?
Nee.
Had ik er de hele tijd aan gedacht?
Nou… er was een negentigplusser die naast me kwam zitten (minder dan een halve meter) en hij vertelde me over zijn verdriet. Geen moment om een stoel weg te schuiven. Toen hij emotioneel werd, legde hij voor de steun zijn hand over de mijne. Duw die hand maar eens weg. Ja, op dat ogenblik flitste het wel door me heen.

In de dagen erna had ik geen symptomen. Wel zag ik meer aankondigingen voor koempoelans en ik werd uitgenodigd voor een feest waarbij ik aan de ingang mijn vaccinatiebewijs moet tonen en ik geloof ook een negatieve test. Wat voor feest het precies is, ga ik nog even opzoeken.

Hoe denkt u over koempoelans en versoepelingen? Is het te vroeg? Moet het toch een beetje gemakkelijk kunnen?

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Over vorige levens en volgende levens

vorige levens
Opening van een tehuis voor Chinese meisjes in Batavia, 1917 Centraal: mevrouw van Limburg Stirum, echtgenote van de gouverneur-generaal.

Kent u dat: ergens voor de eerste keer komen en denken, het lijkt wel of ik hier eerder was. Of iemand ontmoeten en voelen: wij kennen elkaar al langer. Hoe kan zoiets?

Zoiets kan, als u of ik een sprankje bewustzijn ervaren van een vorig leven. Het gaat in tegen het rationele, tegen het gezond verstand, te bewijzen valt het niet en toch… toch kan het zo zijn. Maar nu zet ik een stapje verder.
Als er vorige levens zijn, kunnen degenen die we gekend hebben dan in een volgend leven terugkeren en weer bij ons zijn?

Naar een medium

Wanneer u belooft, dat u mij niet uitlacht, zal ik iets uit mijn leven vertellen dat hiermee te maken heeft.

Een aantal jaren geleden bezocht ik een medium. Ik zocht contact met mijn kleine rode kater Tim, die, zoals dat heet, over de Regenboogbrug was gegaan. En ik had zo’n verdriet, ik was zo eenzaam zonder hem, dat ik ernaa verlangde iets over hem te horen.
Dus vandaar het bezoek.
Het medium was een aardige en nuchtige vrouw. Dus geen gekkigheid.
Ze vertelde me dat Tim nu deel uitmaakte van een groepsziel, waar ik later ook bij mocht. Dat troostte me. En ook, dat Tim zou terugkeren en als ik goed oplette, herkende ik zijn energie meteen. Daar ging het om. Niet om de vorm van kleine rode kater. Zijn typerende Tim-energie.

Nou, u snapt het wel. Ik was nog niet buiten of ik keek iedereen die ik tegenkwam indringend aan. Waar was hij? Lang verhaal kort, ik zoek nog steeds, ook al woon ik nu met een grote roodwitte kater Bert van 14 jaar.
Dat is mijn ervaring.

Terug bij ons

En ik weet, dat als u en ik het voor het zeggen hadden, we dierbaren meteen een volgend leven zouden schenken, zodat we weer samen konden zijn.
Hier is dus mijn puzzel. Over waarnemingen uit een vorig leven hoor ik nogal eens iets. Maar hoe zit het met die volgende levens, kan iemand werkelijk bij u of mij terugkeren?

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Gaat het Indische voorbij, kan dat?

voorbij
Toko Semerang, Den Haag: vakantietijd

Deze week en eigenlijk ook de week ervoor, hoorde ik iets dat me tot nadenken stemde. Het ging over een jongere generatie die zich niet Indisch voelde.

In twee van de drie gesprekken: Hollandse vader, Indonesische moeder. In het derde gesprek andersom. De kinderen, die al jaren volwassen zijn, hebben wel een band met Indonesië maar niet met Indië. Dat is te lang geleden, te ver weg, het doet ze niks, het is iets van de familie heel veel vroeger vinden ze.
Niet meer van nu.

Ja maar

En ik dacht eerst: Ja maar, je bent Indisch.
En daarna dacht ik: Nee, iedereen mag zelf beslissen wat en wie hij/zij/anders is.
Dus zo kwam ik op die vraag: gaat het Indische voorbij, kan dat?

Nieuwe betekenissen

Zelf denk ik dat het niet kan, maar dat komt omdat ik wil dat het Indische gevoel, de Indische cultuur, blijft bestaan, en ook omdat ik op de Tong Tong Fair en bij Moesson zie dat Indisch-zijn per generatie anders vorm krijgt, met nieuwe betekenissen erbij.
Hoera, voel ik.
Deze week was ik in Den Haag en ik dacht, even naar Toko Semarang. Maar helaas, met vakantie. Ik kom er al jaren en ik heb de toko zien veranderen, moderner worden, een nieuwe generatie trad aan, maar het was en bleef een toko. Je komt binnen en je voelt je meteen warm worden van binnen. Dat gevoel heb ik nooit in Albert Heijn.

Familie

Soms mag ik familiefoto’s zien. Een overgrootvader heeft hetzelfde gezicht als de achterkleinzoon, alleen heeft deze geen snor. Zou de kleinzoon best goed staan, dat zie je zo.
En er zijn achternamen, als ik die ergens lees in een opsomming, denk ik: mmm, Indisch. Vooral als het wat Frans klinkt. En namen als Dezentjé hebben vanzelf mijn belangstelling.

Generaties

Misschien zit het zo.
Indisch is familie en cultuur.
De een denkt: wij zijn al zeven generaties Indisch. De ander denkt, ik ben bicultureel. Een derde is te druk met het gezin om erover na te denken.
Maar toch, als het Indische in de familiegeschiedenis zit, dan is dat belangrijk genoeg om te bewaren en door te geven. Een paar generaties verder dan die we nu hebben, en opeens kan zelfs het meest biculturele neefje of nichtje besluiten toch Indisch te zijn. Ja, en dan komen de vragen. Ligt uw verhaal al klaar?

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Waarom is er geen cultureel Indisch museum?

Rudy Hartung

Rudy, uiterst links.

Het is zomer en het leven is raar. Geen Tong Tong Fair met herinneringen, 15 augustus komt eraan en hoe gaat het toch verder met corona. Ik voel me een beetje zweven. Was er maar een mooi cultureel Indisch museum. Dan ging ik erheen.

Museum

Een paar dagen terug las ik in de nieuwsbrief van het Moluks Historisch Museum dat ze geen ruimte genoeg hebben om de collectie tentoon te stellen. “Juist nu er veel behoefte aan is”, stond er. Dat snap ik. Een museum is een eilandje in deze tijd. Je kunt weg uit de drukte van alledag en terugreiken naar wat er was en wie er waren.
Ja, we hebben hier en daar collecties uit het verleden om te gaan bekijken, maar een groot centraal museum, dat is er niet.

Collectie

Af en toe krijg ik via de mail een vraag die daarmee te maken heeft. “Waar kan ik deze boeken kwijt?” Dan is er iemand die verzamelde gaan hemelen, het huis moet worden opgeruimd en ja, het zijn bijzondere Indische boeken, dus weggooien kan niet, maar wat dan?
Ik mail dan wat suggesties. En ik weet ook, op enig moment stelt iemand die vraag over mij. Waarheen met de romans van Annie Foore en Melati van Java, waarheen met die collectie boeken over het KNIL?
Dan denk ik weer aan dat grote Indische museum. Met een opslagplaats. Met een bibliotheek waar elk geschreven levensverhaal welkom is. En romans. En naslagwerken. Waar ook een boekenverkoop is, want zestig dezelfde romans op de plank, dat hoeft nou ook weer niet. Daarvan kan een deel naar de jongere generaties.
Groot pluspunt: de collectie levensverhalen op papier. Elke stem telt immers.

Rudy

Ik dacht hier ook deze week aan, omdat ik hoorde dat Rudy Hartung naar de hemel is vertrokken. Corona. Hij was een Indische man die op latere leeftijd weer in Indonesië ging wonen. Voor de Indische Schrijfschool schreef hij mooie verhalen waarin heden en verleden zich vermengden. En hij publiceerde zijn levensverhaal, in eigen beheer. Dus er zijn wel mensen die een boek van hem bezitten, maar ik had toch ook graag gezien dat er ergens een boek van hem voor altijd bewaard werd. Want wat voor hem vanzelfsprekend was aan kennis, is een paar generaties verderop een vraag geworden. Kennis vervaagt.
Daarom was ik ook zo blij met Rudy’s verhalen, en anderen ook. We zullen je stem missen, Rudy.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Wat is de waarde van traditie? (video)

Deze week las ik over generaal Berenschot, die in 1939 het commando over het KNIL aanvaardde. En ik was bij de commando-overdracht van het Regiment van Heutsz. Traditie. Protocol. Waarom?

KNIL

Het Regiment van Heutsz bewaart de tradities van het KNIL, dat is de koninklijke opdracht die ze in 1950 kregen, na de opheffing van het KNIL in datzelfde jaar. Op de video is de vaandelwacht te zien, met hoeden uit (zo hoorde ik ) 1910. Aha, dacht ik, dat heeft generaal Van Daalen ingevoerd. Pas in de jaren 1930 kwamen die flaphoeden.

Ik was erbij en keek ernaar. En luisterde. Hoe de vaandelwacht over het grind liep, en het leek of er één man liep. Dat is samenwerken, zo kunnen lopen. Misschien dat ik daarom zo graag naar marcheren kijk: ik hoe anders iedereen is, en toch is er een eenheid.

Berenschot

Die middag  dacht ik aan het belang van traditie. Dit vaandel reist elke drie jaar van de ene commandant traditienaar de andere, en de namen wissselen, maar het vaandel blijft bestaan, gedragen door de mannen en vrouwen voor wie het van betekenis is.

Berenschot nam het commando op zich temidden van een oorlogsdreiging. Japan kwam per dag dichterbij, er was te weinig budget op goede bewapening aan te schaffen, bestellingen op de internationale wapenmarkt kwamen vaak niet aan en als er iets wel aankwam, moesten de mensen nog leren met het moderne materieel om te gaan.
Als die mensen er waren, tenminste.

In generaal Berenschot werd vertrouwen gesteld. De gouverneur-generaal mocht hem graag en hoge en lage rangen van het leger wisten dat hij hun zág.
Berenschot was de tweede Indische commandant van het KNIL.
Twee jaar na de commando-overdracht stortte zijn vliegtuig neer. Dood. Dat was 1941.
Ik vraag me weleens af, hoe het gegaan zou zijn als hij was blijven leven.
Hein ter Poorten nam het commando over. Komen en gaan, de een na de ander.

Traditie

Traditie is dus: weten dat je een schakel in een keten bent, dus:
voor jou is er iemand,
na jou ook,
rn jij telt ook mee.
Het is verbinding ervaren met de anderen, voelen wat geweest is en dat je doorgeeft vanzelf, door het schakeltje zijn in die keten.

Traditie is
a vorm: hoe doe je iets
b inhoud: het innerlijk waarom

Dat gaat op voor een overdracht van commando, voor het doorgeven van familieverhalen en gewoonten, voor alles dat dierbaar is en bewaard moet worden.

Het was een mooie middag, ik begreep iets meer van het leven.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Ga naar de bovenkant