Vilan van de Loo

Rudy Hartung: Een verhaal over een brief per post gestuurd

Rudy Hartung

Mijn oudere nicht Els is van 1932. Zij was in een verzorgingstehuis opgenomen. Tweemaal soms driemaal per jaar ontving ik een brief van haar in mijn PO BOX van het Postkantoor Purworejo. En ik schreef haar terug. Met een brief, ook verstuurd per post. “Beste volle neef,” zo begon mijn nicht Els meestal met haar brieven. Wij schreven elkaar op ouderwetse manier. Via de post. Want mijn lieve nicht Els gebruikte geen E-mail en ook geen whatsapp. Ik bewonderde het mooie handschrift van haar. Het schuinschrift, dat zij op een Lagere School in het voormalig Nederlands-Indië heeft geleerd. Ikzelf zag er tegenop om Els ook met handgeschreven brieven te beantwoorden. Ben al zo gewend, dat ik mijn brieven door mijn laptop laat schrijven.

 

Mijn nicht Els

rudy hartungHet is eind juli 2017 toen ik een mail van haar kinderen ontving. Het gaat niet goed met Els. Neef Ron schreef:
“We hebben slecht nieuws over mamma. Je weet dat zij borstkanker heeft, maar het gaat niet echt vooruit. En bij de scans die toen waren gemaakt, kwamen uitzaaiingen te voorschijn in de lever, longen en lymfe. Het is een grote klap voor haar. maar zij vermoedde al iets. Zij had allerlei problemen van erg moe, pijn in arm en rug, slecht eten enz.”

De allerlaatste wens van mijn volle nicht Els. Kort na die verdrietige en zorgelijke berichten, ontving ik een droevige mail. Dat hun lieve mamma was overleden. En dat hun lieve mamma in vrede was heengegaan. En dat de crematie in besloten familiekring zou plaatsvinden. Neef Ron schrijft ook over de allerlaatste wens van zijn mamma. Of de kinderen haar as, op een heel mooi plekje, ergens op Java, konden uit strooien. En Ron vraagt of ik daarbij misschien kon helpen. Om zo’n mooi plekje, ergens op Java te vinden. Haar geboortegrond. Een plekje, wat goed bij mamma zou passen. Neef Ron zou mij op de hoogte houden, als het zover zou zijn dat zij naar Java zouden komen. Het zou dan een reis “samen met mamma” worden. De allerlaatste reis van mijn volle nicht Els. Naar haar zo geliefde geboorteland Java.

Het is Mei 2018. De kinderen van Els komen naar Indonesië. Het zijn Ankie, Francis, Ron met Heidi en hun zoon Robert. Het is geen gewone vakantie. Het is een vakantie met een “heel bijzondere missie” eraan verbonden. Zij komen naar Java, naar Midden Java. Om een mooi en een gepast plekje vinden, om het as van hun mamma uit te strooien. Ik heb hen opgehaald, toen zij in Jogja waren aangekomen. En toen gingen wij naar Purworejo. Een rustige oude plaats, met de grootste aloon aloon van Java, zo wordt beweerd. Purworejo is vlak aan de Zuidkust van Midden Java gelegen. Allemaal eerst bij mij thuis om Par, Warni en Hanif te begroeten. Met koffie, thee en lemper. En koekjes met andere lekkernij. En toen heb ik hen naar de kali gebracht, vlak bij ons in de buurt. Allemaal waren zij onder de indruk van die mooie natuur, daar bij die kali. Het is een heel rustige plek. Met vlakbij een kleine desa. Zo’n kleine Javaanse desa, langs die kali. De bevolking haalt stenen uit de kali. Bestemd voor de bouw. Het is een mooie, rustige plek voor hun lieve mamma.

Gedicht

Nicht Francis had een gedicht geschreven. Het gedicht bestond uit zeven verzen. Met de allerlaatste wensen van hun lieve mamma. En toen is het gedicht, vers voor vers voorgelezen. Francis las het voor. En na elk vers werd door één van ons, een beetje as langs de oever van die kali uitgestrooid. En een beetje as uitgestrooid tussen de bomen. En een beetje as in de kali. Zó werden deze zeven versen van het gedicht voorgelezen. Het waren ontroerende momenten. Voor de kinderen van Els. Voor ons allemaal. Voor Ankie, Francis, Ron en Heidi en zoon Robert was het een definitief afscheid van hun lieve mamma. Maar met een bijzonder goed gevoel, dat zij hun mamma naar haar “geliefd landje” hebben teruggebracht. Hieronder het gedicht van Francis:

WENS
Laat mij nog éénmaal mogen wederkeren
Naar het land van zon en weelderig groen
Dat land zo vol herinneringen
Uit al die mooie jaren van toen
Laat mij nog éénmaal mogen dwalen
Langs sawah’s spiegelend onder een blauwe lucht
Omzoomd door het groen van pisangbomen
Waar bamboehutjes staan van een eenzaam gehucht
Laat mij nog éémaal mogen aanschouwen
De blauwe bergen in de vurig rode gloed
Van de morgenzon, die langs de wijde hemel
Haar lange dagtaak nog beginnen moet
Laat mij nog éénmaal mogen toeven
Tussen ruisende tjemara’s, glanzend in morgenlicht
Bij het stille ravijn, waar de ochtendnevel
Gelijk een lange witte sluier ligt
Laat mij nog éénmaal mogen luisteren
Naar het zingen van de wind door een bamboebos
Naar het lome getinkel van zware bellen
Als een tjikar voorbij komt, getrokken door een os
Laat mij nog éénmaal mogen staan
Bij het vlammend rood van een bloeiende flamboyant
En de bloemenpracht van de bougainville
In zachtroze en diep paarse kleuren, zo briljant
Laat mij nog éénmaal mogen gaan
En dit wens ik keer op keer
Naar het land waar eens mijn wieg stond
Wondermooi Java; ik zie het hopelijk weer

Kinderen en kleinzoon van Els.

Brief

Enkele maanden later schrijf ik naar Ankie, Francis, Ron en Heidi en Robert:
Lieverds, al die wensen van Els  komen uit,  zoals in het gedicht van Fransje is geschreven! Ik begrijp heel goed, dat jullie gedachten nog vaak bij jullie mamma zullen zijn. En dat is niet erg. Ja toch? Volgende week ga ik weer naar Jogja en Jakarta. En dan gaat Els weer met mij mee. Misschien zullen jullie verbaasd afvragen wat bedoelt Rudy nou? Dat Els ook meegaat? Wel ik heb een beetje as van Els  bewaard. Het zit in mijn schouder draagtas, die ik bij me heb, als ik ergens naar toe moet. Daarom dat al die wensen van Els  uitkomen. Zoals Fransje in het gedicht heeft geschreven. En zo reist Els met mij mee.  En zo kan zij genieten van haar zo geliefde geboorteland. Sinds die dag dat jullie hier waren,  is Els met mij al naar verschillende plekjes en plaatsen op Java is geweest. Plaatsen zoals Salatiga, Magelang, Jogja, Cilacap, Jakarta, Surabaya. Ja zelfs naar Porong een kleine plaats dat net als Surabya in Oost Java ligt. En al die andere kleinere of plaatsen waar je langs komt, als ik ergens naar toe moest.  Vaak ook de weg Purworjo- Magelang, als wij zondags naar de mall gaan. Els is er dan altijd bij.  Ik reis vaak met een bus. Grote snelle bussen, maar ook heel vaak met wat kleinere bussen. Het zijn vooral die kleine bussen die veel gelegenheid geven om wat rustiger van alles te genieten. Want de kleine bus stopt vaak. om mensen te laten uitstappen. Of mensen weer mee te nemen. En dat is een leuke gelegenheid voor Els om met al die vriendelijke Javanen, die in zo’n kleinere bus zitten om zo met elkaar “kennis te maken.” Of dat zij kan meeluisteren, naar wat zij allemaal te vertellen hebben. En er wordt heel wat afgekletst. Ook zo’n ritje met een kleine bus, als ik naar Salatiga ga, is altijd heel gezellig. Het is zo’n 2x per jaar, voor mijn bezoek aan mijn tandarts die in Salatiga woont.

Langs de weg Magelang Salatiga

Het is de weg van Magelang naar Salatiga. En een paar dagen later ga ik weer terug naar Magelang. Het is de weg die over de berghellingen gaat van de berg Merbabu. En dan kom je langs vele kleine plaatsen. We komen langs drukke pasars, we gaan over bruggen, en de weg is vol met bochten. En je ziet prachtige landschappen. In dit stukje bergland van Midden Java. Met een vergezicht naar enkele andere bergen. Zoals de Sumbing en de Sindoro. Met heel in de verte de Ungaran bij Semarang in de buurt. Het moet dan wel helder weer zijn. Veel vrouwen stappen in en uit die bus. Met hun manden vol met allerlei groenten, en andere etenswaren. Alles voor verkoop op een pasar. Of gaan weer met lege manden. Terug naar hun desa. Op deze berghellingen van de Merbabu, kom je langs velden waar groenten wordt verbouwd. Zoals veel kool en worteltjes  Zo kan Els heel veel haar “landje” terugzien !!  Ik denk dat zij intussen plekken en gebieden heeft gezien waar zij vroeger nog nooit was geweest! Els geniet ervan! En ik zo blijf ik nog even doorgaan samen met Els. Als ik ergens naar toe ga. Kortgeleden zijn wij naar het bergplaatsje Bandungan geweest. Bij Ambarawa. Gelegen op de heuvels en hellingen van de berg Ungaran. Het is een berggebied met veel koffietuinen en rubber bomen. Els heeft genoten! En zij blijft genieten, van die prachtige natuur van haar geboorte land Java. Ik stuur een paar foto’s mee, van wat Els allemaal heeft gezien. Veel Liefs Rudy

rudy hartung

Langs de weg Magelang Salatiga

 

Rudy Hartung

Langs de weg Magelang Salatiga

 

Een wonder

rudy hartungEen wonder. Het is zo’n half jaar later, nadat het as van mijn nicht Els was uitgestrooid, dat ik een bericht kreeg van het postkantoor. Of ik wou langskomen. Er was een brief voor mij gevonden, die in een verkeerde postbus heeft gelegen, Het bleek een brief van mijn nicht Els te zijn! Gedateerd op 5 September 2016. Een brief die Els bijna een jaar geleden, voor haar overlijden had geschreven. Op het postkantoor vertelt men dat die brief, per ongeluk, in een verkeerde postbus was terecht gekomen. In de postbus precies boven mijn postbus. Zoiets was mij nooit eerder overkomen. Men heeft welgemeende excuses aangeboden. En men erkent dat de vergissing door iemand van hun medewerkers is gemaakt. Maar natuurlijk was ik allang blij dat zij mij op de hoogte hadden gebracht. Over deze brief van Els, dat die in een verkeerde postbus was terecht gekomen. Heb uitgelegd dat deze brief een “ bijzondere waarde” voor mij had. Want Ibu Els, was inmiddels overleden. Met ernstige gezichten hebben zij geluisterd. En zij hebben mij gecondoleerd. Zij hadden goed begrepen hoe mijn gevoelens waren over die brief. Thuis gekomen was ik even stil. Die brief had al die tijd, in een lege postbus gelegen. Precies boven mijn postbus. Terwijl ik al die tijd, met regelmaat, langs kwam om mijn postbus te openen. Ook toen Els inmiddels was overleden. En ook nog een keer, nadat haar as was uitgestrooid. Het was zo’n zes maanden geleden. Alsof Els daar al die tijd rustig heeft gewacht. Wat een wonder! Dat die brief toch was ontdekt! Ik gaf dit alles door aan de kinderen van Els. Nicht Fransje vond het heel frappant. En nicht Ankie de oudste, ging ervan uit dat het de geest van Els is geweest. Die “gestuurd heeft” zodat die brief te voorschijn moest komen. Zelfs na zo’n twee jaar in een verkeerde postbus te hebben gezeten. Het moest zó gebeuren. Daarom is het géén toeval. Het was zó gestuurd! Door Els. Dat schrijft Ankie mij. Nicht Ankie schreef mij ook : “ Els heeft van boven erop toegezien dat die brief zou terecht komen.   Echt een wonder.” Ankie vertelde ook dat Els, toen al, in 2016 zich had afgevraagd, waarom zij nog geen antwoord van mij had ontvangen. En daar was ik stil van. Toen ik dat van Ankie hoorde.

De allerlaatste brief van mijn volle nicht Els : Vleuten 5 sept. 2016 “Hoi Ruud, Is alles naar wens? Je hebt je zusje en zwager op bezoek, fijn voor je, een hele afleiding. Hoop voor de nichten dat ze alles beleven/zien…” En Els eindigt haar brief met: “Soms kan ik zo “sakit hati” zijn, graag zou ik dan daar in mijn landje willen zijn. Maar niet zeuren, nuchter blijven, je zit hier goed. Reizen is van de baan.Gelukkig kan ik nog e.e.a voor de geest halen hoe ‘t was, rook, voelde, nou Ruud, ik dreig sentimenteel te worden, mijn hand raakt vermoeid door de artrose, en stop ik maar voor ‘t onleesbaar worden gaat. Hou je goed, de groeten aan de huisgenoten, Els. “

Het Adres

Mijn allerlaatste brief aan mijn lieve volle nicht Els
Indonesia, Jawa Tengah, Purworejo, 15 Desember 2010
“Lieve volle nicht Els, Ik schrijf jou nu naar “Het Adres”, waar jij nu bent. Het is “ Ergens in Het Grote Heelal”. “Ergens in de Hemel”, of “ Ergens in het Hiernamaals”. Deze brief stuur ik ook niet per post. Dat hoeft ook niet. Want het komt vanzelf wel bij jou terecht. Daarom geloof ik, lieve Els, dat jij deze brief vast zult lezen. Jij bent nu met Miel verenigd. Met jouw mam en pap. Met jouw broer en jouw zus. En met nog zo veel andere familie van ons. Doe ze maar de hartelijke groeten. Ik denk heel vaak aan jullie allemaal.

Lieve Els, jouw laatste brief van 5 september 2016, was per ongeluk in een verkeerde postbus gestopt. Ik kon je daarom ook niet eerder terugschrijven. Ik hoorde het pas veel later van het postkantoor. Maar toen had jij inmiddels “ Het Leven op Onze Aarde” al verlaten. Het was een jaartje later, dat ik samen met jouw kinderen jouw as bij die kali hebben uitgestrooid, die een paar km voor mijn huis stroomt. En dat toen Fransje het mooie gedicht voorlas, over jouw laatste zeven wensen. Jij zult het vast, van boven hebben gezien! Of vanuit het postkantoor van Purworejo? Een grapje hoor lieve Els! Maar ik zie zoiets helemaal voor me. Want die brief van jou, zat toen nog steeds in die Postbus , precies boven mijn Postbus. Maar dat wist ik nog niet!!! Lieve Els, ik ben zo blij, dat die allerlaatste brief van jou, toch nog goed is terecht gekomen. Weliswaar met behoorlijke vertraging! jouw brief is per ongeluk in een andere Postbus terechtgekomen! Precies boven mijn Postbus. Echt waar!! Of wist jij het misschien ook al? Dat jij in een verkeerde Postbus terecht was gekomen? Zo denkt Ankie. En zij kan best gelijk hebben. Lieve Els nou weet jij het van mij zelf, dat ik die brief inmiddels heb ontvangen. En ik dank je alsnog er heel hartelijk voor. Daarom dat ik jou nu terugschrijf. Het is bedoeld ter geruststelling voor jou. Want jij was wat ongerust, toen jij aan Ankie vroeg, of ik jouw brief wel zou hebben ontvangen. Ik hoorde het onlangs van Ankie. Grappig is het dat ik ook van Ankie hoorde dat jij, en misschien dat Ankie het heeft aangevoeld, daar jij vanuit die andere postbus, steeds erop hebt toegezien dat jouw brief toch bij mij zou terecht komen. En nu schrijf ik jou dat het ook klopt, alhoewel het zo’n zo’n twee jaar heeft geduurd. En nogmaals, ik had dit al die tijd niet geweten!! Trouwens, het was toch geweldig goed hé Els, dat die mensen van het postkantoor mij erover hebben bericht! Mijn compliment voor Kantor Pos Purworejo. Ik heb die laatste brief van jou aan Ankie gegeven. Dat zul jij vast wel goed vinden! Het is voor haar een heel dierbare herinnering. Natuurlijk hebben Fransje, Ron en Heidi, Robert en andere kinderen die brief ook gelezen. Maar goed, lieve volle nicht, nu weet jij het dus, dat het helemaal in orde is gekomen. Met die laatste brief van jou. Die zo’n twee jaar in een vreemde postbus heeft gezeten. Daarom dat ik jou nu schrijf. Lieve Els, doe jij de groetjes aan iedereen daarboven? Heel veel groetjes en heel veel liefs, vanuit Midden Java. Van jouw volle neef Rudy. PS. Hieronder een bougainville langs die weg Magelang Salatiga:

Rudy Hartung


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Meedoen: gratis workshop Levensverhaal schrijven

workshop

Raar hè, deze Kerst? Wat was het dan vorig jaar anders en we dachten toen nog dat het altijd zo zou blijven. En nu is de vorige Kerst opeens een bijzondere herinnering.

Zo gaat dat.
Iets lijkt heel gewoon en als het voorbij is voelen we: zo gewoon was het eigenlijk niet. En dan willen we het voor altijd onthouden. Maar ja, herinneringen vervagen, langzaam maar zeker.
Wat weet u nog van vroeger? Als u uw ogen sluit, kunt u dan nog in gedachten door het ouderlijk huis lopen? Heeft het ook d at u opeens denkt: wanneer was dat ook al weer? Of hoe klonk die stem ook al weer? Ook van mensen van wie u veel hield en die u mist, misschien verdwijnen de herinneringen dan om u te behoeden voor het gemis.

Bewaren

Tegen het vervagen van herinneringen helpt maar één ding: ze opschrijven. Dan blijven de herinneringen bewaard.

Tegen de tijd dat het nieuwe jaar aanbreekt, hebben de meeste van ons toch een gevoel voor goede voornemens. Het gevoel zegt: nou moet ik toch eindelijk eens het levensverhaal opschrijven, dat van mezelf of van mijn ouders.

Eigenlijk geloof ik niet zo in goede voornemens. Ze zijn gebaseerd op gevoel. En emoties komen en gaan en voor u het weet is de lockdown voorbij en gaan we weer overal heen, voorzover dat dan is toegestaan.
Ik maak zelf nooit goede voornemens.
Ik maak een plan.

Een plan is beter

Dat gun ik u ook. Een plan levert resultaat op. Dat u kunt zeggen: Nu heb ik dat levensverhaal wèl op papier gezet. En zeg nou zelf, dat wordt weleens tijd.

Begin januari geef ik online een gratis workshop Levensverhaal schrijven. Het is voor iedereen die aan de slag wil maar niet goed weet hoe. Dat leg ik dan uit. Ik deel met u wat mijn methode is waarmee ik altijd mijn boeken schrijf, en u weet, dat zijn ook levensverhalen, want het zijn biografieën. Elke keer gebruik ik mijn vijf-stappen-plan en wat dat is, verklap ik in de workshop.

Erna kunt u aan de slag met het levensverhaal. Ik ben praktisch, ik hou van structuur, en ik leg uit hoe u begint en wat u erna doet.

Extra leuk: de workshop is gratis. En als u zich opgeeft, krijgt u een digitaal cadeautje te weten de checklist Klaar of niet? Bent u er klaar voor om uw levensverhaal op te schrijven?

U kunt zich via het formuliertje hieronder opgeven. Ik kijk naar u uit!

Hoe schrijf je over iets moeilijks? Twee tips.

moeilijks

Vorige week gaf ik een lezing over generaal Van Daalen, de Indische officier uit de oude koloniale tijd. Dat viel niet goed. Achteraf snapte ik waarom. Ik was niet kritisch genoeg, vonden ze. En om het nóg erger te maken, had ik verteld dat ik werkte aan een boek over het KNIL.
Ik had ook gezegd, dat er in Atjeh de meeste Militaire Willemsordes werden uitgereikt en dat iemand met deze onderscheiding, als held werd beschouwd.
Na mijn lezing viel er dus een diepe stilte. Er was spanning in de zaal.

En ik dacht: ik neem geen woord terug.

Verleden

Hoe kan het toch, dat het koloniale verleden zo moeilijk bespreekbaar is? Behalve als je alles en iedereen als fout en verkeerd bestempeld, een dosis anti-Nederland gevoel eraan toevoegt en begint over het excuus van de koning.

Daar doe ik niet aan mee.
Want er is een verschil tussen:

  • een mening over het koloniale systeem
  • een mening over de mensen die in dat systeem leefden

En de mensen, die hadden gewone en bijzondere levens. Weet u nog, dat boek Asta’s ogen? Of het boek Anak Kompenie van Lin Scholte? Levensverhalen waardoor we het leven in en na Indië vastleggen en bewaren en doorgeven aan een volgende generatie, die op een dag met vragen gaat komen.

Twee tips

Ik weet dat er ook veel verhalen vol oorlog zijn. De oorlog van uzelf of die van uw ouders, die u mee kreeg of u wilde of niet.
Dat kan moeilijk zijn.
Om dat gemakkelijker te maken, geef ik twee tips.

Tip 1: aanvaard dat het verleden was zoals het was

Dus het was zoals het was, en niet anders. Dan hoeft u niet te bedenken dat er ‘eigenlijk’ iets anders gebeurde, of dat het aan u lag of dat het anders had moeten gaan. U kunt er gevoelens over hebben, maar het is gebeurd zoals het was.
U hoeft dan niet van alles te gaan begrijpen of uitleggen of van een nieuwe betekenis voorzien. Als u naar het verleden kijkt, heeft u een aantal gebeurtenissen die elkaar opvolgden. Daarmee moet u zich zien te verzoenen: dat het niet anders was.

Tip 2: schrijf het moeilijkste met streepjes op

Wanneer iets echt heel moeilijk is om op te schrijven en het is toch belangrijk om te bewaren, dan is mijn advies altijd: gebruik streepjes.
– dit is een streepje
– dit ook
– ze staan onder elkaar

Naast elk streepje zet u de kleinste herinnering die u kunt verdragen. Soms is dat een feit. Of een gevoel. Of een kleine anekdote of iets meer. Wat lukt, dat lukt.
Dus u hoeft hier het hele verhaal niet op te schrijven, alleen wat u aan kunt.

Heeft u hier iets aan? Wanneer u denkt: ik wil er toch eens over praten, dan kan dat. Klik hier, dan komt u op een webpagina waar u gemakkelijk met mij een telefoongesprek kunt inplannen.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Rudy Hartung over Hanif, vragen en antwoorden over vroeger

Hanif

Het is ‘s middags twee uur. Kom Hanif ben je klaar? ‘Even opa.., mam waar zijn mijn boeken?’ Hanif zit in de 1e klas SMP. En vertrouwt altijd op de hulp van Warni. Zijn lieve moeder.

 

Hanif

Hanif met Warni

We lopen door het bos, achter ons huis. Er staan wat huizen in het bos. Nieuw gebouwde huizen met stenen muur. Maar ook nog gedek (gevlochten bamboe wand) huizen. Vaak wonen oma en opa in hun oudere gedek woning. Met een nieuw gebouwd huis met stenen muur, naast het gedek huis. Het nieuwe huis wordt door een van hun kinderen gebruikt. Meestal een dochter, die inmiddels ook een eigen gezin heeft. Dat is natuurlijk handig. Als dochter werkt, passen oma en opa op hun kleinkinderen. Maar het is ook vooral bedoeld dat een kind zijn/haar ouders kan verzorgen als zij oud zijn geworden. Zo gaat het altijd in de provincie met al haar desa’s. Het is natuurlijk lastiger voor de grote steden. Maar daar heb je al bejaardenwoningen. Maar toch gebeurt het nog vaak dat oudere mensen vanuit de stad het liefst naar hun geboortedorp, in de provincie, terugkeren. Waar meestal nog een kind of andere familie woont.

Hanif aan het woord en vraagt zoveel

Tijdens de wandeling, komt Hanif altijd met verhalen en vragen aanzetten. Verhalen en vragen over wat hem interesseert. Dank zij smartphone en internet heeft hij YouTube en instagram ontdekt. Hij heeft nu veel belangstelling over wereld geschiedenis. Ook belangstelling over de wereldoorlogen uit vorige eeuw. Hanif leest, ziet en luistert via youtube over, Hitler, Nazi’s, Stalin. Over Amerikaanse en Duitse generaals. Over U-duikboten van de Nazi’s. En over nog veel meer. Ik was best verrast toen hij daarover begon te praten. ‘Opa wat zijn ‘concentration camps?’ vraagt hij. Dáár kan ik op antwoorden en iets uitleggen. Maar over tanks en Amerikaanse vliegdekschepen, duikboten en gevechtsvliegtuigen, kan hij mij veel vertellen. Zoals over het snelle Duitse slagschip Bismarck, dat door de Engelsen achtervolgd werd. En dat het haar ondergang was geworden. Ik wist het niet! Hoewel ik vroeger wel iets erover heb gelezen. Hanif komt met vragen aan zetten over D-Day. Toen Duitsland door Amerika werd verslagen. Zulke vragen kan ik wel beantwoorden. Ik heb vroeger enkele Amerikaanse films gezien over de bevrijding van Europa. Herinner mij ook enkele bekende Amerikaanse generaals zoals Patton en generaal Eisenhouwer. Zo vertel ik wat aan Hanif. Hoe Amerika het bezette Europa heeft bevrijd.
Over D-day. Met hulp van Engeland, Canada en Rusland.

Hanif praat wat over de aanval op Pearl Harbour door Japan. Die oorlog van Amerika tegen Japan interesseert Hanif. Ik leg wat uit. Dat met die plotselinge en onverwachte aanval op Pearl Harbour onder de Amerikanen op Hawai veel slachtoffers vielen. Met ook een behoorlijk groot verlies aan oorlogsschepen. En dat toen Amerika direct oorlog verklaarde tegen Japan. En dat het voormalig Nederlands Indie toen ook erbij betrokken raakte. En dat toen Java en andere eilanden door Japan werd veroverd..

Geesten van Loano

Wij komen bij een plek aan in het bos, waar vroeger een Kraton heeft gestaan. Met muren eromheen.
En van die muren zijn een paar overgebleven. De geschiedenis over deze Kraton tijdperk gaat heel ver terug. Het was ver voor de VOC periode en van voormalig Nederlands Indie. In de loop van al die eeuwen is de plek waar deze Kraton heeft gestaan een bos geworden. De grond is particulier bezit van een familie uit Loano. Hanif en ik vragen om permisi om langs te mogen. Niet aan die familie. Maar aan geesten die daar op deze plek van het Loano bos wonen. Waarom doen wij dat?

De bevolking van Loano gelooft dat op deze plek waar die Kraton heeft gestaan, geesten wonen. Maar het is nu een bos en wordt omringd door wat oude muren. Veel delen van die muren zijn allang tot aan de grond verdwenen. Voor zover ik weet, is er nimmer iets aan onderhoud gepleegd aan die muren. Vanaf vroeger niet. Nooit iets aan onderhoud zoals met de Prambanan of Burubudur. Het is een mystieke plek geworden, waar geesten wonen. En je moet altijd permisi (toestemming) vragen als je er langs komt. “Het moet”, dat zeggen de mensen hier van Loano. Het is traditie. Hanif en ik, vragen dus ook altijd om permisi, als wij er langs komen. Want ik wil geen moeilijkheden hebben. Met de geesten van deze plek. “Je kunt ze beter te vriend houden,” denk ik. Boven ons bundelen zich donkere regenwolken samen.

Hanif

Oude muur Kraton

Langs een muur van vroegere Kraton

“En opa, die atoombom van Amerika ? Hoe komt dat?” Ook daarover kan ik wat uitleggen. Amerika wou Japan tot overgave dwingen. Want Amerika had al heel veel millitairen verloren. Amerika heeft toen een nieuw soort bom ontwikkeld. De atoombom. Zo’n bom werd eerst op de stad Hiroshima geworpen. Maar Japan wou zich nog niet overgeven. En toen had Amerika, een paar dagen later, een tweede atoombom op de havenplaats Nagasaki geworpen. En pas daarna gaf Japan zich over aan Amerika. Japan is na deze oorlog door Amerika geholpen met de wederopbouw van het land. En sindsdien zijn Japan en Amerika goede vrienden van elkaar zijn geworden.

Clublied Feijenoord

Hanif laat mij liedjes horen. Het zijn allemaal liedjes op ‘marsdreun’ uit de Nazi-periode. Alles via youtube.  Ikzelf had die liedjes en filmpjes nog niet eerder gehoord of gezien. En tot mijn verrassing hoor ik plotseling het clublied Feijenoord. Want ik hoor de wijs of melodie van: “Hand in hand kameraden.” Maar dan in het Duits en met andere tekst. Het was één van die Duitse propaganda Nazi marsliedjes. Ik heb het nooit geweten. Dat Fijenoord een wijs van een Nazi propaganda lied, voor haar clublied heeft overgenomen.

De lagere school van Loano gebouwd door Nederland.
We komen op het schoolpleintje aan. “Dag opa,” een handkus en Hanif loopt de klas in. Ik blijf buiten wachten en ga op de stoep zitten. Aan de schoolmuur hangt een bordje. Met tekst: Dit schoolgebouw is op 24 november 1910 geopend. De tekst geschreven in het Indonesisch: RUMAH SEKOLAH DIBUKA MULAI 24 NOVEMBER 1910. Maar tot kort geleden hing daar nog het bordje met de Nederlandse tekst.
Het geeft mij een goed gevoel.

Schoolplein lagere School Loano

HanifDit schoolgebouw is op 24 november 1910 geopend
Ik wacht op Hanif.
Een zware regenbui barst los. Ik blijf onder mijn payung zitten. Het schoolplein voor mij zie ik in een grote waterplas veranderen. Het is een meer geworden. Het water stroomt langs mijn voeten. Ik blijf het wegstromende water nog even volgen. Mijn gedachten dwalen af.

Als Indonesië nooit een kolonie van Nederland zou zijn geweest.
Wat als het land nooit een Nederlandse kolonie zou zijn geweest? Hoe zou Indonesië er dan nu hebben uitgezien? Het antwoord is voor mij niet moeilijk. Ik zou geen twee Javaanse overgrootmoeders hebben gehad. Ik zou dan niet als een Indische Nederlander zijn geboren. Ik zou Par en Warni niet hebben gekend. Ik zou Hanif nooit hebben ontmoet. En ik zou nu ook niet op Hanif zitten te wachten. En hij zou nooit zulke vragen kunnen stellen: Opa waarom dit ? En waarom dat? Ik word er verdrietig van. Dus die vraag gaat de prullenmand in. En terug naar de realiteit van ons leven. Hier op onze aardbol.

Hoe denkt Indonesië nu over Nederland ?

Elk verleden of geschiedenis, van elk land, is een vaststaand feit. Het is geschiedenis. Het kan niet worden uitgepoetst. Ik vind dat Indonesie goed omgaat met haar geschiedenis en cultuur. Zelfs als het cultuur betreft, dat niet oorspronkelijk van het land zelf is. Cultuur geimporteerd. Door de eeuwen heen zijn er in Indonesie diverse culturen binnen gebracht. De Hindoe cultuur, Boeddhisme cultuur, Islam cultuur. En als allerlaatste de koloniale cultuur van het voormalig Nederlands Indie. Met ook het Christendom. Ook van die Nederlandse koloniale cultuur is er veel overgenomen.
En dan heb je die culturen van al die andere eilanden van Indonesie. Met elk eiland haar eigen cultuur en eigen taal. Haar eigen gebruiken en gewoontes. Indonesie een land dat bijzonder rijk is aan verschillende culturen. Met eeuwenoude geschiedenis. Indonesie is daar trots op.

En ja hoor. Wat betreft die cultuur van Nederland? Het hoort er ook bij. Cultuur van toen het nog “Nederlands Indie” heette. Indonesie doet daar beslist niet moeilijk over. Een paar keren per jaar gaat een groepje Indonesiers hier op Java, in alle grote plaatsen, als een koloniale Hollander op de fiets. En fietsen door de stad. In een wit tropenpak, met de tropenhoed op. En een beetje plagerig en altijd als humor bedoeld word ik weleens “Meneer Rudy” genoemd. Of zo’n klein stukje pisang, gebakken als kleine pannekoek, wordt door de Javaan “LEKKER” genoemd. Vooral langs scholen wordt het aan de jeugd verkocht. Als een een “lekker hapje” En zo zijn er zoveel Nederlandse woorden in de Indonesische taal. Vaak zijn de technische woorden zoals: onderdil, pelg, kopling of operasi. Ook woorden zoals: wortel, kol, seladri, ongkos, oper, ongkos of pensiun. Allemaal van een Nederlands woord afgeleid. En hoe denkt men over Nederland? Voor de televisie juicht heel Indonesië mee, als Nederland een WK wint. Of de Europa cup. Namen zoals Cruiijf, van Persie en nog veel andere bekende Nederlandse voetballers, behoren hier nog altijd tot bekende sporthelden. En er zullen weer oranje voetbalshirts met een rood wit blauw vlaggetje, worden gekocht, als Nederland ook weer hoog scoort met WK voetbal. En dan kun je weer van die leuke bekers kopen, met Rood Wit Blauw. Dus kom op Nederland ! Waar blijven jullie met voetballen? Doe er wat aan !!! Indonesië wacht op het Oranje elftal.

Hanif

Beker met kat Krucil

Holland 2014 FIVA World Cup Brazil

De regen is opgehouden. Het water op het plein is weg gestroomd. “Hallo Opa.” Hanif staat weer buiten. Bijles wiskunde zit er weer op. Kom even een ijsje halen Nif. We lopen weer naar huis. Door het bos.
En Hanif komt weer met wat vragen en verhalen.
Duitse Heidebloem Erika en Javaanse Veldbloem Putri Malu
Hanif laat mij weer zo’n Duits Nazi marsliedje horen. Het heet Erika. Ik luister: “Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein. Und das heißt… Erika” Ik vertaal voor Hanif “ Op de heide bloeit een bloemetje. Het bloemetje heet…. Erika.” Nou ja… hier in Indonesië vind je geen heidevelden. Ook denk ik, dat veldbloem Erika van Duitsland, hier op Java niet voorkomt. Maar niet alleen op Java maar door heel Indonesie, zijn er heel veel soorten aan veldbloemen. Ook die heel geschikt zijn voor je tuin. Ja hoor! Ik vertel nu over een bijzondere veldplantje “Kruidje roer mij niet.” Een heel leuk plantje om te zien. Met van die mooie paarse, harige, bloem bolletjes. En met kleine blaadjes. Net als van de asamboom (tamarinde). Op Java heet het: “Putri malu”. En betekent “Een verlegen meisje.” Maar… pas op. De Putri malu is echt niet met die aardige “Kleines Blümelein Erika” te vergelijken. Het lijkt allemaal wel mooi als je haar tegenkomt en je denkt: “Ha, wat een mooie bodembedekker voor mijn tuin! Lekker zacht voor je voeten. Veel mooier dan het saaie gras !! ” Dus je pakt haar vast om haar uit de grond te trekken. Maar dan! Je schreeuwt het uit: “Aduh..aduh … auw..auw!” Want Putri malu heeft heel venijnig in jouw hand en vingers geprikt! Met al haar venijnige stekeltjes. Je had dat niet gezien! En tegelijk sluit Putri malu onmiddelijk haar kleine blaadjes. En zo houdt zij haar dichtgevouwen blaadjes nog even gesloten. En in verbeelding, hoor je haar zachtjes fluisteren: “Net goed jij !! Jij hoeft mij niet aan te raken!” Pas na enige tijd, als de kust voor haar weer veilig is, dan gaan langzaam en heel voorzichtig haar blaadjes weer open. En even later lijkt zij weer op een leuk veldplantje. Putri Malu is beslist niet voor bodembedekker geschikt in de tuin!

Putri malu – Kruidje roer mij niet – Raak mij niet aan!

Hanif

Putri malu – Kruidje roer mij niet – Raak mij niet aan!

Hanif en ik lopen verder. Wij vragen weer om permisi als wij langs de oude muur lopen van de Kraton. Af en toe roept Hanif, ‘Stop opa’. En slaat een muskiet dood, die op mijn been zat. Wij lopen verder. En het wordt al donker. En even later zijn we weer thuis.
Nawoord: Hanif (nu 15 jaar en inmiddels 3e klas SMP), heeft in zijn jonge leven, via YouTube en internet al zoveel gezien. Misschien al meer dan ik in mijn hele leven. Zijn ouders Par en Warni, zijn twee heel lieve mensen. Maar weten over dat soort van kwesties, zoals Hanif aansnijdt, vrijwel niets. Hanif heeft nog een heel leven voor zich. Op Java, in Indonesië. Een land rijk aan cultuur en tradities.

Een korte toelichting over onderwijs van Indonesie. Na het basisonderwijs volgt de SMP. Het is een 3 jarige middelbare school opleiding. Na SMP volgt de 3 jarige SMA. Het voortgezet middelbaar onderwijs. Met tot doel een algemene academische voor opleiding. Voor toelating tot een Universiteit, Technisische Hoge Scholen en diverse soorten Academies. En dan heb je de grote groep scholen voor het beroepsonderwijs. Waar de student een vak leert. Want Indonesie heeft veel vakmensen nodig.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

 

Uit het leven der Dézentje’s: waar of niet waar?

familieverhaal

Wie niet zelf de familieverhalen opschrijft, loopt de kans dat anderen dat doen. En hoe? Dat heeft de familie Dézentje ondervonden. De Deli-Courant publiceerde op 3 november 1921 een fraai artikel, vol feiten en fictie, waardoor de familie – eerlijk is eerlijk – nog spannender en mysterieuzer werd. Hieronder het artikel.
(Met dank aan Blauwvogeltje)

Over de familie

Nederlandsch-Indië. Vierde blad. Uit het leven der Dézentje’s. Naar aanleiding van het overlijden van heer H. Dézentje te Karanganom (Solo) schrijft men uit de Vorstenlanden aan de Nwe. Soer. Crt. de volgende interessante bizonderheden over de familie Dézentje. Er loopen over de uitgebreide familie der Dézentje’s en hare geschiedenis allerlei verhalen, waarvan een goed deel berust op fantasie, herhaaldelijk inspireerde zij de pennen van schrijfsters en schrijvers, die geboeid werden door het waas van romantiek, dat over de opkomst dezer vorstenlandsche familie lag.

In verschillende Indische romans vindt de insider brokken uit de Dezentje-historie terug, zonder voldoende aanduiding echter om ook den leek op het juiste spoor te brengen.

De groote Tinus

Mej. Van Sloot, eene Indische (zij werd te Semarang geboren) en later onder den schuilnaam Melati van Java eene bekende schrijfster van Indische romans, putte uit het leven der Dézentje’s de stof voor haar in 1886 verschenen roman „Hermelijn”. Het was eene Hollandsche dame, die huwde met een der zoons van Tinus Dézentje, den uit den Java-oorlog vermaarden en thans nog bij een ieder als „de groote Tinus” bekenden partijganger uit dien langdurigen krijg; deze dame werd door de schrijfster als „Hermelijn” bij den lezer geïntroduceerd, terwijl één der Indische familieleden als „Corona” is aangeduid. Ook Augusta de Witt behandelt in „Natuur en Menschen in Indië” deze familie, doch zij heeft zich zelfs niet de moeite gegeven om behoorlijk te informeeren en schrijft er maar op los.

Geheel onjuist is hare bewering, dat de eerste Dézentje, een oud soldaat uit de Napoleontische legers, naar Indië kwam en als bekwaam kok door zijn lekkere schotels het hart van den toenmaligen Soenan wist te winnen en tot dank een der prinsessen tot vrouw kreeg. De feiten zijn geheel anders. De herroeping van het edict van Nantes in 1685 deed vele Protestanten uit Frankrijk de wijk nemen naar Holland; enkelen hunner en ook zekere Teissonier trokken later naar Indië. Deze Teissonier vestigde zich in de 18e eeuw te Pasoeroean; het was een zijner nakomelingen, die later naar Solo trok, n.l. August Dézentjé (de naam schijnt toen reeds te zijn verbasterd). Tinus Dézentjé, de zoon van den hiervoren genoemde, wist de gunst van den Soenan te veroveren; hij huwde later met een zuster van „Soenan Bagoes”, eigenlijk: Soenan Pakoe Boewono IV, die in 1820 stierf. Zijn rol in den Java-oorlog is bekend; met door hem zelf aangeworven troepen wist hij zich ook in de slechtste tijden staande te houden in zijn versterking, Ampel, tusschen Bojolali en Salatiga en menigmaal de opstandelingen van Dipo Negoro groot nadeel toe te brengen. Van dien tijd dateert het fortuin der familie.

De kroonprins van Soerakarta te gast bij de familie Dezentjé te Ampel nabij Salatiga ten zuiden van Semarang. De kroonprins in Europees kostuum. Tevens enkele andere prinsen aanwezig alsmede de familie Dezentjé. Tekst boven de ontvangstruimte: “Tarima Dengen Girang” (hartelijk welkom). Circa 1900 (Wikimedia Commons/ KITLV 12064)

Familietraditie

De groote Tinus liet bij zijn overlijden zijn landerijen verdeelen; de hooggelegene waren voor de ouderen, die in het laagland voor de jongeren. Zoo kreeg Bernard Dézentjé (een zoon Van Tinus) zijn bezit in het laagland; na zijn dood werd daarmede opgericht de cultuurmaatschappij „Djoengkaré”, welke eerst veel later in een naamlooze vennootschap werd omgezet, maar de familietraditie bleef immer krachtig gehandhaafd, evenals de reliquieën der grondvesters van het geslacht in eere werden gehouden; de wapens uit den ouden tijd, de vermaarde krissen, nu en dan uit de veilige rust der brandkast gehaald om met bloemen en wierook te worden gehuldigd.

De thans overleden heer H. Dezentjé was de laatst overgebleven zoon van Bernard; de andere 3 zoons zijn hem reeds lang in den dood voorgedaan. Aldus ging er weder één van de oude garde heen; zij was met de Vorstenlanden samengegroeid en ieder dier ouden vormde een stuk historie dezer streken.

Tot dusver bleef, dank zij de wijze bepaling, dat de aandeelen in het gemeenschappelijk bezit slechts aan familieleden mogen worden verkocht dit bezit nog geheel in de familie. Het zijn de drie reeds genoemde suikerfabrieken en de rietlanden Goenengsarie en Bandarardjo, alles bijeen een bezit, waarvoor een Japansche kongsi indertijd gaarne 12 millioen had willen geven. Of het ook onder de nieuwere generatie intact zal blijven?


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
levensverhaal

Rudy Hartung: de invasie van kaki seribu’s in ons huis

Rudy Hartung

Bij ons wemelt het nu van duizendpoten!! Hieronder, ter kennismaking, een paar beelden van de Javaanse duizendpoten. Uit onze zijtuin.

duizendpoot

 

kaki seribu

In vakliteratuur wordt deze worm de miljoenenpoot genoemd. Maar voor de Indonesiër blijft het de kaki seribu (duizendpoot). De duizendpoot bijt niet. Is ook niet giftig. En voor zover ik weet is het voor de mens een onschuldig en niet gevaarlijk beestje. Als je het beestje aanraakt dan rolt zij zich meteen op. En als de kust weer veilig is, dan “ontrolt” het beestje zich. En gaat rustig verder met de wandeling. De kaki ribu heeft een nuttige functie. Zij ruimt bladeren op en ander plantaardig afval. Kortom een nuttig en ijverig beestje.

Kun je een duizendpoot ook als huisdier beschouwen? De Javanen vinden het zeker van niet. Voor hen zou het beslist een vreemde vraag zijn. Nee natuurlijk niet! Een kaki seribu moet meteen de deur uit! Ja, en ik vind dat ook wel goed. Als ik nu zo’n kaki seribu in mijn slaapkamer tegenkom dan pak ik haar op en gooi het mijn raam uit!
Warni zegt dat de duizendpoot stinkt. Ik weet dat niet. Ik heb de laatste tijd heel veel duizendpoten in mijn hand gehouden. En geen vreemde of vieze lucht geroken. Dus ik begrijp het niet dat een duizenpoot stinkt. Maar goed.

Waarom kom ik met dit verhaal over de duizendpoot? Wel ik daar heb ik alle reden voor. Ik zit nu midden in een kaki ribu plaag!! Hoe is het begonnen?
Deze kaki seribu’s klimmen sinds enige tijd, via de grensmuur met de buurman, naar onze open wasplaats. Uit de achtertuin van mijn buurman. En dan kunnen zij zo verder binnen wandelen. En het huis binnen komen. En dan zo verder. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dus daarom heb ik gedurende een paar maanden heel veel van deze kaki seribu’s opgepakt. Soms wel per 5 tegelijk. En wat deed ik ermee? Ik gooide ze allemaal in onze zijtuin. Ik dacht, ja waarom niet? Een heel geschikte plaats nietwaar? En zo heb ik mij maandenlang met die gewoonte bezig gehouden. Om al die duizendpoten te vangen. En in die zijtuin te gooien. Naast mijn slaapkamer.

De singkong tuin van buurman 

 

 

De serre met zijtuin

Bos

Achter ons huis is een bos. Een heel mooi bos. Met allerlei soorten bomen en allelei planten. Ook veel jatibomen en veel bamboe. Zonder twijfel zullen er veel van die duizend poten in dit bos wonen. Zo’n bos is natuurlijk hun beste woonplek. Tussen het bos en onze achtertuin hebben wij een muur geplaatst. Zoals ik al eerder zei, komen die duizend poten vooral via de achtertuin van onze buurman, bij ons binnen. Via die grensmuur van onze open wasplaats.
En die muur grenst aan de achtertuin van onze buurman. Het is een tamelijk wilde achtertuin. Nu begroeid met veel singkong (ketela). En het bos is direct achter die tuin, van onze buurman. Zonder muur tussen bos en die singkong tuin.
Plaag van duizendpoten

En plotseling, is bij ons een plaag van duizendpoten uitgebroken. Maar zij komen nu uit onze eigen zijtuin!! Zij kruipen via de trappen naar het achterhuis. En zo door naar de achter keuken. En gaan zo verder ons huis binnen. Zij kruipen naar de woonkamers. Zij kruipen de slaapkamers binnen. En de badkamers. En zij komen mijn slaapkamer binnen. En dat gaat via de ramen van mijn slaapkamer. Mijn slaapkamer grenst namelijk precies aan deze zijtuin. Het is voor hen de kortste route gebleken om het huis binnen te dringen. Op de foto zie je, hoe een paar van hen zich schuil houden. Onder een raam van mijn slaapkamer. Geduldig wachten zij tot de ramen open gaan. Klaar voor een invasie. En dan naar binnen!!

Duizendpoten voor mijn slaapkamer raam

 

Bewaking

Opsporen

En zo kan het niet langer. Het is mijn eigen schuld. Toen ik, weliswaar goed bedoeld, al die binnenkomende duizendpoten oppakte. En hen in die zijtuin gooide. Maar blijkbaar is het voor hen een veel te kleine woonplek gebleken. Voor al die kaki seribu’s die ik gedurende een paar maanden steeds maar, in die zijtuin heb gegooid. Want nu blijkt dat zij deze zijtuin willen verlaten. En ons huis binnen lopen.
Ik werd dus voor een tegenoffensief gedwongen. Tegen deze duizendpoten! Heb direct twee van onze katten opgedragen, om de wacht te houden. Boven op de muur van die open wasplaats. Met opdracht dat zij vooral die singkong tuin van de buurman in de gaten moeten houden. Als de duizendpoten uit die tuin naar boven kruipen.

En wat kan ik zelf doen? Ik ben nu tamelijk druk. Met het opsporen van al die duizendpoten in onze zijtuin. Het terugvinden van duizendpoten, die ik afgelopen maanden in deze zijtuin heb gegooid. Dat is beslist een vergissing geweest. Want nu zorgen zij voor heel veel overlast. Het heeft tot een invasie geleid in ons huis. Noem ze maar indringers!
En daarom moeten zij nu, zonder pardon, terug het bos in. Terug naar die singkong tuin van mijn buurman! En ik moet ze allemaal vangen. Het zal nog enige tijd duren. Voordat ik die zijtuin van al die duizendpoten heb bevrijd. Ofschoon ik wel denk dat het niet zo erg zou zijn om een paar van die kaki seribu’s in de tuin te houden. Zolang het maar geen “overbevolking” wordt. Want dan gaat het ook weer: “Hups terug naar jullie singkong tuin” Ja ja!


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
levensverhaal

Het liefdewerk van Francine Tammeling

Francine

Het is kort dag, maar misschien leest u dit op tijd. Vanavond is er op televisie een uitzending van Max Maakt Mogelijk, over arme Indische mensen in Indonesië.

In de nieuwsbrief die ik kreeg, stond: 18.50 uur op NPO 2.

Zelf heb ik geen televisie, dus ik hoop het programma later op te sporen via internet. Dat is niet zozeer vanwege omroep Max, maar vooral om wie er dan in beeld zal zijn: Francine Tammeling. Zij helpt de arme ouderen met raad en daad. En ze doet dat zonder ingewikkelde administraties van formulieren invullen en bijlagen in drievoud toevoegen. Ze komt, ze ziet, ze helpt. Met liefde. Ik volg haar al jaren op haar Facebookpagina. Klik hier en kijk: https://www.facebook.com/francine.tammeling

HALIN

Er zijn ook anderen, die deze groep Indische mensen helpen. De Stichting Halin is vermoedelijk het bekendste. Voor HALIN reisde ik in 2008 naar Indonesië om daar enkele Halin-ondersteunden te spreken voor mijn boek Familie gebleven. Toen begreep ik dieper, wat een andere levensverhalen hier waren, met andere moeilijkheden en problemen dan in Nederland. Ik had nogal eens gehoord: “Maar zij konden ook kiezen om naar Nederland te gaan of niet, net als wij.”
Door mijn interviews leerde ik dat kunnen kiezen niet altijd zo vrij is.

  • wanneer je minderjarig was, mocht je niet kiezen
  •  in de Bersiap zijn de belangrijkste papieren verloren gegaan, dus repatriëring kon niet
  •  elke aanvraag voor de overtocht werd geweigerd om bureucratische redenen
  •  stel je bent de oudste en je moeder wil haar geboortegrond niet verlaten: wat doe je dan
  • er waren ook mensen die in de Indonesische belofte geloofden van welkom zijn

Kiezen is niet altijd kiezen. Soms is het een uitkomst van alle omstandigheden. In mijn gesprekken hoorde ik dat. En de armoede, wat erger is bij ziekte en tegenslag. Ik liet er al mijn gehamsterde paracetamol achter, omdat ik in Nederland gemakkelijk opnieuw wat kan kopen.
Mijn boek Familie gebleven is inmiddels uitverkocht.

Andere gezichten

Dus met deze kennis van de situatie, volg ik met ontzag en ontroering wat Francine doet. Ze is praktisch. Een bed regelen, een nieuw dak, kleding, medicijnen. Wat nodig is, regelt ze. Op haar Facebookpagina is het allemaal te zien, ook de gezichten van de ouderen overzee. Die raken me nog het meeste. Het is schrikken hoor. Hele andere gezichten dan u en ik op de sozen tegenkwamen, toen die er nog waren.
Hoe ze kijken. Soms is iemand zo mager en dan denk ik aan de inhoud van mijn koelkast.

Daar is corona ook aanwezig. Thuis blijven is het devies, maar niet iedereen van deze ouderen heeft een thuis. In de nieuwsbrief stond ook het bankrekeningnummer van Max. De omroep sluist het geld dan weer door. Dat kan. Direct geld overmaken op de stichting die Francine helpt te helpen kan ook: http://www.temantemansehati.nl/

Soms gaan mensen leed en verdriet vergelijken. “Wij hadden het ook moeilijk”. Dat is waar. Of: “Wij hebben het ook moeilijker door de corona-maatregelen.” Dat is ook waar. Er is hier netzogoed ziekte en er is afscheid van dierbaren en dat is erg en erger. Maar er is geen hiërarchie van leed, hoop ik. Een helpende hand kan een weldaad zijn. Met het internet bankieren kunt u anoniem geld overmaken dus als u verlegen bent omdat u weinig kunt missen, dan kunt u zo een of twee euro overmaken. Hoeft niet. Kan.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Rudy Hartung: Purworejo en de Dolalak dans

Rudy Hartung

Links: Rudy Hartung

 

Purworejo is bekend voor de ‘dolalak’ dansen. Elk jaar wordt een wedstrijd van deze Dolalak dans gehouden. Elke dansgroep doet haar uiterste best om tot winnaar van het jaar te worden uitgeroepen. Hoe komt het dat Purworejo zo bekend is geworden door de dolalak dans?
De oorsprong van deze dans gaat terug naar het Nederlandse Koloniale Tijdperk. Terug naar de tijd toen de soldaten van de Nederlandse Compagnie in Purworejo waren gestationeerd. De soldaten hielden vaak ‘s avonds op het kazerne-plein een feestje. En natuurlijk met bier erbij. En wellicht ook met de bekende kruik van Hollandse Jenever. Al gauw werden zij daar heel vrolijk van. En werden zij een beetje, óf…. heel erg dronken! En ja hoor.
Even later begonnen zij vrolijk te hotsen en te zingen. Hotsend en huppelend en zwaaiend met hun handen, zongen zij allerlei liedjes. Maar altijd werd het bekende Hollandse volkslied gezongen: “En van je hela hola, houd de moed er in, houd de moed erin….” En dat ging zo de hele avond door. Aan elk feest komt een einde. En de soldaten werden naar binnen geroepen. Waggelend en zwaaiend naar het Javaanse publiek, gingen de soldaten hun barak binnen. Om hun roes verder uit te slapen.

De hit van de avond

Zo’n dansavond, met het gezang van de soldaten van de Nederlandse Compagnie, trok altijd volop belangstelling van de plaatselijke Javaanse bevolking van Purworejo. Mannen, vrouwen met hun kinderen. Met hun oma’s en opa’s. Zij allemaal gingen kijken. En zij vonden het prachtig! En vooral het lied “ En Van Je Hela Hola” werkte zooo vreselijk aanstekelijk, op de Javanen. Want zodra dat lied werd gezongen, begonnen de Javanen mee te zingen. En zij begonnen mee te huppelen. Jawel…zooo leuk vond men dat lied. Het was altijd de hit van de avond!!
“ Van je hela hola houd de moed erin”

En toen heeft de kunstzinnige Javaan van Purworejo, van die merkwaardige “Hollandse helahola dans”, van de soldaten van de Nederlandse Compagnie, een Javaanse dans gemaakt. Maar wel aan de Javaanse stijl van dansen aangepast. Het “gehuppel” van de Nederlandse soldaten, dat paste beslist niet bij de dans cultuur van de Javaan. En het werd in een heel mooie Javaanse dans omgezet. Vol met met sierlijke bewegingen. Maar in een vlot tempo. En zo is die traditionele dans van Purworejo ontstaan. Het wordt de Dolalak dans genoemd. Gebaseerd en geinspireerd op dat Hollandse lied: “En van je hela hola houd de moed erin…”

Soldaten

Deze dans wordt altijd door een groep jonge meisjes uitgevoerd. Zij zijn dan als soldaten van de Nederlandse Compagnie gekleed. En in korte broek. En jawel met een zonnebril op! Want dat staat heel stoer! In de volksmond worden zij de “Noni Belanda” genoemd. De Hollandse jonge dames! De muziek is twee-tonig. Met de noten Do en La. Het wordt daarom dolalak dans genoemd. Elk jaar wordt er competitie gehouden. Tussen dansgroepen uit Purworejo en haar omringende desa’s. De dansgroep bestaat uit jonge meisjes. Het zijn vaak leerlingen van de scholen die met deze dolalak dans meedoen. Op de laatste foto rechtsonder een dansgroep van de Lagere School bij mij in Loano.

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Rudy Hartung: Mag ik met u kennis maken?

Rudy Hartung

‘Rudy, zou je een keer wat meer over jezelf willen vertellen?’ mailde ik. Dat wilde Rudy. Maar er kwam een piepklein stukje, terwijl u en ik weten: Rudy heeft veel meer te zeggen over zijn leven en wie hij is en hoe het allemaal zo gekomen is. Dat zit hier en daar in zijn verhalen.  Als u die net zo graag leest als ik, heb ik goed nieuws. Rudy heeft toegezegd vaker wat te schrijven. Daar kijken we allemaal naar uit.

 

Ik ben Rudy Hartung. Ik woon op Midden Java. Dicht langs de Zuid kust van Midden Java.
In de desa Loano. Op zo’n zes kilometer van de stad Purworejo.
Samen met een heel lief Javaans gezinnetje.
Het zijn: Par en zijn vrouw Warni. En hun zoon Hanif.
Ik ben een Indo.
Oftewel een Indo Europeaan.
Oftewel een Indische Nederlander.
Ik ben in Semarang geboren (1940).
Met mijn ouders en samen met mijn zusters en broers, ben ik in 1955 naar Nederland gekomen.

Het is in 1992 dat ik naar Midden Java ben teruggekeerd.
Deze keer niet voor een vakantie. Ik was al vaker voor een vakantie op Java geweest.
Maar nu was het mijn bedoeling om op Midden Java te gaan wonen.
En nu woon ik permanent in Loano – Purworejo.
Hier op Midden Java zal ik mijn laatste rustplaats vinden.
Op Java, mijn geboortegrond. Tanah Airku….
Vanuit Loano mijn hartelijke groet.

Rudy


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Ging u ook naar het CAS? (geheimtaal)

CAS

Tekenles, de Carpentier Alting Stichting te Batavia, circa 1925 (KITLV Media Library/Creative Commons)

Elke keer als het gebeurt, voel ik een vonkje van vreugde. Iemand zegt dan: “Vroeger zat ik op het CAS.” Het is een kort zinnetje, maar het staat vol van emotie. Trots. Heimwee. En ik weet wat ik moet zeggen: “O, op die school zat Hella Haasse ook.”

Ingewijden

Dat hoort, zo’n antwoord. Zeker in deze tijd, waarin er steeds minder ruimte lijkt te zijn voor positieve herinneringen aan Indië. Er ontstaat een soort geheimtaal op sommige momenten. Want als je het hebt over het CAS, dan weten alleen de ingewijden waar het over gaat. Wist u het ook?

Batavia

Natuurlijk, het was de Carpentier Alting School in Batavia. Het was een van de betere scholen van Indië, al gaven de Ursulinen ook uitstekend les. Maar het CAS was misschien wel de deftigste school. Er zijn nog genoeg mensen in Nederland die erover kunnen vertellen, al is het de vraag of ze dat durven. Onder elkaar, ja, natuurlijk. Maar aan de doorsnee Hollandsche medemens of zomaar op Facebook?
Achter alle verhalen over het CAS staat een ander verhaal, dat ook al positief is. Dat verhaal gaat over dominee A.S. (Albert Samuel) Carpentier Alting (1837-1915), in leven vrijmetselaar te Batavia. Om precies te zijn: de voorzitter van de Orde van Vrijmetselaren in Batavia. Met dit feit weet iedereen meteen: een man met een hart en een visie. In 1902 richtte hij met de loge een Hoogere Burgerschool (HBS) op voor meisjes, daarna kwamen er meer scholen. Later vielen deze onder de Carpentier Alting Stichting, kortweg CAS.
Den Haag kent een Altingstraat, waarvan ik hoop dat het een andere Alting is. Anders is het te anoniemerig afgekort. Noem zijn naam voluit, zodat een eerbetoon beleefd is.

Moedig

Ik ga nog even terug naar dat 1902, om dan een middelbare school voor meisjes op te willen richten. Dat is heel vroeg en heel modern. Wilhelmina is een jonge vrouw voor in de twintig, vrouwen hebben geen stemrecht en zijn in de huwelijkswetgeving ondergeschikt aan hun man, de samenleving is doortrokken van het christendom dat een vrouw vooral als echtgenote en moeder ziet, en dan vindt déze dominee dat jonge meisjes toegang moeten hebben tot een opleiding. Wat een man. De moed om tegen de stroom in te roeien.
Het CAS groeide uit tot iets groots, en dat heeft de dominee niet helemaal meer mee mogen maken. Hij stierf in 1915, middenin de Eerste Wereldoorlog, in Den Haag. Volgens zijn wens werd hij gecremeerd op begraafplaats Westerveld; cremeren was toen modern. Wat een heerlijke eigenzinnige man, tot op het laatst. Ja, zulke verhalen moeten ook verteld worden over het koloniale verleden.

Was u ook op school in Indië of kent u de verhalen van uw ouders? Schrijf het op. Dan bewaart u de herinneringen voor de toekomst.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

CAS

Ga naar de bovenkant