Soerabaja

Hellendoorn, Homann en Zangrandi: hoe was het toen?

zangrandi

Vanmorgen zat ik er even doorheen. Even. Want toen wist ik een oplossing. Dat is niet de hele tijd het nieuws lezen en grafieken bekijken. Dat maakt me niet blijer. Wat wel? Een veilige wereld vinden in een plannetje om iets te gaan schrijven.

Als het leven vandaag een beetje tegenvalt, richt u dan op het heden of het verleden. Het is een geweldige afleiding en u gebruikt uw tijd van leven op een fijne manier. Want nu gaat u piekeren over iets dat in 1938 gebeurde en ja, hoe zag Soerabaja er toen uit, waar zou u daar iets over kunnen vinden?

Deze week las ik in een boek over de oorlog het woord Zangrandi. Meteen was ik in Soerabaja, waar destijds het lekkerste ijs ter wereld werd verkocht. En nu nog, geloof ik. Op Google zag ik maar liefst drie verkooppunten.

Verhalen van mensen

Ik herinnerde me opeens dat ik ooit iemand interviewde over de oorlog, en ze vertelde me daar gewerkt te hebben. Toen kreeg het meer betekenis voor me. Verhalen van mensen brengen iets tot leven:

  • dansen bij Homann in Bandoeng
  • ijs eten bij Zangrandi in Soerabaja
  • lekker naar zwembad Selecta in Malang
  • zien en gezien worden bij restaurant Hellendoorn in Soerabaja

Daar denk ik nu extra lang aan. Hoe zou dat geweest zijn, hoe veranderde dat allemaal in de loop der tijd, en hoe zou het verder zijn gegaan na de oorlog?

Waar ging u heen, toen in Indië?
Waar gingen uw ouders heen?
Naar welke muziek luisterde u graag, speelde u gitaar, zong u? Welke films draaiden er in de bioscopen?
Of bezocht u graag bokswedstrijden? (net als Lilian Ducelle en Tjali)

Uitgaansleven

Dit lusten we allemaal. Leve Zangrandi!

Het uitgaansleven in Indië moet fantastisch zijn geweest. Als ik foto’s ervan zie… goedgeklede mensen, elegantie en omgangsvormen. Maar… niet voor iedereen. Dat is ook zo. Evenzogoed is het heerlijk denken aan aan die drukke gezellige gelegenheden waar mensen toen samenkwamen.

Misschien heeft u daar nog herinneringen aan. Schrijft u die dan op? Waar u heen ging, wat u er meemaakte, hoe de regels waren (en of u zich daaraan hield) en wie er wel en niet mochten komen. Als u alleen de verhalen van uw ouders kent, zijn die ook van harte welkom. Het is nu de tijd om de goede herinneringen op te halen en daarin een beetje te schuilen.

Dus mijn vraag aan u is: wilt u uw herinneringen opschrijven, aan het uitgaansleven toen? Wanneer u erover gaat nadenken, bent u vanzelf even in een andere wereld.

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

Is er iemand uit Soerabaja in de zaal? (video)

Soerabaja

Marva’s marcheren door Soerabaja, 1949 (Wikimedia Commons/ Nationaal Archief)

Opeens kan het verleden in je handen vallen. Op de Tong Tong Fair kocht ik het telefoonboek van Soerabaja, maart 1946. Pas toen ik thuis was, begreep ik beter wat het was.

Voor de oorlog

Telefoongidsen uit Indië zijn heerlijk. Ik heb er een paar en soms kijk ik naar de rijen namen. Mensen. Organisaties. Clubs. Advertenties uit de vooroorlogse tijd fascineren me. Als ik een woord zie, dat ik herken, veer ik blij op. Zangrandi. Ja, natuurlijk, ijs. Hotel Homann, wat werd daar gedanst. Tosari, waar je naar boven ging. Woorden roepen herinneringen op.

In de oorlog

Dit telefoonboek is een getuige van de oorlog. De stad is veranderd, er zijn militairen gekomen die beslag op dit en dat hebben gelegd. Dat is te zien.
De taal is ook Engels.
Ik lees: Bakehouse Ender & Haug, Toendjoengan 46. Telefoon 1520
Daaronder staat: Bakehouse Ten Wolde, Kalisari 900.
Maar het R.K. Weeshuis voor meisjes heet anno 1946 nog steeds zo, met als hoofdpastoor A. Yist, adres Tempelstraat 5 met telefoonnummer 600.

Heeft u dat ook, bij het zien van telefoonnummers, dat u denkt: zal ik eens bellen?
Ik wel, ook al begrijp ik niet goed waarom de nummers zo ongelijk van lengte zijn.
Weet u dat?

(tekst loopt door onder de video)

In dit telefoonboek

Elke pagina van dit telefoonboek heeft twee kolommen, de tweede is voor notities. Die staan er ook in dit exemplaar. Een vaste hand maakte in potlood en in pen aantekeningen, namen en nummers staan erbij, helaas zonder een persoonlijke toelichting. Alleen iemand die de stad toen kende, zal begrijpen wat er staat.

Het jaar 1946 is voor de ene generatie een soort eergisteren en voor de andere generatie is het een eeuw geleden. Denk derde, vierde generatie. Die groeien op met nieuwsgierigheid en weten niet waar ze moeten beginnen met zoeken of vragen. Zeker straks met al die vieringen van 75 jaar bevrijd Nederland is het net of Indië niet meetelt. Daar was nog oorlog, volop, en steeds meer. Dat telefoonboek van Soerabaja is er een stille getuige van. Stil. Zwijgend. Om gehoord te worden, zijn er stemmen nodig. Stemmen van mensen die willen en kunnen vertellen: over hun leven, over hun ouders, over hoe de stad was.

Daarom heb ik het telefoonboek gedigitaliseerd. U kunt het downloaden: klik hier. Lukt het niet, mailt u me dan even want dan stuur ik het per mail terug.

En als er herinneringen opkomen… ik hou me aanbevolen. Want alleen dankzij u kunnen mensen als ik iets van Indië leren kennen en begrijpen.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan hier: klik op het plaatje hieronder. Bij inschrijving krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

 

 

 

 

Wapenbroeders en de marine-revue in Soerabaja

wapenbroeders  Kijk, het tijdschrift Wapenbroeders. Ik bezit enkele edities uit de late jaren ’40. Het is propaganda, en toch is het leerzaam.  Indertijd kocht ik de bladen omdat Lilian Ducelle erin schreef – ja, Tjalie ook.

Elk artikel stemde me droevig. We hebben nu veteranen die vertellen en zwijgen over die periode, maar in deze tijdschriften zijn ze jonge mannen in omstandigheden waarvan ze meestal niet half beseffen hoe moeilijk die zijn of zullen worden.

In 1947 wordt er in Soerabaja door de marine een revue opgevoerd: “De trossen los”. De opbrengst gaat naar het marinesanatorium. Ik citeer uit het blad van 6 november 1947:

“Het zou ons te ver voeren al de grote en kleine medewerkers te noemen, doch laat het genoeg zijn te vermelden, dat “De trossen los” drie avonden achter elkaar in de maand April j.l. voor uitverkochte zalen heeft gedraaid. Het succes was geweldig. Commandant der Zeemacht in Ned.-Indië, Vice-Admiraal A.S.Pinke, die ter gelegenheid van de aankomst van het Juliana-dok in Soerabaha vertoefde, woonde de première bij, terwijl ook de bemanningen van de sleepboten van genoemd dok als eregasten tegenwoordig waren.”

Een kritiekpuntje was er wel:

“Jammer dat het vrouwelijk element in deze revue geheel ontbrak, d.wz. er waren natuurlijk wel vrouwenrollen, die kun je nu eenmaal niet missen, doch deze werden vervuld door potige robuste Marine-chauffeurs.”

Zou er nog ergens een filmopname zijn?

wapenbroedersDeze revue was volgens het artikel er slechts eentje uit meerdere.  Jammer dat de zaal niet genoemd werd, want waar zou dat zijn opgevoerd? Andere titels van een marinerevue met sicces zijn: En nu de Marine en het in Batavia opgevoerde  Wat nu weer, Opa? Daar speelden wel vrouwen in mee.  Uit die laatste revue is deze foto, erbij staat: “Hawaiian scene”.

De revue gaat over de belevenissen van een marineman, zoals verteld door een gepensioneerde marineman aan zijn kleindochter. Op die manier komt er van alles in beeld, want opa is overal geweest.

Nog een foto.

wapenbroeders  Dit waren de spelers, maar er staan helaas geen namen bij. Ze konden wel wat, blijkt:

“Martinetermen en pittige zoutwater-geestigheden zijn dan niet van de lucht en doen naast het spel, afgewisseld door zang en muziek van de Marineband, de zaal daveren van het lachen.”

 

 

Dat zulke blije artikelen in een tijdschrift als Wapenbroeders een functie hadden in 1947, snapt iedereen. En dat er bepaald nog meer gebeurde, weten we ook. Die gedachten staan vooraan.  En misschien ben ik juist daarom wel zo nieuwsgierig naar deze revues. Zou er nog iemand zijn die daarin heeft meegespeeld?

Help Oma Berg (106) aan foto’s uit haar leven

 Residentie Buitenzorg ligt tegenwoordig in Groningen-Noord.  Daar had ik een voorzichtige eerste ontmoeting met Oma Berg, zoals iedereen zegt. Anna van Berg-Moesning is nu 106 en straks in december zal ze 107 zijn.

Ik kwam binnen en zag haar: een lief en mooi gezicht heeft ze.  De rust van iemand die zich veilig voelt. Ze zat aan het hoofd van de tafel, kalm te wachten. Niet op mij. Er kwam klepon aan.

De sfeer in het tehuis was zacht en warm. Niet slap. Maar: goed.  Huiselijk. Dat je meteen voelt, dat je later misschien daar ook wel eh…

We gingen naar de kamer van Oma Berg. De kinderen waren er, zorg en tolk. Toch verliep het gesprek moeilijk.

Want ja, 106 zijn betekende dat de herinneringen in golven komen en gaan, en dat is per dag anders. Op sommige dagen zijn er veel herinneringen. En toen ik er was, net weinig. Ik ga dus nog een keer terug, en dan wil ik beter voorbereid zijn. Als ik oude foto’s kan vinden, neem ik die mee. Daarvoor heb ik uw hulp nodig.

Wat ik nu weet, is dat Oma Berg geboren en getogen is in Soerabaja. Daar ligt nog steeds haar hart. Thuis, dat is dáár.  Ook al heeft ze het fijn in Buitenzorg.

Wat weet ik nog meer:

  • Anna van Berg-Moesning is geboren op 29 december 1910, te Soerabaja
  • ze kreeg eenvoudig onderwijs
  • als jong meisje werkte ze in de zeepfabriek Savon
  • haar tweede man heette W.C.L. van Berg, “betoel blanda”, zegt Oma Berg
  • ze woonden in het hoekhuis van Bratang Kroekah en later in Djalan Kemangi
  • in maart 1965 kwam het gezin naar Nederland, er waren drie kinderen
  • eerst woonden ze in Appingedam, daarna in Groningen

Dit weet ik ook dankzij een telefoongesprek met Josje, de dochter van Oma Berg. Josje zat in Soerabaja op de Indonesisch-Hollandse School. Foto’s uit die tijd zijn er niet. Haar vader voelde er niet voor (“hij was ouderwets”) en haar moeder was niet zo technisch.

Oma Berg was kraakhelder toen ze 105 was. Verhalen, nou. Niemand schreef ze op, denkend: dit is een ooggetuige van de oude tijd en wat erna kwam, dit is uniek. Ze moet veel gezien hebben.

Daarom ga ik op zoek naar foto’s. Dan kan Oma Berg hopelijk meer vertellen.  Die ene foto van haar man brachten wat anekdotes op. Dus er zijn nog herinneringen, en met een foto om naar te staren, keren die hopelijk terug, al is het maar voor even. Het gesprek mag ik filmen en met u delen.

Vooral belangrijk zijn:

  • het hoekhuis van Bratang Kroekah, Soerabaja

  • de zeepfabriek Savon, Soerabaja – jaren 1920

Helpt u Oma Berg mee haar herinneringen terug te vinden?

 

Ga naar de bovenkant